Algemene ecologie in het vak biologie. De geschiedenis, abiotische en biotische factoren, samenlevingsvormen, processen in een ecosysteem, verstoring van het milieu
Algemene ecologie
Geschiedenis
1866 – Ernst Haeckel
Ecologie: ‘De studie van de relaties tussen soortgenoten, tussen soorten en tussen
levende en niet-levende natuur’
Na WO II – ecosysteemtheorie - Odum
Hoe complexer (diverser) een ecosysteem, hoe stabieler
Verzameling ecosystemen houden elkaar in evenwicht
1970 – maatschappelijk begrip/containerbegrip (een begrip dat zoveel kan betekenen dat het
eigenlijk niets betekent)
1975 – chaostheorie
Grotere complexiteit leidt tot instabiliteit
=> dynamische natuuropvatting waar toeval en onzekerheid een grote rol spelen
Abiotische factoren
Alle levende wezens zijn in de natuur afhankelijk van:
Licht
Bepaald door de plaats op aarde
Niet de totale hoeveelheid belangrijk, wel de spreiding over het jaar
Planten zijn autotroof stapelen energie op in suikers
o Licht is informatiedrager planten groeien naar het licht
Dieren en andere organismen zijn heterotroof halen hun energie uit andere
organismen
o Licht is ook informatiedrager dag- en nachtritme aanhouden (buiten
grottenbewoners of bewoners van de diepzee)
Warmte
Afhankelijk van het klimaat en de topografie op zuidgerichte helling heel ander
microklimaat dan op een noordhelling
Klimaat: factoren (wind, neerslag, temp, …) die we terugvinden in een gebied
Microklimaat: de omstandigheden op een kleine schaal zijn anders zijn dan je op
basis van het klimaat zou verwachten, vb moezelstreek: in dal dus ideaal microklimaat
voor wijn
Microreliëf: een geheel van kleine variaties in hoogte van het bodemoppervlak over
een korte afstand. (kan door de mens komen) invloed op microklimaat
Elk organisme heeft min en max temperatuur
Bewegingen tgv temperatuurverschillen veroorzaken wind
o Wind: groeibevorderende factor voor planten + belang bij bestuiving en
zaadverspreiding
Water
Komt op land terecht als neerslag, afhankelijk van klimaat
Aanwezig in oppervlaktewater (waterlopen en stilstaand water) en in de bodem
(grondwater)
Leefruimte voor organismen, transportmiddel voor plankton en chemische stoffen,
bouwsteen en inwendig transportmiddel
, Chemische stoffen
In lucht (atmosfeer), water (hydrosfeer) en vaste stoffen (lithosfeer)
Atmosfeer
o 78% N2, 20% O2, andere gassen (waterdamp, CO2, …)
o CO2: voor fotosynthese en klimaatregeling
o O2: voor ademhaling van aërobe organismen
o N: bouwsteen voor groene planten
Hydrosfeer
o Bestaat uit zoet (2,5%) en zout water (71% zee)
o Brak water: mengeling van zoet en zout water (bij ons Zeeschelde)
o In water allerlei chemische stoffen opgelost
Lithosfeer
o Bestaat uit chemische stoffen van de bodem en ondergrond
o Bodem: bovenste gedeelte van de aarde waarin planten groeien die er water
en mineralen uit halen. Hier leven ook heel wat dieren en organismen
Zand is droge grond wat houdt weinig
water vast
Abiotiek beïnvloedt de biotiek
Abiotische factoren vertonen schommelingen in de tijd
Op korte termijn (grote invloed op de biotiek)
Dag- en nachtcyclus
Werking van de getijden
Wisselende weersomstandigheden
Middellange termijn (grote invloed op de biotiek)
Seizoenswisselingen
Lange termijn
Klimaatsveranderingen => kunnen leiden tot aanpassing of verdwijning van
bestaande soorten OF ontstaan van nieuwe soorten
Biotiek beïnvloedt de abiotiek
Groeiende bomen veroorzaken voor de eronder groeiende planten een lichtarme
situatie => enkel schaduwplanten kunnen overleven + hier is afwijkend microklimaat
met hoge luchtvochtigheid en minder extreme temperaturen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper acools. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.