Leerpad UDL
Inleiding
Diversiteit als normaliteit
Sierens 2007: diversiteit wordt beschouwd als een abnormaal gegeven: alles wat afwijkt van de norm
valt onder de noemer diversiteit. Mensen zien zichzelf dan als de norm, als de standaard.
Diversiteit moet we beschouwen als de norm.
De ander die afwijkt van die standaard, wordt dan gecategoriseerd onder één kenmerk = een
zogenaamde ‘doelgroep’ bv. migrant, homo, kansarme, …
Vb. meisjes met zelfde jurkje, maar ander huidskleur die ze zelf niet zien
Definitie diversiteit
Alle manieren waarop we van elkaar verschillen
- Onveranderbare verschillen: we worden er mee geboren bv. oogkleur, huidskleur, cultuur
- Veranderbare verschillen: ontstaan later in ons leven bv. kledingstijl, interesses, vaardigheden
- Zichtbare verschillen bv. leeftijd, huidskleur, sekse
- Onzichtbare verschillen bv. leertempo, economische status, seksuele voorkeur
In de klascontext zien we deze verschillen ook in
- Competenties: bv. sterk in samenwerken
- Interesses: bv. talen, wiskunde
- Leervoorkeuren en leertempo bv. leren door observeren of leren door te ervaren
Relevantie
Link met opleidingsonderdeel werkvelden en beleid
Wat is inclusief onderwijs
“een onderwijssysteem dat de participatie van alle leerlingen mogelijk maakt, ongeacht hun
achtergrond of ondersteuningsnoden”
Overzicht van het gemiddeld aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs:
Europa Minder dan 2%
Noorwegen, Italië, Lithouwen of Ierland (landen 1%
die inzetten op inclusief onderwijs)
België Meer dan 5%
➔ Vlaanderen scoort niet goed. Vlaanderen blijkt het meest gesegregeerde onderwijssysteem te
hebben van Europa waarbij men bijna vanzelfsprekend eerst in het apart onderwijs terecht
komt.
Voordelen inclusief onderwijs
Niveau van leerlingen:
- Stimuleert positieve sociale contacten, interactie en vriendschappen
- Verplicht om na te denken over redelijke aanpassingen waardoor het recht op ondersteuning
verzekerd is
, Niveau van leerkrachten:
- Vraagt om onderwijs af te stemmen op de noden van een klasgroep. Leerkracht = ontwerpen
van een uitdagende leeromgeving
- Scherpt de competenties van leerkrachten aan door hun repertoire aan onderwijsstrategieën
uit te breiden
- Nodigt uit om samen te werken met verschillende partijen, wat leerkrachten stimuleert om
samen met anderen te leren
Het wettelijk kader
België bekrachtigde het verdrag van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een
handicap op 2 juli 2009 (aanname 2006 en ratificatie 2009). Dit VN-verdrag zegt dat het een
basisrecht is om aan de samenleving deel te nemen en er deel van uit te maken. Ook toegankelijkheid
is een basisrecht volgens het verdrag.
Artikel 24 uit dat verdrag vraagt aan de landen die het verdrag bekrachtigden om inclusief onderwijs
op alle niveaus en voorzieningen voor een leven lang leren te waarborgen.
Dit houdt in dat landen redelijke aanpassingen moeten doen en doeltreffende maatregelen moeten
nemen opdat mensen met een handicap toegang krijgen tot alle vormen van onderwijs en er ook
effectief aan kunnen deelnemen, zonder discriminatie en op voet van gelijkheid met anderen
UDL en het zorgcontinuüm
In de regelgeving vinden we UDL terug tussen de mogelijke handvaten/kaders om inclusief onderwijs
mogelijk te maken. Het is namelijk zo dat UDL de brede basiszorg voor alle leerlingen in fase 0 van het
zorgcontinuüm versterkt én ook een krachtig instrument is in de andere fasen van het zorgcontinuüm.
Wat is het zorgcontinuüm nu ook al weer?
Het zorgcontinuüm wordt beschreven in vier fasen:
- brede basiszorg
- verhoogde zorg
- uitbreiding van zorg
- individueel aangepast curriculum.
De fasen zijn evenwel niet strikt te scheiden. Bij het voorzien van verhoogde zorg voor een
leerling, wordt de brede basiszorg immers verdergezet. De zorg voor een leerling wordt ook niet
stopgezet bij de start van een handelingsgericht diagnostisch traject in de fase van uitbreiding van
zorg. Omgekeerd kan een aanpak die wordt uitgewerkt voor een specifieke leerling tegemoet
komen aan de onderwijsbehoeften van andere leerlingen en zo een plaats krijgen binnen de
brede basiszorg of de fase van verhoogde zorg.
In fase 0, de fase van de brede basiszorg gaat het vooral over de leerkracht die in de klas voor een
leeromgeving zorgt die krachtig is en waar alle leerlingen tot leren komen. Kinderen worden
voldoende uitgedaagd én voldoende ondersteund. De leerkracht is de spilfiguur.
, In fase 1, de fase van de verhoogde zorg zijn er extra ondersteuningsbehoeften aanwezig waarbij
leerkrachten en zorgteam nauw samen werken en ook ouders als ervaringsdeskundigen worden
betrokken.
Indien de verhoogde zorg in fase 1 niet voldoende is, is uitbreiding van zorg vereist én zitten we in
fase 2. In deze fase wordt het CLB (= centra voor leerlingenbegeleiding) erbij gehaald. Er wordt
een handelingsgericht diagnostisch traject opgestart en er wordt bvb. een IQ-test afgenomen,
doorverwezen naar een REVA om een multidisciplinair onderzoek te doen.
Indien de aanpassingen niet mogelijk zijn binnen het gemeenschappelijk curriculum zal de stap
gezet worden naar een IAC (=Individueel Aangepast Curriculum
In de professionele bachelor in de orthopedagogie
Steeds meer studenten kiezen ervoor om stage te lopen in het onderwijs: ofwel via een
onderwijsstage ofwel via een inclusiestage. Studenten kunnen via deze stage een verschil maken in de
stagecontext onderwijs, mits de nodige handvaten en inspiratie om deze rol rijk in te vullen.
Via de stages zijn de studenten partners waarmee leerkrachten kunnen samenwerken waardoor we
via deze samenwerking kader en interventies moeten benutten die inclusief onderwijs mogelijk
maken
UDL
Universal Design Universal Design for Learning
• architectuur • onderwijs
• gebouwen ontwerpen voor een zo divers • les(materiaal) ontwerpen voor een zo divers
mogelijke groep mogelijke groep
• winst: minder duur, mooier, efficiënter, groter • vertrekpunt: diversiteit = meerwaarde!
bereik • Winst?
Winst UDL?
- Verschillende onderwijsbehoeften van individuele
leerlingen
- Positief effect voor de groep
- Eerlijker, geen ‘label’ nodig
- Daagt uit om de laat hoog te blijven leggen
- Zelf leerproces in handen nemen
- Redelijke aanpassingen realiseren
Oorsprong in de architectuur (universal design)
De term UDL is afkomstig uit de architectuur. Door artikel 2 uit het VNverdrag ging men gebouwen zo
ontwerpen dat ze voor een zo divers mogelijk groep toegankelijk zijn. Al van bij de start (in de
ontwerpfase) houdt men rekening met de realiteit van de diverse populatie (lees: ‘diversiteit als
normaliteit’). Ze wensen gebouwen te ontwerpen die door een zo divers mogelijke groep kunnen
worden gebruikt.
Dit zorgt ervoor:
- dat er geen aanpassingen achteraf moeten gebeuren
- (en is dus minder duur),
- is ook efficiënter dan individuele oplossingen,
- is esthetischer dan aanpassingen achteraf
- én heeft voordelen voor meer mensen.
, Definitie: “het ontwerpen van producten, omgevingen, programma’s en diensten die door iedereen in
de ruimst mogelijke zin gebruikt kunnen worden, zondert dat er een aanpassing of speciaal ontwerp
nodig is”
Universal design vertaald naar de onderwijscontext
Wanneer we dit vertalen naar de onderwijscontext gaat dit over een wettelijk kader om onderwijs zo
te ontwerpen dat het voor een zo divers mogelijke groep toegankelijk is. Al van bij de start (in de
ontwerpfase) houdt men rekening met de realiteit van de diverse populatie (lees: ‘diversiteit als
normaliteit’) waardoor men tegemoet komt aan diverse noden, sterktes, achtergronden en interesses
van leerlingen in het hedendaags onderwijs.
Dit vertaalt zich in :
- pro-actief te werk gaan (en minder aanpassingen nadat het probleem zich reeds stelt);
- flexibel omspringen met doelen, methoden, lesmaterialen, evaluatie;
- breed (universeel) toegankelijk maken van onderwijs;
- vertrekpunt: erkenning dat verschil/ diversiteit de realiteit/ meerwaarde is
Definitie Universal Design for Learning: “is het proactief ontwerpen van lesmateriaal, evaluatie, … op
een manier dat deze toegankelijk zijn voor iedereen, onafhankelijk van leerstijlen, noden en
beperkingen van de leerlingen”
Winst UDL
Wanneer we vanuit dit UDL-kader ons onderwijs gaan ontwerpen, levert dat een aantal voordelen op:
- komt tegemoet aan de verschillende onderwijsbehoeften van individuele leerlingen in een
klasgroep en bereikt dus een grote groep leerlingen;
- is efficiënter werken dan achteraf aanpassingen te doen of voor verschillende individuen
apart oplossingen te bedenken en daar dan allemaal rekening mee te houden;
- legt de nadruk op het positieve effect voor de groep en is minder stigmatiserend dan denken
in termen van aanpassingen voor een individuele leerling;
- is eerlijker omdat het ook tegemoet komt aan de specifieke onderwijsbehoeften van
leerlingen zonder officiële diagnose of attest;
- daagt uit om de lat hoog te blijven leggen, om elke leerling de kans te geven ‘expert’ te
worden in het eigen leren;
- stimuleert leerlingen om hun leerproces zelf in handen te nemen;
- is een opstap om redelijke aanpassingen te realiseren
Neurologische achtergrond
Om UDL te onderbouwen, baseren we ons op neurologische inzichten (CAST, 2015). Bij het leren zijn
drie gebieden (we spreken van netwerken) in de hersenen van groot belang. Er is sprake van een
wisselwerking tussen deze netwerken, maar zij bevinden zich elk in een ander deel van de hersenen
zoals verderop in de afbeeldingen te zien is. De drie hersennetwerken die van groot belang zijn bij het
leren:
- het affectieve netwerk bevindt zich in het midden van de hersenen. Het bepaalt WAAROM
we iets leren (monitoren en prioriteiten stellen);
- het herkenningsnetwerk bevindt zich in het achterste deel van de hersenen. Het bepaalt WAT
we leren (herkennen en opnemen van informatie + omzetten in bruikbare kennis);
- het strategisch (motorische) netwerk bevindt zich in het voorste deel van de hersenen. Het
bepaalt HOE we leren (plannen, uitvoeren en monitoren van acties en vaardigheden).