Samenvatting van hoofdstuk 1,2,4,5 & 7. De meeste gemarkeerde begrippen in het boek zijn dikgedrukt in samenvatting, onderzoekers zijn rood gemarkeerd. Voor 1e jaars Pedagogiek-studenten aan het NHL-Stenden. Spellingsfouten en incorrecte grammatica zijn niet uitgesloten. Met deze samenvatting heb ...
Ethiek in sociaal werk
4e druk 2021, Jacquelien Rothfusz
Hoofdstuk 1, 2, 4, 5 en 7
Hoofdstuk 1. Moraal en sociaal werk
1.1 Normatieve professionaliteit: niet alleen de dingen goed doen, maar ook de goede dingen doen
Sociaal werkers moeten een aantal dingen hebben/doen:
- Technisch-instrumentele professionaliteit: beschikking van kennis, kunde en professionaliteit waardoor ze
effectief en efficiënt hun doelen bereiken. Efficiënt werken is alleen waardevol als je effectief aan de goede
doelen werkt.
- Normatieve professionaliteit: bewust zijn van normen, waarden en deugden (goede eigenschappen die het
handelen bepalen) die een rol spelen in jouw handelen. Kennis van je eigen moraal is belangrijk, dit moet je ook
kunnen uitleggen. Je bent bewust van morele vragen en het is ook een kwestie van hoe je met deze problemen
omgaat.
- Persoonlijke professionaliteit: sociaal werker is zelf, als persoon, zijn belangrijkste instrument.
Een sociaal werker moet kritisch kijken naar het eigen handelen, omdat je veel invloed kunt hebben op de kwaliteit van
leven. Dit kan door contant te reflecteren en te verantwoorden. Kenmerken van sociaal werk maken dit noodzakelijk:
- Kwetsbaarheid van mensen met wie je werkt
- Werken met gevoelige informatie
- Omgaan met macht
- Krachtenveld met verschillende belangen
- Werken met ouders, kinderen en jongeren.
In het sociaal werk gaat het bij normen en waarden volgens Kunneman over drie vragen: wat kan ik, wat mag ik en waar
sta ik voor? De overkoepelende deugd van sociaal werkers is professionele wijsheid, het vermogen om op basis van
argumenten de juiste keuzes te maken. Morele kwesties spelen op verschillende niveaus af. Deze niveaus staan in
verbinding met elkaar. Soms kunnen morele waarden op verschillende niveaus sterk verschillen met elkaar:
Niveau Waar de niveaus afspelen Morele kwesties
Microniveau Individuen en huishoudens Hoe moet je met mensen omgaan?
Mesoniveau Groepen, wijken en Morele keuzes over de missie van een instelling en de manier waarop
gemeenschappen ze daaraan willen werken
Macronivea Samenleving en beleid Hoe moet de samenleving worden ingericht?
u
1.2 Signaleren van morele problemen
Als sociaal werker moet je verantwoordelijkheid nemen voor je keuzes en handelingen. Je moet zorgen dat iets goed gaat
en bereid zijn om je te verantwoorden. Je moet open zijn over argumenten, waarbij je een onderscheid kunt maken:
- Taakverantwoordelijkheid: afspraken die binnen een organisatie gemaakt zijn.
- Deugdverantwoordelijkheid: gebaseerd op normen, waarden, morele plichten etc.
Het nemen van verantwoordelijkheid is niet altijd makkelijk. Het is wel belangrijk om verantwoordelijkheid te nemen:
- Een sociaal werker moet zich kunnen verantwoorden voor keuzes. Dit doe je door bewust bekwaam te zijn:
bewust van je kennen en kunnen en dit kunnen verbeteren. Door te reflecteren op jezelf kun je bewust bekwaam
worden.
- Morele problemen zijn vaak te complex om alleen op te lossen. Het is belangrijk om kritische vragen te stellen en
het probleem van meerdere kanten te bekijken.
1.3 Moraal
Voordat men bewust is van normen en waarden krijgen ze al mee wat goed en fout is. Later kunnen deze normen en
waarden veranderen door reflecteren. Morele vragen zijn vragen over goed en kwaad, morele opvattingen zijn
antwoorden op deze vragen. Moraal is het geheel van handelingen en gedrag die als gewenst worden gezien door de
maatschappij. Morele waarden zijn idealen van een groep mensen over wat goed is, waarvan uit morele normen
ontstaan (gedragsregels).
Moralen staan niet vast en kunnen veranderen met de tijd en plaats mee. Daarin kunnen wetenschappelijke en technische
ontwikkelingen een rol spelen: deze leiden tot nieuwe mogelijkheden en inzichten. Soms is het snel duidelijk wat het
antwoord is op een morele vraag, maar je kunt ook vraagtekens gaan zetten. Als waarden met elkaar botsen is er sprake
van een moreel probleem, wat kan ontstaan door nieuwe ontwikkelingen. De moeilijkste morele problemen heten
, ethische dilemma’s, waarbij je uit 2 alternatieven moet kiezen die beide te maken hebben met normen en waarden.
Voorbeeld: een sociaal werker betrokken is bij zijn client, maar dit botst met zijn professionele afstand.
1.4 Waarden, normen en deugden
Waarden zijn begrippen die omschrijven wat mensen waardevol vinden en waar ze naar streven (idealen). Het wordt vaak
omschreven in één woord. Normen zijn handelingsvoorschriften gebaseerd op waarden. Normen kunnen op verschillende
manieren worden geïnterpreteerd en kunnen tot conflict leiden Er zijn verschillende soorten normen:
- Morele normen: richtlijnen die aangeven hoe iemand moet handelen of hoe gedrag moet worden beoordeeld.
- Fatsoennormen: omgangsregels, conventies of ‘goede manieren’. Het is een etiquette over wat (niet) hoort.
De grens tussen morele en fatsoennormen is vaag en verschilt per cultuur. Kinderen leggen het verschil tussen
het overtreden van een morele en fatsoennorm uit a.d.h.v. 4 criteria:
o Ernst: morele normovertreding is erger
o Straf: straf voor morele normovertreding is zwaarder
o Regelcontingentie: morele normen zijn niet afhankelijk van toevallige regels
o Autoriteit: morele normen zijn niet afhankelijk van goedkeuring door autoriteit
- Juridische normen: sluiten aan op een opvatting over wat een goede maatschappij is en op morele regels die veel
mensen delen. Het is mogelijk dat een handeling tegen de wet ingaat, maar door mensen als moreel worden
gezien.
Een deugd is een vaste, goede eigenschap van een persoon waardoor hij moreel juist handelt, bijv. zorgzaamheid. Het kan
per cultuur verschillen wat een deugd is en wat niet. Bij een deugd heeft een persoon waarden verinnerlijkt.
1.5 Intuïtieve moraal
Mensen kunnen rationeel nadenken over morele vragen. Ook kunnen mensen moreel handelen op basis van intuïtie en
emoties. Verplaetse doet onderzoek naar intuïtieve moraal: de achtergrond van moreel gedrag in het dagelijks leven. Hij
onderscheidt 4 (instinctieve) intuïtieve moralen die iedereen heeft. Deze bepalen ons gedrag en onze opvatting over goed
en kwaad. Het verschilt in welke mate de persoon een moraal heeft:
- Hechtingsmoraal: het is goed om voor je naasten te zorgen. Het regelt hoe we omgaan met de mensen met wie
we verbonden zijn. Het gaat over hechting en empathie. Het hechtingsmoraal in sterker in de ‘in-group’.
- Geweldmoraal: het is goed om jezelf en je naasten te beschermen tegen bedreigingen. Als mensen het gevoel
hebben dat ze bedreigd worden, vinden ze vaak geweld rechtvaardig. Het kan om indirecte of directe
bedreigingen gaan. Het geweldmoraal is een systeem dat regelt hoe wij met (levens)dreigende situaties omgaan.
- Reinigingsmoraal: het is goed om jouw wereld zuiver te houden. Het regelt dat mensen reinheid koppelen aan
het goede en besmetting aan het kwaad. Als ze in aanraking komen met verkeerde dingen roept het walging op
en de neiging om het te reinigen (denk aan bijv. pedofielen). Het kan leiden dat minderheidsgroepen als
zondebokken worden aangewezen.
- Samenwerkingsmoraal: het is goed om constructief samen te werken. Regelt hoe mensen met elkaar
samenwerken en omgaan met mensen die de samenwerking bedreigd. Ook speelt het een rol bij collectieve
samenwerking.
1.6 Ethiek
Ethiek is een systematische reflectie op morele vragen op basis van rationele argumenten. Moralen kunnen instinctief
zijn, maar als professional moet je je wel kunnen verantwoorden voor keuzes. Dan is het niet genoeg om op je intuïtieve
moraal te beroepen: je moet met goede argumenten komen, waar ethiek voor nodig is. Er zijn 4 soorten ethiek:
Ethiek Definitie Voorbeeld
Descriptieve ethiek Algemene beschrijving van wat een groep mensen op een Beschrijving van manier
(beschrijvend) bepaald moment als het goede aanwijzen en als normen waarop verschillende
en waarden hanteren (moraal) bevolkingsgroepen over
eerwraak.
Prescriptieve/normatieve Voorschrift van een voorkeur voor bepaalde normen en Beroepscode
ethiek waarden en van hoe mensen behoren te handelen.
(voorschrijvende) Beroepsethiek; voor een bepaalde beroepsgroep
specifieke morele regels voorschrijven
Meta-ethiek Ethiek die belangrijke morele vraagstukken bestudeert. Wat verstaan we onder
Reflectie op betekenis, herkomst en geldigheid. goed of fout?
1.7 Morele ontwikkeling
Mensen houden zich aan normen en waarden, en gedragen zich moreel juist om 2 redenen:
- Schaamte: men vindt het belangrijk wat anderen van hen denken. Hierdoor houden ze zich vaak aan de regels. Bij
collectivistische culturen speelt schaamte een grote rol.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dout1986T. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.