LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE
Emmy Govaert
[E-mailadres]
, INLEIDING EN SITUERING
- Verschil weten tussen leeftijdsdomein en ontwikkelingsfase
- Leeftijdsdomein (motorische, cognitieve, speltontwikkeling, seksuele, sociaal-emotioneel, sensorische,
lichamelijke, zintuigelijke, tekenontwikkeling, identiteitsontwikkeling, morele ontwikkeling)
- Foto’s zie ppt → welke ontwikkelingsfase, ontwikkelingsdomein
o Peuter, koppigheidsfase, de nee-fase,Identiteitsontwikkeling, sociaal-emotioneel
o Ouderdom, lichamelijk, motorische, fysiek
o Jongvolwassenheid, seksuele relatie, partnerkeuze,
o Baby, ook naar ouders kijken, prefrontale stukken ontwikkelen nog, hechtingsproces gaat
bepalen voor de verdere soc relaties
o Kleuters, cognitief, spelontwikkeling,
o
Menselijke ontwikkeling: universeel? Culturele,
Onderzoek, hypotheses,
raciale of etnische verschillen?
Wetenschappelijke bewijzen Unieke aspecten van het individu?
=wetenschappelijke studie naar groei, verandering en
stabiliteit van conceptie tot aan de dood
Groei en verandering tot het einde van
hun leven
‘levenslooppsychologie’
Ontwikkelen = “het veranderen van een aanwezige structuur”
ORIËNTATIE OP ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
- Wetenschappelijke studie (1) naar de patronen van groei, verandering en stabiliteit (2) die zich
voordoen bij toenemende leeftijd van conceptie tot aan de dood (3)
Om te begrijpen wat ontwikkelingspsychologie inhoudt, moeten we dieper ingaan op de
verschillende delen van de definitie hierboven:
1. Bij het bestuderen van groei, verandering en stabiliteit kiest de ontwikkelingspsychologie voor een
wetenschappelijke benadering (onderzoek, hypotheses en wetenschappelijke bewijzen)
2. Ontwikkelingspsychologie richt zich (vooral) op de menselijke ontwikkeling (menselijke
ontwikkeling: universeel, maar toch culturele – raciale en etnische verschillen + unieke aspecten
van een individu)
3. Hoewel de ontwikkelingspsychologie zich concentreert op de jeugd en adolescentie,
, ontwikkelt een mens zich in elke periode van zijn leven ( ‘levenslooppsychologie’)
o Men gaat ervan uit dat mensen in sommige opzichten tot het einde van hun leven blijven
groeien en veranderen
o Men denken dat elke periode de mogelijkheid voor groei en verval bevat en dat mensen hun
hele leven kunnen groeien en veranderen
KENMERKEN VAN ONTWIKKELING
- Gedurende de hele levenscyclus
- Gedragsverandering (winst-verlies)
o Bv. in het denken, heel concreet dingen kunnen waarnemen, waarneming zal ons soms
misleiden, In adolescentie ook abstract kunnen denken, met hyptohese kunnen denken,
toekomstgericht kunnen denken
o Bepaalde relfexen die verdwijnen
- Levenslang proces
o Verloop in tijd
▪ Het is geen momentopname, het is een filmpje, met subtiele veranderingen
o Houdt een voortgang in
- Het veranderen van een aanwezige structuur (d.i. een persoon in zijn geheel: lichaam als geest)
o De aanwezige structuur ontwikkelt, ont-vouwt, ont-plooit zich gedurende de hele levenscyclus
o Er treden bepaalde gedragsveranderingen gedurende de gehele levenscylcus
▪ Dit gaat over het…
• Verwerven van nieuwe mogelijkheden (winst)
• Verliezen van bepaalde functies of vaardigheden (verlies)
- Ontwikkeling heeft het karakter van een levenslang proces: “Ontwikkeling kent een verloop in de tijd
dat een vooruitgang boekt”
- Ontwikkeling = geen momentopname er is sprake van geleidelijke verandering
o Het begrip voortgang duidt op het feit dat ontwikkeling niet herhaalbaar is, veranderingen zijn
van meer of minder duurzame aard
o Vb. Een mens leert spreken. Eenmaal hij dit kan, blijft hij (onder normale omstandigheden)
gedurende zijn gehele leven over die mogelijkheid beschikken (duurzaam) en herhaalt het
proces van ‘leren spreken’ zich op latere leeftijd niet (voortgang)…
o Een uitzondering hierop: iemand heeft een auto-ongeluk gehad waardoor de hersenen zodanig
zijn beschadigd dat de persoon opnieuw moeten leren spreken
ACTUELE VRAAGSTUKKEN
CONTINU OF DISCONTINU ?
- Woordenschat, lengte → continu
o = Ontwikkeling gebeurt geleidelijk aan en de prestaties
vloeien op een bepaald niveau voort uit die van de vorige
niveaus
o Dit is kwantitatief: onderliggende ontwikkelingsprocessen
die de aanzet geven tot verandering blijven gedurende het
hele leven hetzelfde
, o Vb. Verwerven van woordenschat, verandering in onze lichaamslengte
- Discontinu, de eerste fase bereiken om door te gaan naar de volgende stap
o Vindt plaats in aparte stappen of stadia
o Elk stadia levert gedrag, gevoelens of gedachten op die kwalitatief anders zijn dan gedrag,
gevoelens of gedachten in eerdere stadia
o Ontwikkeling ‘beklimmen van een trap’ waarin elke stap overeenkomt met een rijpere manier
van functioneren
o Vb. Cognitieve ontwikkeling: het denken van kinderen verandert fundamenteel naarmate ze
ouder worden en die veranderingen zijn niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief
KRITIEKE PERIODE VS GEVOELIGE PERIODE
kritische/kritieke periode → vb. infectieziektnen, geen veilige hechting
- Prenataal: ongeboren vrucht heel vatbaar voor milieuinvloeden,
gevoelige periode → vb. taal leren
- Beter om taal te leren als je jonger bent
Kritieke periode Gevoelige periode
Specifieke periode in de ontwikkeling waarin Periode waarin bepaalde vermogens
een bepaalde gebeurtenis de grootste optimaal naar voor komen
consequenties heeft
– Hiervan sprake wanneer de
aanwezigheid van bepaalde soorten
omgevingsstimuli noodzakelijk zijn
voor een normale ontwikkeling
Vb. Marthe lijdt aan een ernstige Vb. Taal leren, …
oogafwijking doordat moeder Lieve in het
begin van haar zwangerschap rode hond
had gekregen. Mocht dit in de 30e week
gebeurd zijn, had Marthe dit waarschijnlijk
niet