RECHT
DEEL 1: ALGEMENE INLEIDING TOT HET RECHT
1. RECHT: BEGRIPSOMSCHRIJVING
Alle straffen zijn sancties maar niet alle sancties zijn straffen
Straffen krijg je enkel bij een misdrijf (alles wat strafbaar is: diefstal, schending op
beroepsgeheim, opzettelijke verwonding, moord)
Straffen: gevangenisstraf, geldboete, werkstraf
Sanctie: schadevergoedingsplicht (vb bij iemand die een huurcontract niet naleeft)
Indicatieve regels: regel die u zegt wat is en niet anders kan vb 1+1=2
Gedragsregel: zegt wat wel anders kan maar niet anders mag vb niet smakken aan tafel
Rechtsregel: zijn gedragsregels die afdwingbaar gesteld zijn, die sancties kunnen
opgelegd worden door de overheid vb je moet stoppen voor een rood licht
Verschil tussen gedragsregels en rechtsregel
Als je rechtsregels niet naleeft kan je gesanctioneerd worden door de overheid. (meestal
door een rechtbank), bij een gedragsregel niet.
Recht
Gedragsregels
Afdwingbaar gesteld (= sanctioneerbaar gesteld)
Door de overheid
Opmerking: afdwingbaar gesteld is niet gemaakt, uitgevaardigd (rechtsregel hoeft niet
noodzakelijk door de overheid gemaakt te zijn om afdwingbaar te zijn) vb: huurcontract
wordt gemaakt door huisbaas maar kan gesanctioneerd worden door de overheid
2. HET DOEL VAN HET RECHT
Orde
Rechtszekerheid= weten wat er boven ons hoofd hangt als we ons misdragen (niet gelijk
aan rechtvaardigheid)
3. DE BRONNEN VAN MACHT
1
,= verschillende vormen waarin rechtsregels kunnen worden uitgedrukt
Rechtsbronnen:
De wetgeving
Federale wetten (wetten in enge zin): wetgeving gestemd door het federaal
parlement
Decreten en ordonnanties: wetgeving gestemd door de deelstaatparlementen
Beslissingen van de uitvoerende macht: Koninklijke besluiten, ministeriële
besluiten, gemeentelijke en provinciale besluiten
De rechtsgewoonte: gevestigde, ongeschreven gebruiken die door de gemeenschap als
bindende rechtsregels worden beschouwd
De algemene rechtsbeginselen: ongeschreven gedragsregels die op een bepaald moment
essentieel worden geacht voor de samenleving.
De rechtspraak: geheel van rechterlijke uitspraken: vonnissen, arresten en uitspraken
Sommige private regelgeving: overeenkomsten tussen
De rechtspraak is het geheel van rechterlijke uitspraken:
Vonnissen van de rechtbanken
Arresten van de hoven
Uitspraken van andere rechtscolleges
4. INDELING VAN HET RECHT
4.1 KLASSIEKE INDELING IN PUBLIEKRECHT EN PRIVAATRECHT
Rechtstakken: staatsrecht, administratief recht, strafrecht, fiscaal recht,…
Publiekrecht: gaat om rechtsregels over de overheid (wetgevende macht, uitvoerende
macht, rechterlijke macht)
Privaat recht: tussen burgers onderling (grootste schuif is burgerlijk recht)
(examen: welke schuif behoort tot welke kast, welke schuif zit in welke kast)
HET PUBLIEKRECHT
2
, Grondwettelijk recht: bevat fundamentele regels van publiekrecht (belangrijkste regels
over de inrichting en werking van de verschillende staatsmachten en de fundamentele
rechten en vrijheden van de burgers)
Bestuursrecht of administratief recht: regelt de werking en de structuur van de organen
van de uitvoerende macht
Strafrecht: bestaat uit de regels met betrekking tot het opleggen van strafsancties
Fiscaal recht: geheel van regels met betrekking tot het heffen en innen van belastingen,
btw, successierechten, zegelrechten, …
Gerechtelijk recht of procesrecht: regels mbt organisatie, bevoegdheid en de werking
van de rechtscolleges, de manier waarop men moet procederen, de rechtsmiddelen die
tegen een rechterlijke uitspraak kunnen worden aangewend (beroep, verzet), de
uitvoering van rechterlijke uitspraken
Gerechtelijk privaat: gerechtelijk recht van toepassing op geschillen van
privaatrechtelijke aard
Strafprocesrecht of strafvorderingsrecht: voorschrijft hoe misdrijven worden
vervolgd en bestraft
HET PRIVAATRECHT
Handelsrecht: privaatrecht dat enkel van toepassing is op handelaars en op daden van
koophandel
Burgerlijk recht: regelt de verhoudingen tussen burgers in het algemeen
Personenrecht: wie rechten en plichten heeft ten opzichte van anderen
Familierecht: verhouding tussen echtgenoten, kinderen en ouders
Huwelijksvermogensrecht
Overeenkomstenrecht
Onrechtmatige daad
Zakenrecht
Erfrecht
Dit zijn rechtstakken
4.2 INDELING OP BASIS VAN DE NORMERENDE WAARDE
(Rechtsregels moeten niet altijd nageleefd worden)
Aanvullend recht: recht waarvan je mag afwijken, op voorwaarde dat de partijen een andere
regeling hebben getroffen
Vb: recht mbt het wettelijk huwelijksvermogensstelsel
Je mag er maar vanaf wijken als je op voorhand een alternatieve regeling hebt
afgesproken.
Wettelijk huwelijksvermogensstelsel
3
, Eigen vermogen echtgenoot 1: goederen van voor het huwelijk & erfenissen,
schenkingen
Gemeenschappelijk vermogen: beroepsinkomsten
Eigen vermogen echtgenoot 2
Afwijken kan via huwelijkscontract bij de notaris
Vb: huwelijkscontract met scheiding van goederen
Eigen vermogen echtgenoot 1
Eigen vermogen echtgenoot 2
Dwingend recht: recht waarvan je niet mag afwijken
Dwingend recht van openbare orde: afwijking hiervan wordt gesanctioneerd met
absolute nietigheid (om het even wie kan deze nietigheid inroepen)
Vb monogamie in het huwelijk
Vb het volledig publiekrecht
Dwingend recht dat niet van openbare orde is: afwijking hiervan wordt gesanctioneerd
met relatieve nietigheid
Vb huwelijkstoestemming moet vrij zijn van wilsgebreken
(de partij die dat wilsgebrek alarm kan slaan en dat is de partij die onder dwang gezet is,
die heeft geleden onder dat wilsgebrek)
5. RECHTSFEITEN
Enkel kennen (en kunnen toepassen)
Rechtshandeling Menselijke handeling met beoogd rechtsgevolg
Beoogt: moet gewild zijn
Vb je slaat iemand op je gezicht, is niet omdat je wil gestraft worden dus het aspect beoogt
klopt niet dus geen rechtshandeling
2 soorten rechtsfeiten:
Rechtsfeiten die geen menselijke handelingen zijn maar die je overkomen: overlijden,
geboorte, verjaging
Rechtsfeiten die uit menselijke handelingen bestaan
6. RECHTSGEVOLG
Straf
Transfer van rechten of plichten (vb aan een koopovereenkomst)
Opheffing van rechten en plichten (bv na een opzegging van een arbeidsovereenkomst)
Doen ontstaan van rechten en plichten (vb wanneer een man een kind erkent)
7. VERBINTENISSEN
4