Recht & Onderneming
Les 1: 26/09
introductie
Les 2: 03/10
Wanneer van recht spreken? Regels -> 3 componenten:
- regels hebben die ordenen £
- regels kunnen afdwingen
- bestaande regels kunnen wijzigen
Indeling van het recht;:
- Nationaal recht -> internationaal recht; nationaal recht uit de werking van Belgische
wetgevers. Internat recht komt voor uit internationale bronnen.
Nationaal recht
- Privaat recht
- Publiek recht
Verschil privaat recht regelt verhoudingen tussen burgers onderling
Publiek recht: regels -> bepaald onze relaties tgv de overheid bv het recht om verkiezen of
verkozen te worden
Privaat recht:
- Het burgerlijk recht -> regelt relaties tussen burgers onderling vb: scheiden, huwen
Bron burgerlijk recht: burgerlijk wetboek (BW) + afzonderlijke wetten
BW -> evolutie aan de gang, wordt deel per deel herschreven, vernieuwd
- BW -> oud burgerlijk wetboek: nog niet herziene bepalingen
- Artikel 1382 OBW vanbuiten kennen
- BW nieuw: zijn anders genummerd S.20 20 ste artikel van boek S
- Het ondernemingsrecht -> recht voor ondernemingen -> WER: wetboek van
economisch recht en afzonderlijke wetten
- Aanbouwtechniek: in WER vindt je verschillende boeken terug die specifieke
materies regelen. Men werkt met romeinse cijfers
- Gerechtelijk recht (privaatrechtelijk procesrecht -> term in cursus
Recht om te sanctioneren
bepaalt welke rechters u hebt, welke rechtbanken, bepaald onze gerechtelijke
organisatie
procedures worden ook bepaald
gerechtelijk wetboek en afzonderlijke wetten
Publiek recht:
- Grondwettelijk weg (te vinden in grondwet)
o Je vind terug: staatstructuur (bepaald door grondwet)
o Rechten en vrijheden, vb: recht op onderwijs
o Beginselen (beginsel van de scheiding der machten : 1 wetgevende, 2
uitvoerende macht, 3 rechterlijke macht) deze machten moeten onafhankelijk
van elkaar zijn dus: geen bevelen geven aan elkaar
o principes
- bestuursrecht
o betrekking tot uitvoerende macht
- fiscaal recht
, o regelt relatie tussen een onderneming & overheid
o je hebt daarin wetboeken vb: belastingen, BTW
- strafrecht
o essentie: handelingen strafrechtelijk sanctioneel maken, vb: moord,
aanranding
o wordt vervolgd door openbaar ministerie
o handelingen die wij niet kunnen aanvaarden, de maatschappij gaat hem
aanklagen
o het strafwetboek + afzonderlijke wetten
o strafprocesrecht: bepaald regels over rechtelijke procedure als het gaat om
daden die verboden worden
Waarom maakt men het onderscheid tussen privaat en publiek recht?
-> het had te maken met soort regels dat je kon terugvinden in privaat en publiek recht
-> eigen aan privaat: heel veel regels van aanvullend recht, de regels bestaan maar burgers
kunnen daar van afwijken. Vb: u en ik zijn een onderneming en beslissen samen zaken te
doen, maar wat gebeurd er als er conflicten zijn en ik zeg om daarmee naar Antwerpen te
gaan maar de tegenpartij is in Gent, we kiezen voor Antwerpen dus de tegenpartij wijkt af
van Gent
- Regels van aanvullend recht: burgerlijk recht kan ook aanvullend werken (als er een
probleem is)
- regels van openbare orde/ afdwingend recht: kan je niet van afwijken
o afdwingend recht: ze zijn binden, beschermen een privaat belang vb
consumentenrecht
o openbare orde: maatschappelijk belang veiligstellen, absoluut niet van
afwijken
- publiek recht: veel dwingende regels, geen afwijkingen van openbare orde
- onderscheid moet gerelativeerd worden
- in sommige rechtsdomeinen zijn er zowel regels van publiek als privaat recht
o vb: sociaal recht: zit in -> arbeidsrecht (individuele arbeidsrecht & collectieve
arbeidsrecht), socialezekerheidsrecht (ziektevergoeding,…)
individueel: relatie werkgever en werknemer
collectief: overeenkomsten tussen groeperingen werkgevers en de
vakbonden, daar staan afspraken in die gelden voor iedereen die in
die sector zit (zit in het publiek recht)
- economisch recht
o bepalen gedrag van onderneming op de markt (geen machtsmisbruik)
o te maken met publiek recht en privaat
- geconfronteerd met juridisch probleem?
o zowel privaat als publieke regels toepassen
- Europees recht
o maakt geen onderscheid tussen de twee
- overheid meer en meer technieken uit privaat recht, dus ook beroep op privaat
o neemt meer en meer werknemers in dienst
o overheid doet niet meer onteigenen maar gronden aankopen
Internationaal recht
- internationaal privaat recht
o geeft regels aan die je moet toepassen als je een probleem hebt met een
buitenlands element
o internationale overeenkomsten; IPR = internationaal privaat recht
- volkerenrecht/internationaal publiekrecht
, o recht dat de relaties tussen landen onderling regelt en internationale
organisaties
o relativeren! Zowel publiek als privaat
Les 3: 04/10 (vanaf pg 15 in boek deel 1)
- Europees recht
o Binnen de Europese Unie (wij hebben stuk van onze bevoegdheden
overgegeven aan EU, dus zij kunnen regels geven die voor ook ons bindend
zijn)
Belangrijk hierbinnen:
Voorrang van het Europees recht (primeert altijd)
Beginsel rechtstreekse werking (u als burger kan beroep doen op heel
wat normen)
o Onze grondwet moet gelijk staan met Europees recht
Rechtstaat:
- Overheid die er in de eerste plaats is voor de burgers te beschermen tegen overheid
zelf, burgers, buitenlandse overheden
- Gevaarlijke landen hierbinnen: Hongarije, Polen, Slowakije
- Na WO II: Europees verdrag voor de rechte van de mens
Wetstaat
- Idee dat je via wetgeving er moet naar streven om meer gelijkheid onder de burgers
te krijgen
- Gelijkheid creëren, zwakke partijen beschermen
- Dwingend recht
3 staatsmachten
- Wetgevende (Wetgever) controleert uitvoerende macht
- Uitvoerende (regering)
- Rechterlijke macht (zij zullen toepassing maken, en bij inbreking op de wet zullen ze
sanctioneren)
-> 3 machten zijn onafhankelijk, ze werken wel samen en controleren elkaar
Democratisch beginsel
- Orgaan dat de wetgeving tot stand brengt wordt rechtstreeks gekozen
- In EU heb je ook de raad van ministers (27 ministers), een Europees parlement
Verschillende rechtsordes:
- Europese rechtsorde
o Na WO II
o 1952: EGKS verdrag (Europese gemeenschap voor kolen en staal)
Kolen = energie, staal = bewapening (willen samen werken met DUI), nu
afgeschaft
o Spill over: eerst economisch samenwerken daarna komt er wel een politieke
eenheid (is niet zo, iedereen heeft z’n eigen belangen)
o 1957: EEG (Europees economische gemeenschap), samenwerking maar na
een tijd ook samenwerking buiten op economische vlak
-> Het gaat van EEG naar EG (Europese gemeenschap)
, o Op dit moment 27 lidstaten in EU we waren met 28 (Britten)
- Politieke instellingen binnen EU
o Europees parlement, verkiezen we rechtstreeks
Zetel: Straatsburg (maandelijkse bijeenkomst)
Vergaderd ook in Brussel (commissievergaderingen)
Het is de medewetgever (samen met raad van ministers)
Goedkeuren van een begroting
o Raad van de Europese unie
Raad van ministers (raad wordt bepaald door materie)
Ieder land vaardigt 1 minister af (afspraken gewesten)
Brussel
Hoe beslist die raad van ministers? -> beslist bij gekwalificeerde
meerderheid (basisregel), m’n moet unanimiteit halen (iedereen moet
akkoord zijn)
Nationale belangen dienen (minister per land) vb. Belgische minister
van Financiën verdedigd de Belgische financiële belangen
Voorzitterschap (op dit moment Spanje, vanaf januari tot 30 juni
België)
o Europese raad
Staats en regeringsleiders van landen
Legt beleidslijnen EU vast, maakt geen wetgeving
Permanente voorzitter: nu Charles Michel
Vergaderd in het land dat het voorzitterschap waarneemt
o Europese commissie
27 commissarissen
Nemen van initiatieven tot wetgeving (geen wetgever)
Brussel
Als de commissie beslissingen neemt = collegiaal beslissen
Commissaris moet Europese belangen verdedigen (geen nationale)
o Hoge vertegenwoordiger
1 van die 27 commissarissen
Europese normen:
- Europees recht
o Primair (3 verdragen: Euratom verdrag, behandeld samenwerking op gebied
van kernenergie ; verdrag in zake de werking van de EU (VWEU), zit
economische samenwerking in ; verdrag betreffende de EU, zit
samenwerking op verschillende gebieden in)
o Secundair (3 bindende rechtsnormen)
Verordeningen -> wet waarbij m’n een algemene situatie wilt regelen,
geen bestemmeling, behoeft geen omzetting
Richtlijnen -> wel een bestemmeling (lidstaten), legt een verplichting
op lidstaten. Nationale wetgeving harmoniseren (eenvormig maken)
Er wordt altijd gewerkt met een omzettingstermijn, richtlijnen moeten
omgezet worden door de lidstaten in nationale wetgeving
Besluiten -> individuele toestanden regelen, wel een bestemmeling
(lidstaat of onderneming)
o Niet bindende rechtsnormen
Aanbeveling
Resoluties
De directe/rechtstreekse werking