LIMBO 1: module 7: verschillen tussen leerlingen on onderwijs
1 INLEIDING
Leerlingen kunnen van elkaar verschillen op vlak van:
Voorkennis
Intelligentie
Leerproblemen
Geslacht
Leeftijd
..
De diversiteit in de leerlingenpopulatie neemt nog steeds toe
dit komt door 2 maatschappelijke evoluties:
Toenemende migratie:
- dit komt omdat mensen (wereldwijd) niet meer op één dezelfde plaats verblijven
gevolg: leerlingen met verschillende etnische achtergronden, verschillende moedertalen en
diverse religies komen in ons onderwijs terecht:
- 2018-2019: 4293 anderstalige nieuwkomers in voltijds SO (= 1% van de totale populatie)
- 2014-2015: 2502 anderstalige nieuwkoers (= 0.60% van de totale populatie)
= een verdubbeling van het aantal anderstalige nieuwkomers op 4 jaar tijd!
Toename in het aantal leerlingen met een specifieke behoefte:
- Specifieke onderwijsbehoefte = onderwijsbehoeften als gevolg van langdurige en belangrijke
participatieproblemen die te wijten zijn aan het samenspel tussen:
1 of meerdere functiebeperkingen op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuigelijk vlak
Beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten
Persoonlijke en externe factoren
- Leraren geven aan dat ze steeds meer leerlingen in de klas hebben met leer- en
gedragsproblemen, en vinden het niet makkelijk om hiermee om te gaan.
de grootste groep van leerlingen met specifieke leerbehoeften, bevinden zich in het BSO
(maar je vindt deze leerlingen ook terug in andere onderwijsvormen)
peiling burgerschap van 2016 in de derde graad van het %ouders die aangeeft dat hun kind
een leerprobleem heeft:
27% BSO
22% TSO en KSO
9% ASO
meest voorkomende problemen:
1) dyslexie
2) ADHD
3) dyscalculie
He aantal leerlingen dat buitenschoolse hulp krijgt (bv: logopedie) is ook aan het toenemen.
DUS: er is een toenemend aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die nood
hebben aan andere of extra ondersteuning binnen of buiten de reguliere schoolcontext
dit komt door:
Inclusieve beleidsmaatrelen (M-decreet): leraren en scholen gaan een strenge regel
hanteren over wat een ‘modale leerling’ is, waardoor leerlingen sneller een ‘label krijgen’
Grote bekommernis bij de ouders/ verminderde draagkracht van de school gaan
sneller problemen detecteren en een diagnostisch traject opstarten
1
,2 HOE OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN?
2.1 Visies op omgaan met verschillen tussen leerlingen
Nu: leraren en andere onderwijsprofessionals zijn meer alert voor de kenmerken en noden van
individuele leerlingen
DUS: er is een grote gevoeligheid ontstaan voor de verschillen tussen leerlingen
“elke leerling heeft recht op het beste onderwijs”
hierover zijn er 2 visies:
Child-deficit visie
Inclusievisie
Child-deficit visie
= vertrekt vanuit een tekort bij de leerling
“leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben vanuit deze tekorten nood hebben aan
gespecialiseerde begeleiding en aanpak op hun maat” (dus leerlingen hebben tekorten en daarom
hebben ze die specifieke behoeften nodig om de tekorten op te lossen)
leerlingen worden hierbij gezien als fundamenteel verschillend van hun klasgenoten
Sommige aanhanger van deze visie beweren dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
onderwezen moeten worden in een aangepaste omgeving (bv: buitengewoon onderwijs)
buitengewoon onderwijs heeft een ruime expertise in het ondersteunen en begeleiden van
leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften:
Dove leerling: krijgt les in gebarentaal (samen met andere slechthorende en dove leerlingen)
MAAR deze visie vind je ook terug in een reguliere schoolcontext!
heel wat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen een andere behandeling dan hun
klasgenoten (= binnenklasdifferentiatie)
ook hierbij wordt er vertrokken van tekorten bij de leerling
MAAR deze visie krijgt ook kritiek omdat hierbij de nadruk gelegd wordt op de tekorten van de
leerlingen en NIET wat de oorzaken kunnen zijn van deze tekorten! (dus er wordt geen rekening
gehouden met de contextfactoren)
toch neemt deze visie vaak nog de bovenhand in de praktijk!
2
, Inclusievisie
= leerlingen met verschillende problemen moeten zoveel mogelijk gelijk behandeld worden
ze zeggen dat een klasgroep/ school een weerspiegeling zou moeten zijn van de diversiteit in de
samenleving
DUS: hierbij wordt de diversiteit in de klas dus NIET gezien als een probleem, maar als een troef!
Deze visie komt overeen met het model “Universal design for learning (UDL)”
hierbij wordt er expliciet gepleit TEGEN verschillende behandelingen voor verschillende groepen
leerlingen
dit model zegt dat het onderwijs op alle vlakken afgestemd moet zijn op zoveel mogelijk
verschillende leerlingen
DUS: het onderwijs moet zich richten op de mogelijkheden van alle kinderen om te leren en te
ontwikkelen op verschillende manieren (en dus niet alleen de leerlingen met tekorten anders
(voordelig) gaan behandelen) de leeromgeving moet aangepast zijn aan de kenmerken van IEDERE
leerling, en dus niet enkel aan de leerlingen die specifieke onderwijsbehoeften hebben!
WANT alle leerlingen hebben baat aan specifieke maatregelen en hebben hier dus ook evenveel
recht op!
voorbeelden van deze maatregelen zijn:
voor alle leerlingen een voldoende groot lettertype gebruiken
alle leerlingen 20% extra tijd geven voor het maken van toetsen/ examens
tekstmateriaal digitaal ter beschikking stellen (zo kunnen leerlingen het tekstmateriaal integreren
in de basistekst)
..
In deze visie gaan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hun tekorten dus niet als “tekorten”
ervaren WANT in het UDL-model wordt er uitgegaan van diversiteit en NIET van tekorten!
Conclusie
Beide visies benadrukken het belang van differentiatie:
Child deficit visie: differentiatie is enkel gericht op leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
(bv: enkel de leerlingen met ADHD mogen een koptelefoon gebruiken)
Inclusievisie: differentiatie waarvan alle leerlinge profiteren (bv: alle leerlingen mogen een
koptelefoon gebruiken)
2.2 Van segregatie naar inclusie in Vlaanderen
Er is een verschuiving (in Vlaanderen, maar ook internationaal) van segregatie naar inclusie omtrent
het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Deze evolutie gaat gepaard met de internationale ontwikkelingen rond de rechten van personen
met een handicap (in 2009 bekrachtigden de Belgische overheden het VN-verdrag)
- dit verdrag bepaalt dat mensen met een beperking (= 10% van de wereldbevolking) recht
hebben op een goed leven en een volwaardige deelname aan de maatschappij (dus ook aan
het onderwijs)
- dit verdrag resulteerde in wijzingen op Vlaamse beleidsniveau en in het zorgbeleid op school!
DUS: streefdoel = inclusief onderwijs
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliestegen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.