Samenvatting Theoretische Orthopedagogiek
Hoofdstuk 1: Alle orthopedagogisch handelen is agogisch
handelen
1.1 Wat is agogie(k)
• Wat is ped-agogiek(k)?
o Ped = pais = kind
o Agogie
▪ Agogos (Gr) = hij die leidt, de gids, de bestuurder, de begeleider
▪ Agein (Gr) = leiden, regeren, besturen
• Wat is agogiek?
o De wetenschap met betrekking tot het begeleiden (of beter nog: het ondersteunen)
van mensen
• Een agoog
o Is een ‘veranderaar’ → iemand die anderen begeleidt om hen door middel van hun
eigen handelen tot gedragsveranderingen te laten komen
• Agogische beroepen
o Jeugdhulpverleners, maatschappelijk werkers, psychotherapeuten, psychologen…
1.2 Doen veranderen: theory of changing
• Begeleiden van mensen → veranderen van mensen
• Theory of change
o Gebruikt door de ontwikkelingspsychologie of de sociologie
o Richten zich op veranderingen ten gevolge van spontane veranderingsprocessen
zoals bv: koppigheidsfase, puberteit…
• Theory of changing
o Gebruikt in de agogiek
o Richten zich op veranderingsprocessen die heel bewust en doelgericht worden
opgezet.
o Doel om iemand te doen veranderen
1.3 Met of zonder k?
• AgogIE
o Klemtoon op het doen, het handelen, het veranderen
o Focus op de praktijk
o ‘De intentionele, niet-wederkerige beïnvloeding door één of meerdere personen
gericht op een wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als
welzijnsbevordering.’
• AgogieK
o Klemtoon op de wetenschap, de leer
o De verzamelnaam voor de leer van het leiden, begeleiden van mensen ongeacht hun
leeftijd, op een beroepsmatige manier.
o Bestudeert veranderingsprocessen en de beïnvloeding ervan op een
wetenschappelijke manier
1
, o “Agogiek is de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop
individuele personen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen
worden begeleid in veranderingsprocessen. Het gaat er daarbij om, dat die
begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie waarin de betrokkenen zich bevinden en
dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk zelf te handelen
teneinde tot de gewenste verandering te komen.”
→ Niet volledig vanbuiten kennen maar wel de linken kunnen leggen met de cursus
• Het onderscheid tussen ‘-giek’ (= de wetenschap) en ‘-gie’ (= de praktijk) geldt ook voor de
begrippen pedagogie(k) en orthopedagogie(k)
1.4 Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
• Veranderen of beïnvloeden
o Doel agogie = het handelen van mensen veranderen
o Gelinkt aan de theory of changing
o Een ‘ideaalbeeld’, ‘totale vorming’ bestaat niet
o Iedereen moet blijven ‘veranderen’ → ‘permanente educatie’, ‘altijd durend leren’,
‘eeuwig durende opvoeding’
• Van handelen
o Gedrag
▪ Zichtbaar & observeerbaar → wat je iemand concreet ziet doen
▪ Wat mensen instinctief of impulsief doen
▪ Objectief observeren
o Handelen
▪ Bewust doen, wat mensen beogen
▪ Onzichtbaar: wat gaat achter gedrag schuil? Wat beweegt mensen? (willen,
voelen, weten)
▪ Observeren én communiceren
o Als je gedrag wil veranderen moet je naar het handelen kijken, naar de motieven, de
redenen en de betekenissen
▪ Kan alleen in dialoog, in contact met de persoon/doelgroep
o Bv: kind spuwt in het gezicht van leerkracht
→ Gedrag = spuwen in het gezicht
→ Handelen = frustraties omdat iedereen weggaat en hij er niet goed mee
kan omgaan
• Met emancipatie of empowerment als doel
o “Geef een man een vis en je voedt hem voor een dag. Leer hem vissen en je voedt
hem voor een leven.”
o Doel is om mensen te leren om zichzelf te veranderen
▪ Mensen ondersteunen om hun krachten te (her)ontdekken → je geeft ze een
raketje mee zodat ze zelf kunnen vliegen
o Belangrijk dat mensen hun handelingsmogelijkheden verruimen → zo staan ze sterk
om het hoofd te bieden aan uitdagingen, worden ze minder afhankelijk van anderen,
maken ze zelf uit wat voor hen belangrijk is → sterker in het leven staan = power
2
,1.5 Richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
→ Onmogelijk om 100% exact af te bakenen wat agogisch handelen is en wat niet
→ Deze kenmerken zijn eerder ‘richtinggevend’ en ‘niet absoluut’
• Psychosociale verandering
o Psyche = alles wat je bezig houdt, wat je denkt, voelt en wilt
o Sociaal = de onderlinge verhoudingen tussen mensen
→ Beïnvloeden elkaar voortduren
• Doelgericht
o Verandering is vooraf bedacht en gepland
o Agogisch handelen is methodisch handelen
• Systematisch
o Stap-voor-stap via een planmatige manier werken aan verandering
• Bewust
o Over elke stap wordt goed nagedacht en bewust gekozen
• Gewenst door betrokkenen
o Verandering is vrijwillig
o Niet altijd het geval → soms hulpverlening onder dwang
• Niet even wederzijds
o Relatie is asymmetrisch → agoog - cliënt
o MAAR er is wel gelijkwaardigheid! → evenwaardige/gelijke positie
• Beroepsmatig
o Degene die ‘doet veranderen’ doet dit vanuit zijn professionele positie, uit hoofde
van zijn beroep
▪ Hieronder vallen ook vrijwilligers! (zijn ook degenen die helpen veranderen)
• Waardegebonden
o Er wordt gewerkt aan een bepaalde waarde
• Waarschijnlijk moeten toepassen op een casus.
• Bv: In welke van de omschreven situaties in de cursus (p.16) kunnen we rekening houden met de
richtinggevende kenmerken en spreken van agogisch handelen en waarom? Motiveer je antwoord.
1.6 De professionalisering van het agogisch handelen
• Eind 19de eeuw → industrialisering van onze samenleving → zette 2 maatschappelijke
veranderingen op gang:
• Ontwikkeling van wetenschap en techniek
o Voor industrialisatie: het leven van volwassenen was duidelijk uitgestippeld in vaste
patronen
o Veranderde de maatschappij zo ingrijpend en aan zo een snel tempo dat ook
volwassenen hun handelen voortdurend moesten bijstellen
• Stijgende individualisering
o Voor industrialisatie: mensen leefden in kleine, besloten gemeenschappen met heel
duidelijk voorgeschreven normen, waarden en regels → de Kerk had veel invloed
o Eigen keuzes & verantwoordelijkheid
o Eigen richtlijnen & kaders
o Veel vaste waarden/richtlijnen/… verdwijnen
3
, • Beide veranderingen beïnvloeden elkaar → ouders/volwassenen weten niet meer hoe ze hun
kinderen moeten opvoeden, moeten zich voortdurend aanpassen aan nieuwe situaties →
hebben nood aan duidelijke voorbeelden, richtlijnen en kaders over hoe ze zich precies
moeten aanpassen → ontstaan welzijnswerk
• Welzijnswerk
o Aanvankelijk vrijwilligerswerk
o Later ‘agogisch werkveld’ met agogische beroepen met eigen beroepsopleidingen,
beroepsorganisaties en beroepscodes
▪ Binnen elk van deze werkvelden stond verandering centraal en stonden
beroepskrachten in voor het begeleiden van veranderingsprocessen
o Agogisch werkveld bestaat voornamelijk uit vorming en welzijn
1.7 Het vertrekpunt van het agogisch handelen
• Exagogiek
o = curatief agogisch werk
o Beginsituatie is problematisch → verbeteren
o Hulpverlening
o Je vertrekt van iets dat slecht/minder goed gaat en waarbij jij iemand zal
ondersteunen, begeleiden
• Anagogiek
o = Positief agogisch werk
o Beginsituatie is normaal → verder ontwikkelen, veranderen, verbeteren
o Vorming
• Katagogiek
o = Preventief agogisch werk
o Beginsituatie is normaal → behouden
o Preventie
o Bv: aidspreventieprogramma ‘vrij veilig’
1.8 Niveaus van veranderingsprocessen
• Definitie agogiek
o “Agogiek is de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop
individuele personen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen
worden begeleid in veranderingsprocessen. Het gaat er daarbij om, dat die
begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie waarin de betrokkenen zich bevinden en
dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk zelf te handelen
teneinde tot de gewenste verandering te komen.”
• Micro
o ‘klein’
o Begeleiding met een individu of kleine groep
• Meso
o ‘midden’
o Groep (gezinnen, teams, leefgroepen…) of organisatie
• Macro
o ‘groot’
o (delen van) de samenleving
4