100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Integratie Pak vragen opgelost €7,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Integratie Pak vragen opgelost

 64 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat alle opgeloste pak integratie vragen die u moet voorbereiden voor het pak toets. Het is zeker de moeite waard om eens of meerdere keren door te lezen voor het examen om uw geheugen wat op te frissen. ( OPGELT DEZE BEVAT HET VAK BLOED 1 NIET !! )

Voorbeeld 4 van de 66  pagina's

  • 21 december 2023
  • 66
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
Mathias12
INTEGRATIE
BACHELOR 1
GENEESKUNDE

, Bachelor 1 GEN



Inhoud
GENETICA ............................................................................................................................. 7
1. Wanneer werd voor het eerst de structuur van DNA ontrafeld? ............................................... 7
2. Wat is een chromosoom? Wat is een gen? ................................................................................. 7
3. Hoe ontstaat een trisomie 21? .................................................................................................... 7
4. Wat is het effect van de leeftijd van de ouder (man en vrouw) op het ontstaan van genetische
afwijkingen bij de kinderen? ............................................................................................................... 7
5. Hoeveel nucleotiden, genen en chromosomen telt het menselijk genoom? ............................. 7
6. Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie? ................................................................. 7
7. Wat zijn de klinische kenmerken, genetische afwijking(en , herhalingsrisico’s en overerving bij
volgende ziektebeelden ...................................................................................................................... 8
Turnersyndroom ................................................................................................................................... 8
Downsyndroom .................................................................................................................................... 8
Klinefeltersyndroom ............................................................................................................................. 8
Fragiele X-syndroom ............................................................................................................................. 8
Mucoviscidose ...................................................................................................................................... 8
Familiale hypercholesterolemie ........................................................................................................... 9
Chorea van Huntington ......................................................................................................................... 9
8. Wat kan er met een karyotypering opgespoord worden? Wat niet? ......................................... 9
9. Wat kan er met een array onderzoek opgespoord worden? Wat niet? ..................................... 9
10. Wat kan er met FISH-analyse opgespoord worden? ............................................................... 9
11. Wat zijn de risico’s voor de zwangerschap en nakomelingen bij ouders die drager zijn van
een translokatie of inversie? ............................................................................................................... 9
Drager van een inversie ........................................................................................................................ 9
Drager van een translocatie ................................................................................................................ 10
12. Overervingswijze uit een stamboom kunnen afleiden.......................................................... 10
13. Wat is het verschil tussen een verlies-aan-functie mutatie en een winst-aan-functie
mutatie? ............................................................................................................................................ 11
Soorten puntmutaties......................................................................................................................... 11
- Missense mutatie leidt tot een aminozuursubstitutie .............................................................. 11
- Nonsense mutatie leidt tot een vroegtijdige stopcodon .......................................................... 11
- Splice site mutatie wijzigt de RNA-splicing................................................................................ 11
- Silent mutatie waarbij geen verandering is op eiwitniveau. ..................................................... 11
Verlies-aan-functie mutatie ................................................................................................................ 11
Winst-aan-functie mutatie.................................................................................................................. 11



2

, Bachelor 1 GEN



14. Wat zijn “copy number variations” in het genoom? ............................................................. 11
15. Wat is het verschil tussen een mutatie en een polymorfisme? ............................................ 11
16. Wat is het verschil tussen het exoom en het genoom? ........................................................ 12
17. Wat is het verschil tussen een oncogen en een tumorsuppressorgen? ............................... 12
18. Welke vormen van prenataal onderzoek bestaan er? Welke risico’s zijn hieraan verbonden?
Wanneer in de zwangerschap kunnen ze toegepast worden? Voor welke indicaties? .................... 12
PGD (Pre-implantatie Genetische Diagnostiek) .................................................................................. 12
NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test) = Screening (90%) en niet diagnose......................................... 12
Quadruple test .................................................................................................................................... 12
Vlokkentest ......................................................................................................................................... 12
Vruchtwaterpunctie ............................................................................................................................ 13
Navelstrengpunctie ............................................................................................................................. 13
Echografie ........................................................................................................................................... 13
19. Wat zijn de verschillen tussen dragerschap en predictief (presymptomatisch) genetisch
onderzoek? ........................................................................................................................................ 13
Dragerschap onderzoek ...................................................................................................................... 13
Predictief (presymptomatisch) onderzoek ......................................................................................... 13
20. Hoe verloopt de procedure van een predictief (presymptomatisch) genetisch onderzoek? 13
21. Wanneer kan predictief (presymptomatisch) genetisch onderzoek aangeboden worden bij
familiale vormen van kanker? ........................................................................................................... 14
22. Wat is het klinische belang van genomische imprinting? ..................................................... 14
23. Wat zijn de principes van multifactoriële (polygenische) overerving? ................................. 14
24. Welke rol spelen genetische factoren in het ontstaan van multifactoriële aandoeningen?
Leg hierbij het “liability/threshold” model uit. ................................................................................. 15
ARTS EN MAATSCHAPPIJ 1 .................................................................................................. 16
1. Voor en nadelen van het DSM-classificatiesysteem ................................................................. 16
2. Indicaties voor doorverwijzing naar AA bij alcoholverslaving. .................................................. 16
3. Welke (soort) verdedigingsmechanismen in de psychodynamische benadering en welke
betekenis heeft elk? .......................................................................................................................... 17
4. Inhoud en betekenis van het Big-Five model. ........................................................................... 18
5. Welke andere modellen zijn er voor het beschrijven van de persoonlijkheid? ........................ 18
6. Regie van de hersenen bij de stressrespons: welke componenten spelen een rol en wat zijn
hun effecten op korte en lange termijn? .......................................................................................... 19
FYSIOLOGIE ......................................................................................................................... 21
1. Celcontacten, receptoren en signaaltransductie. ..................................................................... 21




3

, Bachelor 1 GEN



CELCONTACTEN ................................................................................................... (op basis van functie)
21
RECEPTOREN ....................................................................................................................................... 22
SIGNAALTRANSDUCTIE ....................................................................................................................... 23
2. Definitie van moleculen die reversibel of irreversibel binden aan een receptor. .................... 23
3. Actiepotentiaal: alle stappen systematisch uitleggen............................................................... 23
4. Depolarisatie van een membraanpotentiaal van een zenuwcel: welke moleculen stromen in
welke richting. Wat gebeurt er met de waarde van de rustmembraanpotentiaal? ......................... 24
5. Repolarisatiefase van de actiepotentiaal: welke moleculen stromen in welke richting over de
celmembraan? Betekenis van absoluut refractaire periode voor geleiding. .................................... 24
6. Verschil in O2-binding tussen maternaal en foetaal hemoglobine: consequenties voor pO2 en
sO2. 25
7. CO-intoxicatie: moleculaire basis van het levensgevaar voor de patiënt. ................................ 25
8. Prikkelgeleiding: alle stappen systematisch uitleggen. Verschil prikkelgeleiding bij
gemyeliniseerde en niet-gemyeliniseerde zenuwcellen. .................................................................. 25
ANATOMIE ......................................................................................................................... 27
1. Incisieplaats bij acute luchtwegenobstructie ............................................................................ 27
2. Verschil lokalisatie orthosympatische en parasympatische kernen in ruggenmerg. ................ 27
3. Innervatiegebied van n. vagus................................................................................................... 27
31. Lieskanaal .............................................................................................................................. 42
32. Diepe veneuze circulatie onderste lidmaat (diep venuze thrombose) en anatomische relatie
met longembolen .............................................................................................................................. 43
33. Radiologische antomie .......................................................................................................... 44
RX-thorax: organen en grenzen hartschaduw. ................................................................................... 44
CT-scan bovenbuik: aanduiden organen ............................................................................................ 45
CT scan buik: aanduiden vaten en ducti ............................................................................................. 46
RX pols: aanduiden handwortelbeentjes. ........................................................................................... 48
RX-wervelkolom: aanduiden foramina. .............................................................................................. 48
Extra 48
HISTOLOGIE en CYTOLOGIE ................................................................................................. 49
1. Welke celorganellen zijn er: naam, plaats, functie, en al of niet omgeven door eigen
membraan? In ieder geval: celmembraan, kern, nucleolus, mitochondriën, Golgi-apparaat,
lysosomen, ribosomen, endoplasmatisch reticulum en centrosoom. .............................................. 49
2. Rol van microfilamenten, microtubuli, intermediaire filamenten en cytoplasmamembraan. . 50
3. Welk soort epitheel in huid, keelholte, bronchuswand, slokdarm, maag, dunne darm, ureter,
blaas, urethra?................................................................................................................................... 51



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mathias12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59063 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd