FACULTY OF ECONOMICS AND BUSINESS
Examenvragen GPJO
politiek 2023-2024
GPJO
,1. Geef een samenvattende definitie van Globalisering op basis van de
geziene Engelstalige quotes.
Globalisering is het proces van toenemende onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid
tussen landen en mensen wereldwijd. Het duidt op de wereldwijde integratie van
economieën, industrieën, culturen en bestuur door vooruitgang in technologie, transport
en communicatie en toegenomen handel. Globalisering heeft zowel positieve als
negatieve gevolgen: zo wordt economische groei en innovatie gestimuleerd, maar er is
ook bezorgdheid over ongelijkheid, culture homogenisering etc.
2. Waarover bestaat eensgezindheid m.b.t. wat de globalisering voorstelt? =
Noem uniforme kenmerken.
1. Machtsverhouding staten ↔ markten:
- Staten hebben minder invloed m.b.t. de economische politiek en de sociale
zekerheid wordt afgebouwd
- De markten krijgen meer macht
- Er ontstaan transnationale concerns
2. Culturele globalisering:
- Homogenisering op vlak van cultuur (de cultuurnormen van het Westen worden
als de norm gezien, bv. McDonalds, Zara…)
- Dit leidt tot heterogenisering als tegenreactie: men probeert de eigen cultuur te
benadrukken (bv. China heeft een eigen variant van Facebook) (nationalisme)
- Glocalisering (‘think global, act local’): men probeert de eigen identiteit te
behouden en terwijl wereldwijde contacten te onderhouden (regionalisme)
3. Space-time compression:
- Het induwen/indrukken van afstand en tijd
- Technologie: internet
- Geeft het gevoel van virtueel samen-zijn
- Niet alleen transport van goederen, maar ook transport van ideeën (=
overbrugging van de afstand)
4. Nieuwe actoren naast staten en Internationale Organisaties:
- Transnationale concerns: MNO’s
- Transnationale civil society = de mensen vormen een maatschappij, maar dan
virtueel (sommige mensen voelen zich meer thuis bij gelijkgestemden die 5.000
km verderop wonen)
|2
,3. Noem de ontwikkelingsstappen van de globalisering sinds de 15de eeuw
(en noem telkens de belangrijkste ‘goederen’).
1492 - 1750 Opbouw wereldwijde verbindingen (door koloniale machten etc.)
goud, zilver, kruiden, stoffen, thee
1750 - 1880 imperialisme, industrialisering, vrijhandel
Communicatie, spoorweg, stoomkracht, katoen
1880 - 1945 wereldkapitalisme en wereldcrises
Oorzaken crises: economisch en poltiek: WO
Intercontinentale stromen arbeidskracht, kapitaal,
goederen, infrastructuur (spoorweg, post, telegraaf →
standaardisering)
1945 - 1990 Koude Oorlog (‘halve globalisering’)
Westers blok vs Soviet-Unie (bipolair): 2 systemen die met
elkaar wedijveren
VN, multipolariteit, oliecrisis
Vanaf 1990 Naar een nieuwe wereldorde … of wereldwanorde?
Val van het communisme (val muur in ’89), van bipolair naar
multipolair, er is geen echte leidinggevende natie/centrum om
zaken op orde te stellen (daarom durft men te spreken van
wereldwanorde)
etnische en religieuze conflicten, autoritaire stromingen;
links en rechts populisme, sociaaleconomische
tegenstellingen, klimaatverwarming, nieuwe
machtsverhoudingen
4. Vergelijk het citaat van Robert Cox met dat van Marx/Engels uit het
Manifest.
- “The characteristics of the globalization trend include the internationalizing of
production, the new international division of labor, new migratory movements
from South to North, the new competitive environment that accelerates these
|3
, processes, and the internationalizing of the state … making states into agencies
of the globalizing world” (Robert Cox)
Legt nadruk op de internationalisering van productie (bv. produceren waar het
goedkoopst is) en verplaatsing van arbeid en mensen: wordt versneld door wereldwijde
concurrentie
Staat wordt een agentschap: bv. regeringsleiders die handelsmissies uitvoeren om de
staat aan te prijzen in het buitenland
- “Das Bedürfnis nach einem stets ausgedehnteren Absatz für ihre Produkte jagt
die Bourgeoisie über die ganze Erdkugel (….) An die Stelle der alten lokalen und
nationalen Selbstgenügsamkeit und Abgeschlossenheit tritt ein allseitiger
Verkehr, eine allseitige Abhängigkeit der Nationen voneinander…” Karl
Marx/Friedrich Engels (Das Kommunistische Manifest, 1848)
De Bourgeoisie (= ondernemende klasse) zoekt over de hele aarde naar nieuwe
markten, in plaats van de oude lokale en nationale zelfvoorziening kom er een veelzijdig
verkeer, landen worden afhankelijk van elkaar.
5. Oorzaken van de globalisering?
Technologisch Verbetering transportmiddelen en communicatie
Politiek Einde van de Koude Oorlog
Juridisch Internationale instellingen (bv. WHO) die de wereldhandel moet
bevorderen
Cultureel Meer contacten men weet wat er gaande is in andere
culturen/landen
Economisch Socialisering vereist grotere afzetmarkten om
kapitaalinvesteringen meer te doen renderen
6. Hoe manifesteert zich de globalisering?
Communicatie:
- Nieuwe technologieën
Organisatie:
|4