Recht
INLEIDING TOT HET RECHT
1. DEFINITIES
1) Recht is een geheel van regels en instellingen die op een bepaald tijdstip in een
bepaalde gemeenschap (1) gelden en op haar gezag (2) is vastgesteld.
(1) Tijds- en plaatsgebonden: gemeentelijke GAS-regels (gemeentelijke
administratieve sancties), doodstraf op homohuwelijk in Iran, Vlaams-Waals gewest
verschillen (vb: verlaten van bebouwde kom)
(2) Straf wanneer je de regels niet volgt
2) Recht is een systeem van instellingen en regelingen dat in zijn geheel op een
dwingende wijze de uiterloijke aspecten van het samenleven ordent en bevordert.
3) Recht is een stelsel van dwingende leeregels uitgevaardigd tot beveiliging van
menselijke belangen welke in het contact der samenleving in het gedrag dreigen te
komen.
2. IS RECHT (ALTIJD) RECHTVAARDIG?
Beïnvloedende factoren:
+ Geld: advocaat (beste worden aangeschaft door mensen met het meeste geld) + mensen
met genoeg geld kunnen straffen weg of omkopen
+ Wetten in het land
+ Procedurefouten (vormverzuim) is het verwaarlozen of niet in acht nemen van
vormvoorschriften in een proces of door een bestuursorgaan.
- Vrijkomen omdat het bewijs niet op de juiste manier is gevonden
- Limburgse drugsbaron moest vrijgelaten worden omdat aanhoudingsbevel niet
ondertekend was door de onderzoeksrechter
DE ZAAK DUTROUX (1996)
+ Onderzoeksrechter Connerat
+ Connerat werd onpartijdig bevonden want hij woonde een etentje van de tegenpartij bij
+ Advocaat van Dutroux stelde een wraakingsverzoek
Wraakingsverzoek is het verzoek om een rechter in een bepaalde zaak te vervangen,
omdat hij partijdig zou zijn.
˖ Publieke opinie: onrechtvaardig dat degene die de meisjes had teruggevonden van de
zaak moest verdwijnen
,Recht
3. KENMERKEN VAN HET RECHT
1) HET RECHT IS EEN GEHEEL VAN (GEDRAGS)REGELS, REGELINGEN EN
INSTELLINGEN
HET RECHT IS EEN GEHEEL VAN (GEDRAGS)REGELS
a) Gebodsbepaling
+ Een verplichting, iets wat je moet
+ aangifteplicht (geboorte), leerplicht, opkomstplicht (geen kiesplicht), (vroeger)
dienstplicht
b) Verbodsbepaling
+ Een verbod, dit mag niet volgens de wet
+ Bevinden zich in het strafwetboek (strafrecht)
+ strafrecht, polygamie (met meerdere mensen gehuwd zijn), oneerlijke
handelspraktijken
c) Verlofbepaling
+ Een toelating, iets wat mag maar niet moet (mogelijkheid)
+ wettelijk vs feitelijk samenwonen, indexeren van woningshuur; huurprijs verhogen
naarmate de inflatie vordert
d) Louter technische regels
+ Hebben geen invloed op ons gedrag
+ Dienen om het rechtsapparaat te laten draaien
+ akten voor de Burgerlijke Stand (huwelijk, geboorte, overlijden), inhoud van een
dagvaarding (oproep om voor de rechter te verschijnen)
e) Individuele beslissingen
+ Geen algemene draagwijdte
+ vonissen of arresten, bouwvergunningen, benoemingen
HET RECHT OMVAT HET GEHEEL VAN REGELINGEN EN INSTELLINGEN
a) Abstracte normen die een algemene draagwijdte hebben en die op iedereen van
toepassing zijn.
b) Regelingen die geen regels of normen zijn
+ Beschikkingen die een indviduele draagwijdte hebben (benoemingen,
naamsverandering)
+ De rechtspraak
c) Regels met betrekking op de instellingen van het land
+ Staatsstructuur: samenstelling, werking en bevoegdheid van de wetgevende, de
uitvoerende en de rechterlijke macht
+ De gerechtelijke organisatie: de samenstelling, werking en bevoegdheden van de
rechtbanken
,Recht
2) HET DOEL VAN HET RECHT IS HET ORDENEN VAN DE SAMENLEVING
ER IS IN DE SAMENLEVING EEN TOENEMENDE ‘JURIDISERING’ MERKBAAR
Juridisering van de samenleving is een politiek verschijnsel waarbij steeds meer zaken
juridisch worden vastgelegd (steeds complexer) om zo de staatsmacht te legitimeren en
daarmee te vergroten (infiltreren van het recht)
˖ Importatie van recht op terreinen waar het vroeger ondenkbaar was
˖ Milieurecht, regelgeving omtrent doop-en andere studentkoze activiteiten, recht zit nu
ook in sport verweven, gezondheids- en medisch recht (abortus, epidurale of
keizersnede bij bevalling)
HET RECHT IS EEN INSTRUMENT OM HET SAMENLEVEN IN GROEP MOGELIJK
TE MAKEN
+ Recht als instrument voor de “maakbaarheid” van de maatschappij
+ Ideologische stromingen: afspiegelingen van waarden (maatschappelijke tendensen)
die historisch zijn gegroeid
+ Recht is geen doel op zich, maar een middel
+ Middel om bepaalde beleidopties te realiseren, het uitstippelen van zo een beleid of doel
is een politiek gebeuren en is dus geen wezenlijk kenmerk van het recht
+ Vb: tax betalen op verkoop van sigaretten, als je zonnepanelen plaatst kan je dit
aftrekkken van je belastingen
IDEOLOGISCHE STROMINGEN (LEZEN)
Recht en regels zijn een instrument in handen van machtshebbers om ons in een bepaalde
richting te sturen om de samenleving op een bepaalde manier te ordenen, volgens hun
inzichten
a) Franse revolutie (1789): afrekening met de middeleeuwen
Liberalisme gaat van start
Liberté (liberalisme): vrijheid Egalité (socialisme): gelijkheid Fraternité: broederschap
Open VLD Vooruit CD&V
˖ Streven naar individuele ˖ Iedereen moet gelijke ˖ Naastenliefde
vrijheid mogelijkheden krijgen ˖ Christen-democraten
˖ Zo weinig mogelijk taken ˖ Solidariteit
aan overheid
b) Industriële revolutie
˖ Uitvinden van machines
˖ Grote fabrieken nodig
˖ Veel mensen nodig om te werken
˖ Voor vele van de bevolkng is dat niet leuk/aangenaam: lage lonen, slechte
omstandigheden
˖ Socialisten gingen er niet mee akkoord
, Recht
SOCIALISME
˖ 19e eeuw: kinderarbeid
˖ Eind 19de eeuw: invloed van Karl Marx (tijd van Daens)
˖ Proletariaat is de armste klasse uit de samenleving die bestaat uit bezitloze arbeiders
˖ Arbeiders verenigen zich: oprichting van de Spaarkas en het Syndicaat
˖ 20ste eeuw: WOI
˖ 1917: Russische revolutie
− Tsaar aan het hoofd
− Volk had er genoeg van en wierp het regime omver, de Tsaar en de familie
werden geëxecuteerd
˖ Onstaan van 2 groepen socialisten
− Bolsjewieken: de radicalen, grepen de macht
− Mensjewieken: iets meer gematigd
˖ Onstaan van sociaal recht (tussen de eerste en tweede wereldoorlog)
– Geen kinderarbeid
– Enkelvoudige stemrecht
– Ziektefondsen
– VDAB en OCMW
COMMUNISME
˖ Lenin: eigendom mag niet meer bestaan, alles is van iedereen
˖ Schaft godsdienst af
˖ Mensen vluchten naar Frans sprekende landen
˖ Russische adel vlucht voor al het socialistisch geweld naar België (omdat de Russische
adel ook Frans spreekt)
NATIONALISME (TUSSEN WO EN WOII)
Duitsland verliest eerste WO (1) The great depression: 1920 (2)
˖ Moet gebieden afstaan en veel ˖ Vele vluchten naar VS
geld betalen ˖ Hitler wou al zijn grondgebieden
˖ Vele Duitsers woonden niet terug en bouwt het legersysteem
meer in Duitsland terug op
Begin WOII (3) Einde WOII: 1945 (4)
˖ Landen wouden hun gebieden ˖ Veel landen gaan er mee aan de
terug pakken slag om genoeg voorraad te
˖ België is ook slachtoffer: groot deel hebben
wil samenwerken met Hitler ˖ Wie voldoende brandstof heeft die
(collaboratie vd Vlaamse wint de oorlog
nationalistische elite)
Universiteit Leuven: jaren 60 (5) Gemeenschappen ontstaan en krijgen
˖ Lessen werden in Frans gegeven bevoegdheden (6)
˖ Studenten gaan protesteren want zij ˖ Ontstaan Vlaams Blok: radicale
willen lessen in het Nederlands Vlaams nationalistische partij
-> mogen mee in regering
Nu (7)
˖ Nu nog ruzie tussen rechtse en
˖ NVA en VB vertegenwoordigen meer dan
linkse Vlaamse nationalisten
de helft van kiezers op de dag van vandaag
˖ Vertegenwoordigers: Zuhal Demir
(minister van leefmilieu), Ben Weyts
(minister van onderwijs) en Jan Jambon
(de baas van hen allemaal)