Overzicht bacteriën
Enterobacteriaceae
Groei op Mc Conkey
Gram –
Vergisten glucose
Ox –
Escherichia, Klebesiella, Enterobacter, Proteus, Salmonella, Shigella, Providencia, Morganella, Yersinia,
Serratia, Hafnia, Citrobacter….
Oxidase pos vergisters (Vibrio)
Groei op Mc Conkey (Vibrio : zout!)
Gram –
Vergisten glucose
Ox +
Aeromonas en Plesiomonas, Pasteurella (groeit niet op McConkey)
Niet vergisters
Groei op Mc Conkey
Gram –
Pseudomonas, Acinetobacter, Xanthomonas
Moeilijke groeiers
Chocolade agar
Eikenella, Kingella, Capnocytophaga
Speciale groei VW
Haemophilus influenzae
Campylobacter
Helicobacter
Brucella Enkel op specifieke aanvraag
Bordetella pertussis
Legionella
Gram negatieve kokken
1. Neisseria
Onbeweeglijke gramnegatieve diplokok (koffieboon)
RO: kan blijven leven in WBC
Selectieve bodem: Thayer-Martin = specifiek voor gonokok met antibiotica
Incubatie: strikt aëroob + verhoogde CO2 spanning, 37°C
MALDI-TOF + PCR
a. Neisseria meningitidis
Overdracht: speekseldruppels
1
, Lumbaalvocht (droogt snel uit zo snel mogelijk enten of transport in buisjes met buffer)
Kolonisatie nasopharynx soms pharyngitis
Bloedbaan acute bacteriële meningitis (groene glans, zwelling hersenen druk op hersenen,
projectielbraken: recht vooruit braken)
Waterhouse-Friedrichsen syndrom (jonge kinderen – hoge mortalitiet): zeer ernstige complicatie:
begint met hoofpijn intravasale stolling huidbloedingen bijnierbloedingen shock
Groei op bloedagar en chocolade agar
Verschillende serotypes v/d meningokok
Profylaxe gevoelig (antibiogram)
b. Neisseria gonorrhoeae
SOA: infectie urogenitale tractus
Man: urethritis DRUIPER (etter) (geen opstijgende infectie)
Vrouw: opstijgende infectie: cervicitis, endometritis, adnexitis (of asumptomatisch)
Ook infecties rectum, pharingitis en conjunctivitis (oogvocht pasgeborenen)
Groei op chocolade agar, geen bloedagar
2. Moraxella catarrhalis
Commensale microbiota v/d bovenste luchtwegen
Gramnegatieve diplokok ≈ Neisseria ≈ koffieboontje
Sputum: commensaal pathogeen
Sputum = etter
Microscoop: talrijke diplokokken
Massieve groei op bloedagar
Endogene infectie (=infectie van bacterie die normaal in het lichaam aanwezig is):
immuniteitsdaling, recente virale infectie, COPD (longen beschadigd moeilijk ademhalen bv.
Zware rokers)
Sinusitis, otitis media, pneumonie
Infernale trio bij COPD (+ H. influenzae en pneumokok)
Groeit goed en snel op gewone bodems (kamertemperatuur)
Bloedagar: grijze, niet hemolytische kolonies (kunnen makkelijk verschoven worden over
bodem)
Antibiogram
MALDI-TOF
Gram positieve kokken
Staphylokokken Streptokokken
trosjes ketens
Katalase + Katalase -
Zie kokkenschema
1. Staphylokokken
a. S. aureus
Grampositieve kokken, trosjes
Geen sporenvorming, geen kapsel en onbeweeglijk
Coagulase positief
Belangrijk ziekenhuispathogeen (exogene infecties)
Community-acquired (endogene infecties)
Dragers in mond of neus
Verminderde weerstand opportunistisch pathogeen
2
, Huid (puist, blaasjes), luchtwegen (post-griep-pneumonie of sinusitis), diepe infecties
(sepsis, osteomyelitis, endocarditis), diarree
Virulentiefactoren
o Enzymes (lipase, protease, DNAse …)
o Hyaluronidase rol in destructie en invasie van weefsel
o Bescherming tegen complement en fagocytose
Tocines
o Enterotoxine: acute enteritis (besmet voedsel)
o Exfoliatief toxine: epidermolysis bij jonge kinderen
o Toxic shock syndrome
Labdiagnostiek
o Gemakkelijk groeiend (facultatief anaëroob)
o Bloedagar: bèta-hemolyse
o Groei op MSA: hoge zoutconcentratie (7,5%) dodend voor andere bacteriën
(hypertoon), afbraak mannitol zuurproductie geel
o DNAse positief voor meeste S. aureus spp. (streepenting op DNA agar + incubatie +
HCl neerslaan DNA + heldere zone)
o MALDI-TOF
o Coagulase: enzym dat bloedplasma doet klonteren
Tube test: opsporen vrij coagulase: zeer betrouwbaar
Slide test: opsporen gebonden coagulase: snel
Alternatieve methode
Antibiogram (penicilline, flucloxacilline, oxacilline)
MRSA (methyciline resistente S. aureus)
o Resistent tegen alle bèta-lactamantibiotica
o Heteroresistentie
o Duidelijk bij: 32°C, verlengde incubatieduur (48u), dikker inoculum, hoge
zoutconcentratie)
o Screening = opsporen van dragerschap (= niet ziek) v/e bepaalde kiem
Als voorbereiding op heelkundige ingreep bij landbouwer, eerdere MRSA
dragers of patiënten uit woonzorgcentra
3 wissers: neus, keel en perineum
b. CNS (coagulase negatieve staphylokokken)
Commensalen huid en slijmvliezen
Nosocomiaal pathogeen breed spectrum AB
Kathederinfecties, kunstkleppericarditis, prothese-infecties
Pathogeen vermogen: vaak onmogelijk onderscheid tussen bijbesmetting en infectie
S. sapropfyticus: cystitis bij jonge vrouwen of oude mannen, novobiocine R
Labdiagnostiek
o Coagulase negatief
o Bloedagar
o MALDI-TOF, API of moleculaire technieken
Pathogene species: S. saprophyticus, epidermidis, haemolyticus, hominis, warneri
2. Streptokokken
Commensale microbiota: slijmvliezen bovenste luchtwegen en gastro-intestinale tractus
Morfologie: diplokokken of lange ketens
Voedingsbodems aangerijkt met bloed of serum
3
, Indeling:
Hemolysepatroon
o Alfa-hemolyse
= groene verkleruing (Hb => metHb)
Viridansstreptokokken
o Beta-hemolyse
Productie hemolysine O of S lyse RBC in bloedagar
o Gamma-hemolyse of geen hemolyse
Serologie (volgens Lancefield)
o Met specifieke celwandantigenen
=koolhydraatantigenen
Aantoonbaar via specifiek antiserum
Lancefield classificatie: groepen A t.e.m. H en K t.e.m. V
A = S. pyogenes
B = S. agalactiae
D = groep D streptokokken [Enterokokken (behoort niet tot genus Streptococcus)
en niet-enterokokken]
o Zonder specifieke celwandantigenen
Bv. S. pneumoniae en sommige viridansstreptokokken
Opsporing agglutinatietechnieken (co-agglutinatie of latexpartikels)
Biochemische eigenschappen
a. Streptococcus pyogenes
beta-hemolyse
Lancefield groep A (StrepA)
Commensaal in de nasopharynx
Ook pathogeen pyogene infecties (ettervormend)
Pathogeen vermogen: huidinfecties, vleesetend, sinusitis, otitis, kraambed koorts,
toxine productie roodvonk
Complicaties: acute gewrichtsreuma of acute glomerulonefritis
Labdiagnostiek
o Bloedagar: schapenbloed
Hemolyse duidelijker incubatie in aerobe omstandigheden
Slijmerig hyaluronzuurkapsel
o Definitieve identificatie
Gevoelig aan lage concentraties bacitracine (papieren schijfje op enting)
(PYR-test: enige PYR positieve beta-hemolytische SRE)
Agglutinatie testen zijn belangrijkste conformatietest
Antibiogram niet noodzakelijk
b. Streptococcus agalactiae
Beta-hemolyse
Lancefield groep B (StrepB)
Morfologie: korte ketens, grampositieve kokken
Commensale flora: vagina, urethra, rectum (maar potentiële patogeen)
Neonatale infecties:
o Early onset (infectie voor of tijdens geboorte)
Snel evolutief shock of dood
o Late onset (infectie na geboorte)
4