FILOSOFIE
Hoorcollege 1
DE OORSPRONG VAN DE FILOSOFIE
1. Filosofie begint met verwondering (Plato)
Verwondering = belangrijk aspect binnen de filosofie; binnen cultuur ontwikkeld
(Wat? Waarom?)
2. Welke filosofische vraag stelde je jezelf ooit/onlangs?
Foto: de oude man die op zichzelf zit te mijmeren
Etymologie: filein en Sophia (Athena, Minerva, Tara, Saraswati)
1. Griekse filein: “houden van”
2. Sophia: (godin van de) Wijsheid
“Houden van wijsheid”
Oorsprong: twee visies
1. Filosofie is zo oud als de mensheid
2. Filosofie is ontstaan in bepaalde periode in bepaalde regio
MYTHOS
Voorvaderen
Meisjes worden gezegend door mannen voor ze vrouw worden met een
ritueel verbondenheid met al (witte klei)
Eigen wereldbeeld
Voorbeeld van een cultuur waar geloofd werd in Goden, offers gebracht
worden
Rol van de voorouders
Shiva – Shakti
Hindi / Indische traditie: twee-eenheid tussen bewustzijn en de
manifestatie ervan; spel van de energie en hetgeen waarin dat spel
zich afspeelt
1
,MYTHOS (O.A. DE DRIE “RELIGIES VAN HET BOEK”)
De zondeval
De boom van kennis van goed en kwaad (appel)
Adam en Eva hadden geen kennis van goed en kwaad (je mag er niet van
eten)
Ze vallen uit het continuüm van geluk (pijn, schaamte, … komt)
Begin van psychische lijden (dingen niet aanvaarden zoals ze zijn)
- Diepere betekenis in mythes
MYTHOS (O.A. HOMEROS, HESIODOS)
Odysseus en de sirenen
Grieks-christelijke cultuurrol
Parthenon van Goden en mythen
Epos (Grieks verhaal) van Odysseus
- Toegeschreven aan Homeros
Tafereel: Odysseus met schepen in zee geteisterd door sirenen
- Hoe ga je om met verleiding
Hij wordt aan mast gebonden, rest kan verder roeien
vb. Paard van Troje (de slimme held; Odysseus)
VAN MYTHOS NAAR LOGOS
Logos = leer van, woord, de achterliggende betekenis
- Herakleitos: logos is het begin van alles, de werkelijkheid heeft een soort van ordenend
principe
Nieuwe manier van denken en verklaren dan traditionele eerder mythische verklaringsmodellen)
- Natuur wordt uit de natuur verklaard
- Groter belang van (zintuiglijke) observatie
Hoe is deze sprong in het ‘denken’ te begrijpen?
- Overgang ging samen met verstedelijking en daardoor botsing van modellen?
Afstand van het concrete, neemt wat er achter ligt)
- Dichter Xenophanes (6e eeuw v. Chr.) reflecteert over de vraag hoe we zo verschillen in
visie over de goden: “Als dieren handen bezaten zoals de mensen, zouden de paarden de
goden als paarden afbeelden, de ossen als ossen. De Ethiopiërs maken hun goden zwart
met stompe neuzen; de Thraciërs zeggen dat de hunne blauwe ogen en rood haar bezitten.
In werkelijkheid hebben de mensen nooit iets over de goden geweten en zullen dat ook
nooit weten.” (We projecteren goden naar ons eigen profiel)
2
,LOGOS IN HET OOSTEN
India
Upanishaden, Boeddha en Mahavira
Begin van de filosofie in het oosten; terug naar de essentie
China
Confucius en Lao Tzu (Taoïsme)
Yin – yang (tweede afbeelding) zoals Shiva en Shakti
Voortdurende omwisseling
Tao (achterliggende principe)
FILOSOFIE TUSSEN RELIGIE EN WETENSCHAP
Cfr. omschrijving van Italiaanse filosoof de Crescenzo
1. Wetenschap bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’ verschijnselen of
fenomenen
1. Domein: de materiële (waarneembare?) werkelijkheid
2. Natuurfilosofie werd fysica (1543: Copernicus en Vesalius), later ook andere
natuurwetenschappen en sociologie/psychologie
3. Ratio (rede, verstand) en empirie (zintuiglijke waarneming)
Verklaren, niet begrijpen (filosofie)
2. Religie zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving
1. Domein: zingeving, waarden, bewustzijn
2. “Voorbij” zintuigen en verstand
3
, SOORT VAN FILOSOFISCHE VRAGEN
De vragen van Kant
1. Wat kan ik weten (ons denken)
2. Wat moet ik doen (ons handelen (ethiek en sociale filosofie)
3. Wat mag ik hopen (onze verwachtingen)
- Wat is de mens?
Indeling van Ferry
1. Kennis: werkelijkheid
2. Ethiek: rechtvaardigheid
3. Wijsheid: heil (voorspoed, het goede leven) of geluk
HET HUIS VAN DE FILOSOFIE 1 (ZIJN, BEWUSTZIJN, MENS)
1. Ontologie: vragen over het zijnde (dat wat is)
1.1. Kosmologie: werking van de kosmos (de natuur)
Vanaf Newton ontstaan de natuurwetenschappen (fysica of natuurfilosofie, scheikunde,
biologie, …)
De fusies (wat vanzelf gaat)
1.2. Metafysica: aard van en orde achter de fenomenen (aard van de werkelijkheid)
Wanneer dit principe God genoemd wordt, spreekt men van theologie
Boven het zintuiglijke (wat je ervaart, vanbinnen voelt, gedachten; wat je moeilijk kan
tonen vb. wat is liefde?)
1.3. Wijsgerige antropologie stelt zich vragen over de aard, de status en de plaats van de mens
(ik als mens)
De in de 18de eeuw ontstane sociologie bestudeert de mens in zijn sociale context, de
psychologie bestudeert de mens als geestelijk wezen, de culturele antropologie de mens
als cultuurwezen, de agogie de mens als (be)handelend wezen
4