RECHT EN CRIMINOLOGIE
WAAROM IS RECHT BELANGRIJK VOOR CRIMINOLOGEN?
Voor criminologen is het recht altijd belangrijk. Zelf als criminologen gaan we ons niet opsluiten in louter
strafrechtelijke definities van criminaliteit, desalniettemin is het belangrijk als criminoloog om te weten wat in
onze maatschappij als strikt juridisch strafrechtelijk wordt gezien en hoe die misdrijven mogen opgespoord,
vervolgd en bestraft worden. Vaak is dit ingewikkelder dan we denken, neem bv. de zaak van Sanda Dia: Sanda
Dia heeft uit vrije wil deelgenomen aan een doop en is daar om het leven gekomen. Onmiddellijk beginnen
daar de eerste vragen:
o Gaat het om een doop met een ongelukkige afloop of gaat het om een misdrijf (moord, doodslag...)?
o Wat is het juridisch gevolg van de toestemming die Sanda Dia gaf?
o Wat zijn de rechten van de verdachten?
o Is er sprake van klassejustitie of doofpotoperaties?
o Is er sprake van ‘trial by media’?
o ...
We zien dus dat criminologen altijd in contact komen met de regels van het strafrecht.
Als criminoloog kom je steevast in contact met het recht en in bijzonder met strafrecht en zijn actoren. Daarom
moeten criminologen inzicht en kennis verwerven in het recht, en in het bijzonder het strafrecht, de
strafrechtsbedeling en zijn actoren.
De bedoeling van dit vak is een brugfunctie te zijn tussen inleiding tot het recht en materieel strafrecht en
strafprocesrecht. We gaan dus nog niet ingaan op de techniciteit van het strafrecht, maar de bedoeling is om
een aantal fundamentele beginselen van het strafrecht te duiden.
, Module 1: basisbeginselen van het actueel straf(proces)recht
BASISBEGINSELEN VAN HET STRAFRECHT
STRAFRECHT IS EEN PUBLIEK RECHT
Strafrecht is een publiek recht en dus geen privaat recht. Het recht wordt typisch ingedeeld in publiek en
privaat recht. Kenmerkend voor publiek recht is dat het de verhouding regelt tussen de overheid en de burgers.
Het gaat dus om een verticale verhouding waarbij we vaak vaststellen dat de overheid het machtigste is. De
overheid heeft zoveel macht omdat ze het algemeen belang moet dienen. Dit wilt zeggen dat de overheid diep
mag doordringen in het privé leven van burgers, op voorwaarde dat ze dit doen om het algemeen belang te
dienen.
Bv. Een overheid kan een lockdown opleggen om het verspreiden van een virus te vermijden en dus
voor het algemeen belang te beschermen.
Bv. De overheid mag u gedurende 20 jaar van u vrijheid beroven op voorwaarde dat ze het algemeen
belang bedienen en jij dus bv een gevaar bent voor anderen.
Bv. Ook belastingen vallen onder publiek recht en wordt door de overheid opgelegd.
Publiek recht is dus van openbare orde en is ook wel dwingend recht. Je kunt er dus niet met onderlinge
overeenkomsten van afwijken.
Het privaat recht is het recht dat de verhoudingen tussen de burgers onderling regelt. Hier is er sprake van een
horizontale relatie. Wat we zien is dat het dus private belangen gaat regelen. Hier mogen dus wel
vriendenprijzen afgesproken worden, wat bij het publiek recht niet mogelijk is.
Bv. Als je uw fiets wilt verkopen en je spreekt met je vriend af dat hij hiervoor 100euro betaalt.
Privaat recht is ook wat men noemt ‘aanvullend recht’. Het is pas wanneer er effectief conflicten optreden &
dat je naar een burgerlijke rechter stapt dat dit recht optreed.
CASUSSEN: STRAFRECHT IS EEN PUBLIEK RECHT
Het feit dat het strafrecht hoort tot het publieke recht is heel belangrijk omdat dat wil zeggen dat we als
burgers geen overeenkomsten kunnen sluiten om te zeggen dat we het strafrecht gaan uitsluiten. Een gekende
casus daarvan is ‘de kannibaal van Rotenberg’. Dit was een man, een computerdeskundige, die gefascineerd
was door kannibalisme. Via internet was hij bezig over zijn fascinaties en hij ontmoete een andere man
waarmee hij een deal sloot dat de man hem mocht doden en opeten. Je kan echter niet toestemmen met
vermoord te worden. Dit heeft opnieuw te maken met het publieke recht. In dezelfde situatie zien we de zaak
van Sanda Dia. Zelf al stemde hij toe om deel te nemen aan een studentendoop, je kan niet instemmen om
gefolterd, vermoord... te worden. Ook de zaak van Bart De Pauw is hiermee vergelijkbaar. De slachtoffers
wouden geen proces maar opnieuw kunnen de slachtoffers hierover niet beslissen. Van zodra het parket op de
hoogte is van dergelijke feiten, is die beslissing in handen van het Parket.
,2 TAKKEN VAN HET PUBLIEKE STRAFRECHT
Dat publieke karakter geldt voor de 2 belangrijke takken van het strafrecht: het materiële strafrecht en het
formele strafrecht of strafprocesrecht. Het materiële strafrecht wijst op de materie van het strafrecht en
waarover het strafrecht handelt. Centraal hierin staat welke gedragingen strafbaar worden gesteld en welke
straffen daarop staan. Ook alles wat te maken heeft met de strafrechtelijke verantwoordelijkheid, de poging
van een misdrijf... vind je terug in het materiële strafrecht.
Het formele strafrecht gaat over alles wat te maken heeft met de procedurele spelregels. We zouden kunnen
zeggen dat dankzij het formele strafrecht, het materiële strafrecht in de praktijk geoperationaliseerd kan
worden. In het formele strafrecht vinden we terug:
o Hoe bewijzen verzameld mogen worden
o Welke rechtscolleges bevoegd zijn
o Wie de straf mag uitspreken
o Waar de straf wordt uitgevoerd
o Rechtsmiddelen van burgers (= middelen die burgers hebben om zich in rechte te verzetten tegen
bepaalde beslissingen Hoger beroep, cassatie...)
Het is belangrijk dat je het verschil ziet tussen deze 2 takken omdat het materiële strafrecht bedoeld is voor
iedereen. De regels die niet overtreden mogen worden gelden voor iedereen, ook voor de overheid. Hier gaat
een soort van inhoudelijke vanzelfsprekendheid uit. Een groot deel van de bevolking ziet nooit iets van het
strafrecht maar toch weet iedereen dat men niet mag doden bijvoorbeeld. Het gaat om een aantal essentiële
waarden die beschermd worden. Stel je toch gedrag wat verboden wordt, dan volgt er een straf.
Het formele strafrecht daarentegen is eigenlijk niet bedoeld voor iedereen, het is bedoeld voor de actoren van
de overheid (diegene die het materiële strafrecht moeten operationaliseren).
Bv. politie, parket, gevangenissen, rechters...
Formeel strafrecht gaat over spelregels en die zijn er om te voorkomen dat de overheid eender wat kan doen
met burgers om misdrijven te kunnen opsporen. De grond- en mensenrechten spelen hierin een immens
belangrijke rol en zijn er dus om bedoeld dat de overheid en andere burgers uw rechten gaan respecteren. De
sanctie (als er eentje voorzien is niet altijd het geval) voor actoren die het strafprocesrecht niet volgen is
een nietigheid.
STRAFRECHT MOET LEGAAL ZIJN
Het beginsel waar het straf- en strafprocesrecht op berust is het legaliteitsbeginsel. Dit wordt ook wel
omschreven als ‘geen straf, geen misdrijf zonder wet’. Elk gedrag dat strafbaar is en elke straf die kan volgen,
moet in een wet omschreven zijn. Anders kan men u niet straffen. Dit is een belangrijk beginsel want het is dit
beginsel dat er voor zorgt dat we als burger in principe vrij zijn. De basis van het strafrecht is dus dat we mogen
doen wat we willen, tenzij het in een strafwet verboden is.
, WAT IS STRAFBAAR GEDRAG
Het legaliteitsbeginsel is super belangrijk want het wilt zeggen dat het menselijk gedrag dat we stellen in
principe vrij is van het strafrecht. We mogen doen en laten wat we willen. Het feit dat we toch eigenlijk min of
meer altijd weten hoe we ons moeten gedragen, heeft te maken met sociale normen die ons gedrag gaan
sturen. Van zodra je afwijkend gedrag toont, zal je dat merken (bv zingen in de les). Toch is dat geen strafbaar
gedrag. Desalniettemin zijn er ook andere manieren om norm conform gedrag te proberen bekomen. Je hebt
het strafrecht dus niet altijd nodig om conform gedrag af te dwingen. De meeste gedragingen gebeuren van
zelf.
Er is ook een deel van het afwijkend gedrag dat onwettig is, maar daarom nog altijd niet strafbaar is.
Bv. Je hebt een contract met een verhuurder en je moet 500 euro per maand betalen voor je kot. Als
je dit niet doet is dat niet alleen afwijkend maar ook onwettig gedrag.
Er is dus maar een beperkt deel van dat afwijkend en onwettig gedrag dat ook nog in het domein valt van het
strafbare gedrag. Om van strafbaar gedrag te spreken moet je niet alleen onwettig gedrag plegen maar dat
onwettig gedrag moet uitdrukkelijk aan een straf verbonden zijn. Er is dus duidelijk vermeld welk gedrag je niet
mag stellen, en welke straf daaraan verbonden is als je het toch stelt.
STRAFRECHT IS NORMHANDHAVEND RECHT
Het strafrecht tracht een aantal fundamentele normen in ons samenzijn en in ons samenleven te beschermen
& telkens opnieuw te herbevestigen. De manier waarop het strafrecht dit doet is heel belangrijk want in het
strafrecht krijg je geen opsomming van de normen die beschermd worden (je ziet ze impliciet door de regels
heen). Dit komt omdat men via het strafrecht het gedrag dat je niet mag stellen heel expliciet vermelden.
Bv. Het strafrecht gaat niet zeggen ‘1. Je mag niet doden, 2. Je mag niet stelen...’ terwijl deze normen
impliciet in het strafrecht zitten. Het wordt enkel niet zo omschreven. In het strafrecht gaat men de
zaken duidelijk omschrijven (“op de snelweg is de max snelheid 120km/u”). De norm die hier achter zit
is dat je veilig moet rijden.
In het strafwetboek komen er altijd 2 zaken terug: Het gedrag dat wordt omschreven dat men niet mag plegen,
men noemt dit de delictsomschrijving of de incriminatie, en de straf die daaraan gekoppeld is.
DEFINITIE MISDRIJF
In navolging van het legaliteitsbeginsel bestaat een misdrijf uit 3 belangrijke componenten: er is slechts sprake
van een misdrijf wanneer het gaat om een (schuldig) gedrag of een verzuim waar de wet een straf voor op
voorziet.
Nullum crimen, nulla poena, sine lege = Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel is de bescherming van de burger tegen de willekeur van de overheid en andere burgers.
Het geeft burgers de vrijheid om alle gedrag te stellen die niet in de strafwet staan.