Gehele samenvatting psychopathologie met toetscriteria
13 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Psychopathologie
Instelling
Hogeschool InHolland (InHolland)
Boek
Psychiatrie, een inleiding
Een gehele samenvatting van 20 bladzijdes. Kort, maar samenvattend met alle beoordeling/toets criteria er in. Gaat over verschillende stoornissen, oorzaken en behandelingen. Ook over de DSM-5 en de hersenen.
Alle testen + vragenlijsten psychodiagnostiek volwassenen
begrippenlijst psychodiagnostiek volwassenen
Alles voor dit studieboek (164)
Geschreven voor
Hogeschool InHolland (InHolland)
Social Work
Psychopathologie
Alle documenten voor dit vak (22)
Verkoper
Volgen
lassen-02-pels
Voorbeeld van de inhoud
Psychopathologie
Bijeenkomst 1: Intro, afwijkend gedrag en classificatie
Uitleg begrippen
Psychopathologie is een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie dat zich bezighoudt met
het beschrijven van psychische stoornissen, oorzaken en behandelingen daarvoor. De psychiatrie is
een medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en behandeling van psychische
stoornissen.
Klinische psychologie is een tak van de psychiatrie die zich bezighoudt met de beschrijving, de
oorzaken en de behandeling van psychische stoornissen om het geestelijk welzijn te bevorderen.
Een psycholoog is iemand die de universitaire studie psychologie heeft voltooid. Een gz- psycholoog
is iemand die bevoegd is tot het diagnosticeren en behandelen van psychische stoornissen. Gz is
ook wel gezondheidszorg.
Een psychische stoornis is het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat
wordt gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren, en (persoonlijk) lijden. Een
psychiater is gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met psychische
stoornis, mag ook medicatie voorschrijven.
de visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden
Het biologisch perspectief:
Sinds de jaren 80 groeit de invloed van het biologische perspectief op de psychiatrie.
Hersenonderzoek begon, medicatie werd ontdekt en de derde versie van de DSM werd opgericht.
Deze editie was gebaseerd op het medische model.
Het zenuwstelsel bestaat uit neuronen. Dit zijn zenuwcellen die het lichaam van signalen voorzien.
Een neuron heeft een cellichaam, daarbinnen zit de celkern. In de celkern wordt zuurstof omgezet.
Uit de cellichamen komen vezels: dendrieten. Deze dendrieten ontvangen boodschappen van
andere neuronen. Elke neuron heeft een axon. Dit is een dun gedeelte waar zenuwimpulsen zich
langs voortplanten. Aan het uiteinde van de axonen zitten eindknopjes. Sommige neuronen zijn
bedenkt met een myelineschede, dit is een isolerende laag die de overdracht van neurale impulsen
vergemakkelijkt. Neurotransmitters zijn de chemische stoffen die neurale boodschappen van het
ene neuron naar de andere vervoert. De synaps of de synaptische spleet vormt de verbinding
tussen twee neuronen, hierlangs worden neurale impulsen doorgegeven. Elke neurotransmitter
heeft een eigen chemische structuur die alleen door één soort receptorplaats kan worden
opgevangen.
Psychofarmaca lijken de beschikbaarheid en werking van neurotransmitters in de hersenen te
beïnvloeden.
Het zenuwstelsel is op te delen in het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Het
centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
De achterhersenen
- De medulla: reguleert hartslag en ademhaling en beïnvloed slaap en niezen en hoesten.
- De pons: speelt een rol bij de ademhaling, en is betrokken bij functies die gaan over
aandacht en slaap.
- Het cerebellum: ook wel ‘kleine hersenen’ genoemd. Heeft te maken met het
evenwichtsgevoel en de motoriek.
,De middenhersenen verbinden de zenuwbanen van de achterhersenen en de voorhersenen.
Het reticulaire activeringssysteem: ‘RAS’, heeft te maken met aandacht, slaap en arousal. Begint in
de achterhersenen en loopt door tot de lagere voorhersenen. Dempende middelen zoals alcohol
onderdrukken de activiteit van het centrale zenuwstelsel en verlagen de activiteit van de RAS.
De voorhersenen
- De thalamus: is ook betrokken bij slaap en aandacht, geeft sensorische informatie door aan
de - cortex.
- De hypothalamus: is belangrijk voor de regulatie van de lichaamstemperatuur, concentratie
van vloerstoffen, opslag van voedingsstoffen, emoties en motivatie.
- Het limbische systeem: bestaat uit de hypothalamus, delen van de thalamus en andere
delen. Speelt een rol in leren, herinnering en basale driften zoals honger en agressie.
De basale ganglia: is betrokken bij coördinatie en motorische vaardigheden.
Het cerebrum: bestaat uit diverse hersenkwabben in de voorhersenen in de twee hersenhelften.
De hersenschors: Ook wel cerebrale cortex genoemd. Is het geplooide oppervlak van het cerebrum,
verantwoordelijk voor de verwerking van sensorische stimuli en aansturing van hogere mentale
functies.
De occipitaalkwab heeft te maken met zicht. De temporaalkwab gaat over geluiden en auditieve
stimuli. De pariëtale kwab gaat over de verwerking van tast, temperatuur en pijn. De sensorische
cortex binnen de pariëtale kwab ontvangt informatie van huidsensoren. De motorische cortex
binnen de frontaalkwab is betrokken bij de beheersing van spierresponsen. De prefrontale cortex
gaat over executieve functies zoals denken, probleemoplossing, impulscontrole en taalgebruik.
Veel psychische stoornissen hangen samen met afwijkingen in dit frontale hersengebied.
Afwijkingen in de hypothalamus hangen bijvoorbeeld samen met bepaalde slaapstoornissen.
Het perifere zenuwstelsel is op te delen in:
- Het somatische zenuwstelsel: is verantwoordelijk voor het transport van informatie van zintuigen
naar de hersenen en van de hersenen naar de skeletspieren.
- Het autonome zenuwstelsel: stuurt onbewuste lichaamsprocessen aan. Bestaat uit het
sympathische zenuwstelsel en parasympatische zenuwstelsel. Het sympathische zenuwstelsel wordt
ingeschakeld bij een bedreigende stimulus. Het kan dus een verhoogd arousel teweegbrengen.
Het parasympatische zenuwstelsel kan arousel verlagen en energiereserves aanvullen.
Het psychologische perspectief
Freud ging ervan uit dat psychologische problemen werden aangestuurd door onbewuste
motieven en conflicten. Hij maakt onderscheid tussen het bewuste, voorbewuste (als we onze
aandacht erop richten kunnen we er bewust van worden) en het onbewuste (dat wat buiten bereik
van ons bewustzijn ligt). Freud stelt dat onze persoonlijkheid drie psychische structuren bevat:
1. Id: Onbewuste psychische structuur die wordt aangestuurd door het lustprincipe.
2. Ego: Het zelf, vanaf het eerste levensjaar in ontwikkeling en volgens het realiteitsprincipe houdt
het ego rekening met wat sociaal geaccepteerd is binnen de wensen van de id.
3. Superego: Halverwege de kindertijd ontwikkelt het superego zich. Dit is de psychische structuur
die normen van anderen internaliseert en die als een moreel geweten werkt.
Volgens Freud gebruikt het ego afweermechanismen om het id te bedwingen. De realiteit wordt
met deze afweermechanismen vervormd om het zelf te beschermen tegen angstaanjagende zaken.
Voorbeelden van afweermechanismen zijn: verdringing, regressie, rationalisering, projectie,
ontkenning, sublimatie, reactieformatie en verplaatsing.
, Freud stelt dat de relatie van het kind met de wereld gedreven is door sensueel of seksueel genot.
Seksuele driften, de basale drift om het leven te beschermen en door te geven noemt hij eros.
Doods- of destructiedrift is de drift om spanning op te heffen door destructie.
Hij noemt vijf psychoseksuele stadia:
1. Het orale stadium (focus op mond)
2. Het anale stadium (focus op sluitspieren rond de anus)
3. Het fallische stadium (focus op erogene zones, oedipuscomplex)
4. Het latente stadium (focus op andere dingen)
5. Het genitale stadium focus op seksuele driften en gevoelens voor het andere geslacht)
Volgens Freud ontstaat er fixatie wanneer in één van de stadia te veel of te weinig bevrediging
was. Critici van Freud vinden dat hij te veel nadruk legt op de seksuele en agressieve impulsen en
te weinig op sociale relaties. Ook wordt er sceptische gekeken naar het id, ego en superego omdat
het niets meer lijkt dan een poëtische benadering van innerlijke conflicten.
Carl Jung spreekt van zowel een persoonlijk als een collectief onbewuste. Dit collectief onbewuste
bevat archetypen (primitieve beelden of concepten).
Egopsychologie: moderne psychodynamische benadering die zich meer richt op het bewuste
streven van het ego dan op het onbewuste streven van het id.
Objectrelatietheorie: Margaret Mahler meent met deze theorie dat het proces van scheiding van
de moeder gedurende de eerste drie levensjaren cruciaal is voor de ontwikkeling van de
persoonlijkheid. Volgens psychodynamische theorie nemen we delen van belangrijke ouderfiguren
in onze eigen persoonlijkheid op door introjectie. Mahler hielp haar cliënten om onderscheid te
maken tussen eigen gevoelens en die van geïncorporeerde objecten.
De hechtingstheorie is een psychodynamische visie waarbij de interactie tussen kind en omgeving
bepalend wordt geacht door de wijze waarop een kind zich emotioneel en cognitief vormt.
Sociaal-culturele perspectief
Sociaal-culturele theoretici zoeken de oorzaken van afwijkend gedrag eerder in fouten van de
maatschappij dan in de persoon. Sommige radicale psychosociale theoretici ontkennen zelfs het
bestaan van psychische stoornissen of geestesziekten.
Sociaal-culturele theoretici tonen het belang van de sociale stressoren die kunnen leiden tot
afwijkend gedrag. Mogelijke factoren zijn gender, etniciteit en levensstijl. Over het algemeen
neemt het risico op ernstige psychische stoornissen af naarmate het inkomen toeneemt. Ook
tussen etnische subgroepen kunnen verschillen bestaan.
Je kan uitleggen hoe normaal gedrag en afwijkend gedrag zich tot elkaar verhouden en hoe
omgegaan wordt met de DSM5-classificatie.
De meest gebruikte criteria om te beoordelen of er sprake is van afwijkend gedrag zijn:
1. Uitzonderlijk
2. Sociaal afwijkend
3. Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
4. Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
5. Ongepast of contraproductief gedrag
6. Gevaar
Wanneer er overeenkomst met één of meerdere bovenstaande criteria is wordt er besloten of er
sprake is van afwijkend gedrag.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lassen-02-pels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.