Samenvatting Historische Contexten Memo MAX examenkatern VWO
12 keer bekeken 1 keer verkocht
Vak
Niveau
VWO / Gymnasium
Boek
Memo MAX vwo bb 2019 ex.kat
Samenvatting van het hele boek historische contexten Memo MAX VWO. Bevat de historische contexten Steden en burgers in de Lage Landen, Verlichting, China en Duitsland in Europa.
Geschiedenis samenvatting Historische context 4 Memo Max Bovenbouw VWO
Geschiedenis samenvatting Historische Context 3 Memo Max Bovenbouw VWO
Geschiedenis samenvatting Historische Context 2 Memo Max Bovenbouw VWO
Alles voor dit studieboek (13)
Geschreven voor
Middelbare school
VWO / Gymnasium
Onbekend
200
Verkoper
Volgen
JamieBo
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Historische contexten Steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700
De opkomst van een stedelijke burgerij (1050-1302)
Landbouw in Nederland werd productiever (11 e eeuw)
- Er werd meer land gebruikt om te verbouwen (bossen gepakt, moerassen drooggelegd)
- Drieslagstelsel: manier om een graanakker nuttig te gebruiken
- Nieuwe technieken om de grond te bewerken (ploeg, paarden)
→ bevolkingsgroei → specialisatie →
Opleving handel:
→ Verstedelijking (handel vond plaats op kruisingen van wegen en rivieren, handelaren gingen zich
vestigen op een plek)
→ Monetaire economie/ geldeconomie (geld als ruilmiddel) → agrarisch-urbane samenleving
Stadsrechten (politiek)
- Stedelingen hadden zelfbestuur en eigen rechtspraak (mochten stadsmuur bouwen), vorst kreeg
militaire steun en belastingen.
Poorters: burger van de stad, een persoon met burgerrecht.
- Aspirant-poorters: trokken van platteland naar stad om nieuw kapitaal en kennis te brengen.
Burgerij: de belangrijkste groep bewoners van een stad de mensen die het burgerrecht hebben.
- Betalen om deel van uit te maken.
Burgerrecht: ambacht uitoefenen, berecht te worden en in aanmerking voor bestuursfuncties.
Stadsrechten (economisch)
- Stad had ook marktrecht (recht om een aantal keer in het jaar een markt te houden)
- Vorst zorgt voor veilig en vrij verkeer naar de markt, boeren verkochten hun overschotten →
verzorgingsgebied (=het gebied rondom een stad, waarvoor die stad een economische functie heeft)
In Vlaanderen was de handel in laken (=een wollen stof van hoge kwaliteit voor oa kleding) en andere
luxe producten erg populair. Vlaanderen hoorde toen de tijd bij het Franse Rijk.
Succesvolle handel → grote verschillen binnen de burgerij → nieuwe bestuursfuncties
(burgermeester) → nieuwe sociale klasse
- Patriciërs: lid van een machtige en belangrijke familie in een stad
→ macht bij de vorsten nam af → ontstaan gilden (= een vereniging van mensen met hetzelfde
beroep (handelaren of ambachtslieden) die de gezamenlijke belangen behartigt) → ontevredenheid
over de kooplieden vanuit de ambachtslieden → conflicten over corruptie en machtsmisbruik
patriciërs (hoge belastingen) → Guldensporenslag (=veldslag in 1302, waarin ambachtslieden en
boeren streden tegen patriciërs en Franse ridders (Vlaanderen won de strijd))
De positie van de stedelijke burgerij (1302 – 1602)
Economische zwaartepunten:
- Atrecht: was moeilijk bereikbaar, had geen mogelijkheden om te handelen over water (voor 1300)
- Brugge (Vlaanderen): makkelijk bereikbaar, handelsnetwerk met Spanje, Italië en de Hanze (= een
samenwerkingsverband van handelssteden in het noorden van Europa)
- Nederlanden: stedelijk netwerk, handelaren werkten met een wisselbrief (= een document waarin
handelaren afspraken vastlegden over geld. Betalingen konden worden afgehandeld met een
wisselbrief, in plaats van met echt geld). Er ontstaan banken en de koopmansbeurs konden
handelaren wisselbrieven van elkaar kopen en bankzaken doen.
- Antwerpen: makkelijk bereikbaar via het Europese achterland en was toegankelijk voor grotere
schepen.
- Amsterdam: Hollandse bodem was niet geschikt voor landbouw, dus gingen ze zich specialiseren in
,de handel met het Oostzeegebied. (na 1350) Amsterdam wordt een belangrijke haven met een grote
koopvaardijvloot. (14e eeuw)
Religieuze veranderingen
- De burgerij kreeg steeds meer zelfstandigheid, zo ook over de bonum commune (= de zorg voor het
welzijn van het volk, bijvoorbeeld door zieken en armen te ondersteunen).
- Burgers gingen vaker hun kritiek uiten → nieuwe stromingen en andere kijk op geloof.
- Moderne devotie: religieuze stroming uit de 14 e eeuw, waarvan de aanhangers kritiek hadden op
de praktijken binnen de kerk → Reformatie: kerkhervorming die uiteindelijk leidde tot een scheuring
in de kerk en het ontstaan van het protestantisme (= het geheel van stromingen en kerken die zijn
ontstaan uit protest tegen mistanden in de katholieke kerk) (16e eeuw)
- Begijnen: vrouw die samen met andere begijnen in een begijnhof woont en daar toelegt op
religieuze zaken.
- Bedelorden: een religieuze orde van monniken of nonnen die geen bezittingen hebben en die voor
hun levensonderhoud afhankelijk zijn van liefdadigheid.
Centralisatie
= het streven van heersers om hun gebied vanuit een punt te besturen en in het hele grondgebied
gelijke wetten en belastingen in te voeren.
- Particularisme: het verschijnsel dat steden zoveel mogelijk zelfstandig beslissingen nemen, op basis
van hun eigen belang.
1384 – 1482: Nederlanden werd bestuurd door Franse hertogen van Boergondië.
Vanaf 1482: Nederlanden bestuurd door familie Habsburg.
→ streefden naar centralisatie → conflicten
→ Brugge werd een van de armste steden → Antwerpen nam de positie van Brugge over.
De Nederlandse Opstand
Beeldenstorm: reeks vernielingen in katholieke kerken, in 1566 georganiseerd door protestanten.
- Filips II stuurt hertog van Alva vs Willem van Oranje. (steden steunen de persoon die economisch
voor hun beter is)
→ Antwerpen werd ingenomen door hertog van Alva (1585) → Amsterdam krijgt economische groei.
Republiek: staat die door de burgers zelf wordt bestuurd en niet door een koning of keizer.
- Gewetensvrijheid: de vrijheid om te kiezen welke religie je aanhangt.
Een succesvolle republiek (1602 – 1700)
Bestuur Republiek der verenigden Nederlanden:
- Republiek werd bestuurd door regenten (= een lid van een rijke groep burgers die de Republiek
bestuurden (patriciër))
- Staten-Generaal: was voor de samenkomst van de regenten waar besloten werd over buitenlandse
zaken en de besturing van de zuidelijke Nederlanden.
- Stadhouder: een hoge ambtenaar van de gewesten die voor de gehele Republiek optrad als
aanvoerder van leger en vloot.
Groei van de economische positie in de Republiek:
- Oorlogseconomie: een economie waarin zowel de economische winst in dienst staat van de
oorlogsvoering.
- De VOC die in 1602 werd opgericht versterkte de economische positie van de Republiek.
- De val van Antwerpen (1585)
- Amsterdamse koopmansbeurs nam die van Antwerpen over en er werd kennis mee gebracht en
Amsterdam werd de nieuwe doorvoerhaven → stapelmarkt (= een plaats waar producten uit de hele
, wereld naartoe werden gebracht, om vanaf daar weer te worden doorverkocht)
- Omringende landen leefden in veel onrust
- Duitse Rijk: Dertigjarige oorlog (= een oorlog (1618-1648) waarbij veel Europese landen betrokken
waren)
- Engeland en Frankrijk: spanningen tussen vorsten en de adel.
→ Gouden Eeuw: een periode van economische en culturele bloei in de Republiek, tijdens de 17 e
eeuw.
Het einde van de Gouden Eeuw
- Er kwam steeds meer concurrentie met omliggende landen, omdat de onrust ging stabiliseren
(vanaf 1648)
- Frankrijk: werd bestuurd door Lodewijk XIV
- Absolutisme: een regeringsvorm waarin de koning alle macht heeft en zelf boven de wet staat.
- Mercantilisme: de economische leer volgens welke de staat de eigen economie kan stimuleren
door de export te bevorderen en de import te beperken.
→ handel ging achteruit → regenten gingen hun macht vaststellen door het bankwezen in te gaan →
burgers gingen lijden onder het falen van de regenten → burgers gingen hulp zoeken bij de
stadhouders.
→ Oranjegezinden (= behorend tot de partij die in de Republiek de stadhouders uit het huis van
Oranje steunde) vs staatsgezinden (= behorend tot de partij die de gewestelijke staten in de
Republiek als soeverein beschouwde en die zich verzette tegen een al te grote macht van de
stadhouder)
Rampjaar:
- Republiek kwam in oorlog met Frankrijk, Engeland en twee Duitse deelstaten → stadhouder werd
opnieuw aangewezen → oorlog werd uiteindelijk stilgelegd, maar London werd het nieuwe
economische zwaartepunt → regenten verloren hun machtspositie niet
→ oligarchie: bestuur door een kleine elite.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JamieBo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,32. Je zit daarna nergens aan vast.