Inhoudsopgave
hoofdstuk 1: situering van sociologische theorieën over criminaliteit.............................................................3
1.1. klassieke theorie (1).......................................................................................................................................3
Historische context...........................................................................................................................................3
KENMERKEN VAN STRAFFEN............................................................................................................................3
Klassieke theorie (2)..............................................................................................................................................3
Evaluatie van de klassieke school (Cesare beccaria & jeremy bentham)........................................................4
1.2. Overgang naar sociologische theorieën........................................................................................................5
1.3. Grondleggers van de sociologische benadering............................................................................................5
Ecologische theorie – adolphe quetelet...........................................................................................................5
Economische theorie – karl marx.....................................................................................................................7
anomietheorie – emile durkheim.....................................................................................................................9
2.1. Chicago school.............................................................................................................................................13
context............................................................................................................................................................13
SOCIOLOGIE EN CRIMINALITEIT.....................................................................................................................14
concentrische zone-theorie van Burgess.......................................................................................................14
3.1. anomietheorie van R.Merton......................................................................................................................18
3.2. subculturentheorie van A.Cohen.................................................................................................................20
3.3. differentiële kansen-theorie van Rochard Cloward & Lloyd Ohlin...............................................................21
3.5. implicaties voor beleid.................................................................................................................................22
3.6. TE KENNEN LESTEKSTEN ANOMIETHEORIEËN.............................................................................................23
4.4. implicaties voor beleid.................................................................................................................................25
4.5. te kennen lesteksten....................................................................................................................................25
5.4. implicaties voor beleid.................................................................................................................................28
5.5. te kennen lesteksten....................................................................................................................................29
6.4. implicaties voor beleid.................................................................................................................................34
6.5. te kennen lesteksten....................................................................................................................................34
7.1. voorloper R. Dahrendorf..............................................................................................................................35
7.6. implicaties voor beleid.................................................................................................................................41
7.7. te kennen lesteksten....................................................................................................................................41
8.5. IMPLICATIES VOOR BELEID..........................................................................................................................44
8.6. TE KENNEN LESTEKSTEN..............................................................................................................................44
Extra: info over examen les 28/11......................................................................................................................45
,CRIMINOLOGISCHE SOCIOOGIE
HOOFDSTUK 1: SITUERING VAN SOCIOLOGISCHE
THEORIEËN OVER CRIMINALITEIT
1.1. KLASSIEKE THEORIE (1)
HISTORISCHE CONTEXT
Grote transities in de 18de en 19de eeuw in Europa
Van feodaliteit (gebaseerd op een band tussen leenman &
leenheer) naar moderniteit.
Van brutale lichamelijke bestraffing (=niet rationeel) naar op
regels gefundeerde, institutionele sanctie (=rationeel).
Fundamentele rechten van de mens.
Cesare Beccaria: dei delitti e delle pene over misdrijven en
straffen(1764 verlichtingstijd)
- Doelstellingen van straffen is preventie
- ‘Let the punishment fit the crime.’
- Visie van utilitarisme (mensen doen wat ze denken dat goed
is voor zichzelf en naasten)met homo rationalis (rationele mens)
onmogelijk maken om dezelfde vormen van criminaliteit nog uit te
voeren
KENMERKEN VAN STRAFFEN
- Openbaar
- Snel
- Noodzakelijk
- De ‘juiste’ straf
- Proportioneel hoe zwaarder de straf hoe zwaarder de strafmaat
(in verhouding)
- ‘nulla poena sine lege’ (geen straf zonder wet)
KLASSIEKE THEORIE (2)
Jeremy Bentham
- Criminaliteit is inbreuk op het ‘greatest happiness principe’
maximale geluk in de maatschappij dat door criminaliteit vaak
wegvalt of verminderd.
, - Achterliggende visie van de “hedontische calculus”
- Invloed op penologische en juridische praktijk
panopticon gevangenis = in het middelpunt zitten de bewakers, ze
kunnen alles zien vanuit het midden, vanuit controleperspectief kan je
de gevangenis dus met twee kunnen bewaken.
Met minimale middelen een overzicht te bewaren.
Panopticon = geheel overzien
EVALUATIE VAN DE KLASSIEKE SCHOOL (CESARE BECCARIA & JEREMY
BENTHAM)
Sterktes
o Lot in eigen handen nemen
o Rationele visie op mens en samenleving
Zwaktes
o Geen oog voor oorzaken van criminaliteit
o Weinig oog coor types van criminaliteit
o Is plegen van misdaad echt een ‘vrije’ keuze?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper criminologiestudent03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.