HVAC & SANITAIR
HVAC = heating, ventilation en airCondition
INHOUDSOPGAVE
1: sanitair ................................................................................................................................................................................................. 2
comfort ................................................................................................................................................................................................................................... 2
soorten leidingen ............................................................................................................................................................................................................... 3
riolering ................................................................................................................................................................................................................................. 5
putten...................................................................................................................................................................................................................................... 7
Collector .............................................................................................................................................................................................................................. 14
sanitair warm tapwater .............................................................................................................................................................................................. 14
2: verwarming...................................................................................................................................................................................... 17
EPB-regelgeving .............................................................................................................................................................................................................. 17
Energiebalans .................................................................................................................................................................................................................. 17
Systeemrendement ......................................................................................................................................................................................................... 17
primaire energie ............................................................................................................................................................................................................. 18
verwarmingsinstallaties .............................................................................................................................................................................................. 18
verdeelnet........................................................................................................................................................................................................................... 21
warmteopwekking ......................................................................................................................................................................................................... 22
hydraulisch schema / regelschema ........................................................................................................................................................................ 28
3: verluchting / hygiënische ventilatie ....................................................................................................................................... 30
eisen ...................................................................................................................................................................................................................................... 30
type ventilatiesystemen ............................................................................................................................................................................................... 31
bypass + aww.................................................................................................................................................................................................................... 35
soorten luchtkanalen .................................................................................................................................................................................................... 35
filters voor WTW ............................................................................................................................................................................................................. 36
koelinstallaties ................................................................................................................................................................................................................. 37
1
,1: SANITAIR
COMFORT
SANITAIR COMFORT:
nodig om een sanitair comfort te bereiken:
Zuiver water (drinkwater), Toevoersystemen voor koud en warm tapwater, Afvoersysteem, Productie warm
water, ….
Rekening houden met:
Gezondheid, Zuinigheid, Duurzaamheid (denk aan de planeet, levensduur, flexibiliteit, productie, …), Privacy
(is belangrijk; een buitendouche waar iedereen je kan zien is niet toepasbaar)
THERMISCH COMFORT:
nodig om een sanitair comfort te bereiken:
Comforttempratuur, vermijden tocht, gelijkmatige tempratuur, luchtvochtigheid, Voldoende 02, afvoer CO en
CO2, afvoer chemische stoffen, afvoer van vochtoge lucht
Verschil verluchting & ventilatie
Verluchting: manueel bv. een raam openzetten
Ventilatie: Een constante, lucht toevoer of afvoer
wat is comfort? = behaaglijkheid mens in een omgeving, waarin alle gewenste activiteiten van
overleving tot luxe kunnen worden uitgevoerd.
Comforttempratuur
- mag +1,5 graden en -1,5 graden Celcius t.o.v. de gewenste tempratuur (van de klant)
- hangt samen met de evaluatie van vochtgehalte en luchtsnelheid (in combinatie met kleding)
Gemiddelde luchtsnelheid
- tracht steeds de luchtsnelheid (=tocht) te beperken tot 0,15 m/s
- comforteis over tocht tijdens de zomer is verschillend van de winter
vloertemperatuur:
- vloertemperatuur van een onverwarmde vloer = 17 – 18 graden Celcius
- vloertemperatuur van een verwarmde vloer = 26 – 29 graden celcius
2
, temperatuursgradiënt: temperatuur varieert in een ruimte!
Plafond,
hoofd
Grond,
voeten
Bij hoofd het warmste = niet ideaal à radiatoren,
Bij voeten het warmst = ideaal à vloerverwarming convectoren (warme lucht, geen straling),
plafondverwarming (wordt veel toegepast in magazijnen)
à koudeval bij vensters; bv. oplossen door een verwarming onder het venster te
plaatsen
SOORTEN LEIDINGEN
AANDUIDINGEN
- buitendiameter
aangeduid als ‘D’
uitgedrukt in mm
- binnendiameter
aangeduid als ‘d’
uitgedrukt in mm
de standaard voor afvoerleiding: 125 mm / 110 mm (voor woningen)
- nominale diameter
aangeduid als ‘DN’
is een onbenoemd getal dat op elkaar passende leidingonderdelen (buis, fittings, kranen) kenmerkt.
De nominale diameter benadert de binnendiameter (in mm) van de leiding
- wanddikte
Gestandaardiseerde waarde, meestal weergegeven als “s” (soms ook “e”).
Verschil sanitair en riolering?
SOORTEN LEIDINGEN: Sanitair = bovengronds
1. PVC (polyvinylchloride) Riolering = ondergronds
Eigenschappen:
- In verchillende kleuren;
Rood-bruin: WC-water
Grijs: regenwater/afvalwater van douche, wastafels, …
Wit:
- Gevoelig;
kan uitzetten of krimpen o.i.v temperatuur
à koppelstuk gebruiken, niet te lange buis gebruiken (max 6 m)
à altijd meer plek voorzien bij het uitgraven voopr deze mogelijke uitzetting (bv. wanneer er warm water
doorloopt zal de buis uitzetten)
Zijn niet zo sterk à wanddikte bepaalt de sterkte/stijheid
- Meest voorkomende: SN4 of SDR 41
3
, Buis komt bovendaks uit (niet
Meest gebruikelijk gebruikelijk bij woningen; wel
bij appartementen)
wc: 90-110 mm
Verbindingen:
≥ 110 mm: mof-verbindingen (synthetische rubber)
< 110 mm: glij- of lijmmof-verbindingen
Mannetje vrouwtje
RWA
= regenwaterafvoer
Buis 2
Buis 1 45
Buis 2
Tussen 80 – 160 mm
Buis 1
2. PE (Polyethyleen)
Eigenschappen:
- Altijd zwart
- Bestand tegen chemicaliën (gebruikelijk bij industriële toepassingen)
- Duurder
- Gevoeliger dan PVC aan uitzettingen en krimpen à dus vaak gebruik bij koude afvoeren
- Zorgvuldige uitvoering nodig om te plaatsen à met spiegellassen of elektrolasmoffen à droge montage
kan ook met PVC stukken tussen (doen ze niet vaak) (niet makkelijk te plaatsen + duur)
3. GRES BUIZEN
Eigenschappen:
- terracotta, geglazuurd (zorgt voor volledig waterdichtheid)
- max.1-2,5m
- geschikt voor industrieel afvalwater, openbare riolering,
- grote bovenlasten mogelijk, ook voor openbare riolering (je kan er dus over heen rijden)
- zeer sluitvast
- duur(zaam); kan je terug hergebruiken
Verbindingen:
- door gebruik van een dichtingsprofiel
(een ring + in elkaar schuiven)
Kuiltje voorzien
- door gebruik van een krimpmof
(= een PVC ring erop zetten en deze doen
smelten door de mof, deze smelt erond)
à duurt lang
4
, 4. BETONNEN BUIZEN
à openbare riolering, diameters van grote omvang
5. GIETIJZER BUIZEN
à voor geluidswerende toepassingen (bv. schacht die door de living loopt, in een dokterspraktijk, etc)
NUTSLEIDINGEN
= “energiebocht”
gevel
=> verticale snede van al de energietoevoer bij een woning, de
volgorde van deze enrgie is belangrijk en moet je volgen (water
ligt in de laagste buis om het bevriezen van water te voorkomen
bij vorst : hoe dieper hoe constanter de tempratuur)
RIOLERING
= afvoer
UIZETTINGSCOËFFICIËNT (EXPANSIE)
Uitzettingscoëfficiënt
(PE= het grootste)
Rekening houden met de expansie van de buizen door:
o Expansiebochten toepassen
o Axiale compensatoren (verbindingen die met een harmonieka systeem werken en dus kunnen uitzetten)
KEURING
Keuring privéwaterafvoer naar riolering (vanaf 1/07/2011):
Wanneer?
- Bij eerste ingebruikname
- bij belangrijke wijzigingen
- na vaststelling van een inbreuk
- bij aanleg gescheiden riolering op openbaar domein
Wat?
5
, - correcte scheiding privé-afvalwater en regenwater
- correcte aftakking toestellen (bad, wc) op de circuits
- afvoer hemelwater van verharde oppervlaktes (terras)
- infiltratie- en/of drainagevoorzieningen
= VERPLICHT (om RWA buizen te besparen van overstroming + duurzamer)
(= regenwaterput voorzien; dit water kan hergebruikt worden voor bijvoorbeeld het toilet te spoelen à
duurzaam aspect; wanneer deze regenwaterput vol zit zal de overschot geleidt worden naar de infiltratieput
(om de RWA buizen nog steeds te besparen; deze overschot zal in deze put infiltreren in de grond)
SOORTEN RIOLERING:
1. Ongezuiverd in een GEMENGD RIOLERINGSTELSEL
RWA DWA
à vroeger; regenwater (RWA) en afvalwater (DWA) in 1 buis = gemengd riool
(nu; gescheiden)
à leidingen liggen altijd rond de woningen (nooit bij de buren) Gemengd riool (vroeger)
RWA = REGENWATERAFVOER : proper water / DWA = DROOGWATERAFVOER : afvalwater
2. Ongezuiverd in een GESCHEIDEN RIOLERINGSTELSEL
à RWA en DWA in gescheiden buizen en gaat naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie
3. Ongezuiverd in een rioleringstelsel met INFILTRATIE OP EIGEN TERREIN
à RWA infiltreert in het grondwater OF komt terecht in een gracht +
à DWA ongezuiverd in een rioleringstelsel die naar een
rioolwaterzuiveringsinstallatie gaat (RWZI)
VERLUCHTING
Verluchting is belangrijk!
Een schacht loopt ALTIJD door tot boven je dak waar er kan verlucht worden
Bv. wanneer je twee wc’s hebt boven elkaar dan heeft deze luchttoevoer nodig om door te
trekken, anders zal de sifon leeggezogen worden en zal geuren kunnen vespreiden
Uitmonding van de verluchting
minstens 1m boven een raam +
Hoe? niet bij een raam of verluchting
o Primaire verluchtingsleiding van de buren + windrichtingen
= verlengde van de afvoer-standleiding
- Zelfde diameter
- recht, zonder verspringingen
- helling > 1 cm/m (1%) maar < 5 cm/m (5%)
o Secundaire verluchtingsleiding
= een aparte buis voor verluchting die op elk verdiep aansluit bij de afvoer-leidingen
- Aansluiting boven de hoogste overlooppeil
- Onderste aansluiting onder de laagst gelegen aansluit- of verzamelleiding (of op horizontale als < 1,5 m)
o Eindverluchtingsleiding
= aansluiting leiding op de verzamelleiding en tpv het
meest stroomopwaarts gelegen toestel - Via vals plafond mogelijk
6