1
METHODOLOGIE 2: KWANTITATIEF LUIK
HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE
ONDERZOEKSOBJECT: CRIMINALITEIT
o Criminaliteit en aanverwante zaken (onveiligheid, overlast,…)
o Strafbaar en/of ongewenst gedrag
o Object = tijd- en ruimtebepaald
Bv. moeskopperij: ‘zij die veldvruchten of andere nuttige voortbrengsels van de bodem die nog niet
los van de grond zijn, roven
Bv. bedelen en landloperij
Bv. Pitcairn: incest en seksueel misbruik
Bv. debat rond drugsgebruik, overlast
o Belang van definiëring, conceptualisering en operationalisering, zowel bij beschrijven als verklaren
Bv. ‘fear of crime’
Bv. diefstal en inbraak
Bv. criminaliteit in European Sourcebook: andere definities dus waarde gaat verloren
Object en reacties (houdingen, attitudes,…) op dit object
o Daderschap, slachtofferschap, onveiligheidsgevoelens
o Aanpak van daderschap, slachtofferschap
o Vertrouwen in politie en justitie
WETENSCHAP(SOPVATTING) EN EMPIRISCH ONDERZOEK
o Wetenschap…
Concurreren lekentheorieën met wetenschappelijke uitspraken?
Verschilt wetenschappelijk inzicht van gezond verstand?
Met name in het ‘criminologische domein’
Criminologie als succesvolle mislukking
o Empirische cyclus is Popperiaans…
Wetenschappers zullen nooit definitief weten of iets ‘waar’ is
Theorie is steeds ‘voorlopig waar’
Theorieën moeten ‘toetsbaar’ zijn
Actief op zoek naar falsificatie
Cyclus: theorie – hypothesen – operationalisering – design – dataverzameling – analyse – bevindingen
100% zekerheid is een fictie!
SOORTEN VRAGEN IN HET CRIMINOLOGISCHE ONDERZOEK
o Micro vs. macro
Aggregatieniveau van het onderzoek
Criminologisch onderzoek vaan ‘genest’: mensen in dezelfde omgeving denken vaak hetzelfde
Individu – directe omgeving – bredere context
Methodologische vraagstukken
,2
Ecologische fout: je trekt een conclusie op een ander niveau dan waarop de data werd verzameld
Ë Bv. %werkloosheid en %criminaliteit in buurten: de criminaliteit lag hoger in de buurten waar
ook werkloosheid hoger lag, maar de krant zei dat de werklozen ervoor zorgden dat er meer
criminaliteit lag maar dit is fout, er wordt hier op basis van de individuen een conclusie
gemaakt maar dit was niet zo gemeten
Ë Bv. alcoholconsumptie en %professoren: je treft aan op het niveau van steden en gemeenten
dat daar waar meer professoren wonen, meer alcohol wordt geconsumeerd maar er is
wellicht een andere oorzaak want waar veel professoren wonen zullen waarschijnlijk wel
veel instituties voor hoger onderwijs zijn
o Beschrijvend vs. verklarend
Wat?
Hoe, en waarom?
Causaliteitsvraagstuk: het ene determineert het andere (maar dit klopt dus niet altijd!)
Ë Bv. langere ringvinger wijst op een meer succesvollere professionele carrière
Ë Bv. vlees of geen vlees eten wijst op minder hart- en vaatziekten
Ë Bv. etniciteit en criminaliteit
Experimenteel onderzoek – labosetting
Causaliteit in criminologisch onderzoek?
Belang van kritisch-realistische benadering
EEN CRIMINOLOGISCHE METHODOLOGIE?
o Conclusie: goede redenen voor een criminologisch methodologie
Populatie: niet bekend, niet ggekend en wenst niet onderzocht te worden
Onderschatting van officiële cijfers: dark number
Verdeling van criminologische data
Gelaagde en geneste structuur
Normatieve en ethische kader: bv. hoe jong kan je jongeren bevragen in verband met
slachtofferschap?
HOOFDSTUK 2: PLANNING EN UITVOERING
ONDERZOEKSVRAAG
Cf. Methodologie 1
Centraal in het onderzoek
o Stuurt het onderzoek
o De onderzoeksvraag bepaalt opzet en design van het onderzoek
Kwantitatief vs. kwalitatief
Beschrijvend vs. verklarend
Fundamenteel vs. praktijkgericht
o Het onderzoek moet de onderzoeksvraag beantwoorden
o Belang van wetenschappelijke literatuur en eerder onderzoek
LITERATUURSTUDIE
Cf. Methodologie 1 (bronnen)
o Voorafgaand en volgend op de formulering van de onderzoeksvraag
o Belang van een goede heuristiek of ‘zoekstrategie’
o Criminologisch onderzoek bestaat ook uit juridische, sociologische, psychologische en filosofische bronnen
maar ook grijze literatuur!
o Stand van zaken/state of the art met betrekking tot het onderzoek
, 3
o Aandacht voor inhoud én methodologische aspecten
VOORBEREIDING
Voorbereiding van het onderzoek
o Toegang tot personen, gegevens, persoonsgegevens,…
Verkrijgen van toegang, toestemming aanvragen, procedures
Gegevensbescherming en ethisch-deontologische kwesties
In kaart brengen, plannen en opstarten (onder andere SMEC – toetsing privacy en ethiek)
o Belang van gatekeepers: toegang verlenen tot onderzoek
o Betrekken van stakeholders
o Stuurgroep, begeleidingscomité, klankbord
KEUZE VAN ONDERZOEKSOPZET
Onderzoeksopzet en -design
o Opzet: bredere ontwerp van het onderzoek
Keuze van analyse-eenheden (vaak respondenten)
Keuze van meetinstrumenten
Dataverzamelingsmodaliteiten
o Design: kern van het onderzoeksopzet
Link tussen onderzoeksopzet en het beantwoorden van de onderzoeksvraag
Hoe paken we het onderzoek aan?
KEUZE VAN ANALYSE-EENHEDEN
Personen, families, dossiers, pv’s, buurten, scholen, gevangenissen,…
Niveau van analyse: let op ecologische fout!
Inhoudelijke overwegingen
o Aselect karakter (at random)
o Representativiteit
o Generaliseerbaarheid
Praktische overwegingen
o Tijd, budget
o Toestemming
KEUZE VAN DATAVERZAMELINGSMETHODEN
Modaliteiten van de dataverzameling
o Afgestemd op onderzoeksvraag
o Focus: kwantitatief (survey)onderzoek
o Verschillende soorten
Face-to-face interview
Telefonische enquête
Postenquête
Web- of mailsurvey
Dossieranalyse, systematische observaties
Mixed mode
o Voor- en nadelen