Vaardigheidstoets creatief-agogische vaardigheden
2023-2024
Lichaamsexpressie (sherborne-volwassenen)
Het fundament van jouw assessment is een literatuurstudie (volgens de regels van de apa-
kunst. Vergeet niet te parafraseren ipv te citeren/copiëren). Maak hiervoor gebruik van de
syllabus creatief-agogische vaardigheden én andere betrouwbare, relevante bronnen zoals
het handboek van Levenslooppsychologie, en leg verbanden, uitgeschreven in tekst en
alinea’s.
Literatuurstudie mbt kenmerken van de gekozen cliëntgroep
30% of 6 punten
Voorblad met jouw naam, klas en (creatieve) titel van je activiteit
Inhoudstabel en bronnenlijst (apa-normen)
Arial 11, interlinie 1, tekst met alinea’s
1. Grondig uitschrijven van de ontwikkelingskenmerken van de gekozen cliënt(en) (2/20)
Opgelet:
verwijs en gebruik de syllabus tandwiel ‘de cliënt’ en het ontwikkelingsdomeinen.
selecteer relevante informatie die betrekking heeft op jouw gekozen activiteit. Het is
zinloos om een hele opsomming rond ‘potjestraining’ te geven wanneer je wil
schilderen. Wees hier kritisch voor jezelf.
gebruik recente en betrouwbare bronnen en pas je omo-vaardigheden toe
minstens 2 pagina’s lang (max 3 pagina’s) zonder overbodige witregels
2. Opsommen van de doelen van de activiteit (2 punten)
Enkele voorbeelden van hoofddoelen/bijdoelen zijn:
motorische ontwikkeling of beweegeiland (mogelijke bijdoelen: grove motoriek, fijne
motoriek, pengreep, oog-handcoördinatie,…),
cognitieve ontwikkeling of denkeiland(mogelijke bijdoelen: ruimtelijk inzicht, meten
en wegen,…),
sociale ontwikkeling of sameneiland (mogelijke bijdoelen: samenwerken, alleen-in-
groep werken, integratie,…),
persoonlijkheidsontwikkeling of wil- en durfeiland (mogelijke bijdoelen: zelfbeeld,
eigenwaarde, identiteit),
creatieve ontwikkeling of beeldeiland (mogelijke bijdoelen zelf laten ontdekken,
materiaal aanbieden en laten ervaren,…),
Opgelet:
selecteer twee hoofddoelen en telkens 4 bijdoelen waar je graag rond wil werken
tijdens je opdracht
verwijs en gebruik de syllabus tandwiel ‘de cliënt’ en het tandwiel ‘muzisch-agogisch
werken’ (ontwikkelingsdomeinen van Feldman, de talentenarchipel of de
meervoudige intelligenties van Gardner,…)
minstens 1 pagina (max 2 pagina’s) zonder overbodige witregels maar mag in puntjes
3. Het volgende item is de motivering (2 punten).
Opgelet:
1
, een praktijkgericht orthopedagoog overdenkt de opdracht en de zinvolheid, eerder
dan het organiseren en uitvoeren van een ‘bezigheidsactiviteit’. Je gebruikt materiaal,
je eigen lichaam,… als hulpmiddel om een doel te bereiken, niet als doel op zich.
verwijs en gebruik de syllabus tandwiel ‘ik’ (waarom kies ik voor deze
leeftijd/opdracht/materialen/techniek/begeleidershouding), tandwiel ‘de cliënt’ (welke
doelen wil ik op deze manier bewerken bij deze ontwikkelingsleeftijd en waarom heeft
dit een meerwaarde) en tandwiel ‘muzisch-agogisch werken’ (waarom dit
materiaal/techniek en waarom op deze manier uitvoeren)
dat je volledig bent zoals: ga je gebruik maken van foto’s of schema’s met
geschreven instructies zodat ze zelfstandig aan de slag kunnen gaan, ga je hen
begeleiden van a tot z, zelfstandig laten werken, samen, alleen,…
minstens 2 pagina (max 3 pagina’s) zonder overbodige witregels
De volgende bouwsteen op je fundament is het activiteitenkader. Je mag de informatie uit
je literatuurstudie gebruiken om je activiteitenkader in te vullen. Het activiteitenkader is als
het ware een samenvatting van je literatuurstudie. Je mag hier in puntjes/opsommingen
werken. Je bronnen vermeld je als laatste item. Hoe beter en grondiger je je literatuurstudie
hebt gemaakt, hoe beter ook je activiteitenkader zal kunnen worden ingevuld.
Activiteitenkader (20% of 4 punten) en journal (10% of 2 punten)
1. Het eerste deel is het activiteitenkader (4 punten).
Dit onderdeel van het assessment is gebaseerd op je voorgaande literatuurstudie en moet
nu worden ingevuld in een sjabloon activiteitenkader (4 punten) voor een opdracht van 60
min. Leg voldoende de nadruk op de accenten van jouw gekozen expressievorm
(lichaamsexpressie of manuele expressie).
Een deel van het activiteitenkader is ‘herhaling’ van je literatuurstudie. Met andere woorden,
je mag uit je literatuurstudie kopiëren (het is tenslotte jouw geparafraseerde tekst) en in korte
puntjes overnemen in dit kader. De bronnen mogen gewoon achteraan worden opgesomd in
een correcte literatuurlijst. Je vult het hele kader in en laat niets weg.
In het activiteitenkader ga je dieper in op de opdracht zelf. Hoe wil je deze stap voor stap
opbouwen? Werk hiervoor met een inleiding, een midden en de afronding waarbij het
duidelijk is welk je plan van aanpak is. Het is belangrijk dat je aandacht schenkt aan de
context en het klimaat waarin je je opdracht optimaal tot zijn recht wil laten komen.
Dit activiteitkader maak je door je grondige literatuurstudie maar in principe zou een
medestudent aan de hand van jouw activiteitenkader meteen aan de slag moeten kunnen
gaan!
Opgelet inleiding:
voor een goed opbouw waarbij je aandacht hebt voor het contact maakt met de
groep, contact laat maken met zichzelf, met het materiaal, de activiteit uitleggen,
opwarmen, het thema inleiden, het stappenplan toelichten (indien passend voor de
cliëntgroep).
dat je de regels en afspraken verheldert, materiaal verkent, ruimte geven aan
mogelijkheden/beperkingen van de cliënt met deze methode/materiaal.
2