Life events
1 Life events
1.1 Biopsychosociaal model
• Engel (jaren ‘70): het biopsychosociaal model
o Benadrukte de beperkingen vh traditionele biomedische model
▪ Legde te veel nadruk op lichamelijke aspecten & te weinig op sociale &
psychologische factoren
o Benadrukte het belang van omgevingsfactoren + de interpretatie ervan bij het begrijpen van
stoornissen & de behandeling ervan
▪ Vooral bij chronische aandoeningen
o Ondanks deze benadering blijft het biomedische model dominant in de geneeskunde
▪ Artsen hebben er geen tijd voor dus laten de ‘rest’ over aan de patiënt, de context &
andere zorgverstrekkers
▪ Onbewust leerproces → de manier waarop de arts is opgeleid
• Beck (2010)
o Focus op biologische componenten is ook aanwezig in de journalistiek
▪ Kranten berichten graag over onderzoek met hersenscans, terwijl ze niets nieuws
bevatten
o Maatschappij heeft de neiging om biologische verklaringen als overtuigender te beschouwen
dan psychologische of sociale verklaringen
• Frans Baar: de spirituele dimensie
o Het biopsychosociale model houdt rekening met 3 dimensies, maar spiritualiteit krijgt geen
plaats
▪ Spiritualiteit = waarden, waar je in gelooft, je kijk naar de wereld
o Frans Baar: tracht de spirituele dimensie te integreren in het model
3 bemerkingen bij het model:
1. Buitenste schil = somatische & psychosociale zorg
o Eerst aandacht naar deze dimensies met het medische aspect voorop
o Daarna aandacht op de binnenste kern
2. Kern = spirituele dimensie
o Niet zo direct toegankelijk als de andere 3
o Mensen ervaren moeite met het bespreken van grote levensvragen + voelen zich kwetsbaar
bij het uiten van intieme gevoelens
3. De mens moet holistisch benaderd worden
o De invloed vd ene dimensie op de andere wordt erkend
o Mensen kunnen ondersteuning vinden in de spirituele
dimensie om met lichamelijke pijn om te gaan
o Wordt weergegeven door pijlen van binnen naar
buiten
o De innerlijke kracht vd cliënt kan alles in een ander
licht zetten
Het model kan ons handvaten geven naar de begeleiding van cliënten toe!
• Leget: als zorgverleners niet zomaar aandacht hebben voor 4
zorgdimensies op zich
1
, o Belangrijk om oog te hebben voor samenhang & gelaagdheid
• De 4 aspecten hangen steeds samen met elkaar & zijn verbonden – maar: toch van elkaar te
onderscheiden
• Oog hebben voor de spirituele dimensie: leren luisteren naar vraag achter vraag + de betekenis
onder woorden
1.2 Brené Brown en de kracht van kwetsbaarheid
1. Wat geeft doel & zin aan ons leven?
o Verbinding
2. Wat is schaamte?
o Angst voor de verbreking vd verbinding
o We hebben er meer last van omdat we er niet over willen praten
3. Waar komt schaamte vandaan?
o Ondragelijke kwetsbaarheid: we hebben het gevoel dat we ons kwetsbaar moeten stellen
om verbinding te kunnen maken, maar eigenlijk willen we dat niet
o De kwetsbaarheid die we vinden, die we moeten uiten, die eigenlijk ondraaglijk wordt →
schaamte
4. Welke eigenschap hebben mensen die een heel sterk besef hebben van liefde en erbij horen, die
mensen niet hebben die dit besef niet hebben?
o Ze geloven dat ze het waard zijn, ze hebben een besef van eigenwaarde
5. Wat verhindert ons om verbinding te maken?
o De angst om het niet waard te zijn om de verbinding te maken, niet de angst om verbinding
te maken
6. Wat hebben mensen met een besef van ‘het-waard-zijn’ gemeenschappelijk?
o Hartelijke mensen:
▪ De moed hebben om onvolmaakt te zijn
▪ Kwetsbaarheid compleet omarmen
▪ De moed om zich kwetsbaar te tonen (=courage) + te tonen zoals die is
▪ Vertellen wie ze zijn met hun hele hart
7. Waarom worstelen we met kwetsbaarheid? Wat doen we dan meestal?
o Verdoven van onze kwetsbaarheid
8. Wat doen we nog?
o Verdoven van wat we voelen
o We kunnen niet selectief verdoven, we verdoven alles in een keer
9. Wat is een gezondere weg?
o Tevreden zijn met wie we zijn: ik ben genoeg/voldoende
o Ons laten zien zoals we zijn, lief hebben met ons heel hart, geloven dat we voldoende zijn
1.3 Life events
• Elke dag is een aaneenschakeling van gebeurtenissen & ervaringen → ze maken deel uit vh leven
o Ervaringen die in meerdere of mindere mate impactvol & betekenisvol zijn
o Mate van impactvol & betekenisvol wordt bepaald door:
▪ Kenmerken vd gebeurtenis of ervaring
▪ Beïnvloedende factoren & ervaren gevolgen, bv. stress
2
, 1.3.1 Een continuüm van gebeurtenissen en ervaringen
We spreken niet van negatieve ervaringen, maar van: onaangenaam, ingrijpend, destabiliserend
• Negatieve ervaringen = laat aanvoelen dat er geen positieve kant aan te verbinden is
o Maar toch kunnen ‘negatieve’ ervaringen positieve, verrijkende gevolgen hebben
• Onaangenaam, ingrijpend, destabiliserend = het impact voor het individu & het subjectief lijden
wordt geminimaliseerd
o Er wordt ruimte geboden voor er een genuanceerde betekenis aan te verbinden
Continuüm van minst ingrijpend tot meest ingrijpend
Dagelijkse ervaringen
Erbij horende meevallers & tegenvallers
Levensomstandigheden
Ingrijpende gebeurtenissen
Traumatische ervaringen
1.3.1.1 DAGELIJKSE ERVARINGEN
Dagelijks ervaringen: onze dag bestaat uit een aaneenschakeling van zowel positieve als negatieve
ervaringen.
• Negatieve dagelijkse ervaring = ervaring die onplezierig is, bv. in file staan, saaie vergadering, ruzie
met collega, …
o Zaken die we dagelijks tegenkomen, die ons onprettig doen voelen of ons stress geven
o Situaties die eindigen, waarin we keuzes hebben (bv. andere weg nemen, vergadering
verlaten) & die niet levensbedreigend zijn
• Maar: aangename dagelijkse ervaringen maken ook deel uit vh leven, bv. lekker kopje koffie,
verbindend gesprek, leuk berichtje, …
o Situaties die we als prettig ervaren, maar die ook een zekere mate van stress met zich
meebrengen
o Kunnen tegengewicht bieden aan minder aangename dagdagelijkse ervaringen
Dagelijkse ervaringen & hoe we die interpreteren hebben invloed op ons subjectief welbevinden.
1.3.1.2 ERBIJ HORENDE MEEVALLERS EN TEGENVALLERS
• Erbij horende tegenvallers → erbij horende pech
o Situaties waarin je eens goed vloekt, waarin je je afvraagt of dit alleen jou overkomt & of de
wet van Murphy stelt
▪ Wet van Murphy = als er iets mis kan gaan, dan gaat het ook mis
• Optimaal omgaan met deze situaties: situaties decoderen om te reageren met gepast gedrag
o Betekenis van situatie ontcijferen om snel te weten wat we moeten doen & hoe we best
handelen
o Cognitieve functies gaan onmiddellijk aan het werk: brein haalt oplossend vermogen boven
OF vooruit kijken naar wat volgt na deze onplezierige situatie (bv. flesje wijn na de saaie
vergadering)
1.3.1.3 EIGENLIJKE LIFE EVENTS: LEVENSOMSTANDIGHEDEN EN INGRIJPENDE GEBEURTENISSEN
Niet-exhaustieve benadering van life events → focus ligt voornamelijk op ongewenste gebeurtenissen &
ervaringen.
3