Examen Levenslooppsychologie
Levenslooppsychologie is een deelgebied binnen het grotere vakgebied psychologie.
De wetenschap die de normale levensloop van de mens bestudeert met al zijn typische
ontwikkelingsaspecten vanaf de conceptie van de dood.
Ontwikkelingspsychologie groeide uit tot een studie van de totale levensloop van de mens.
2. Ontwikkeling
De term ‘ontwikkeling’ duidt op een verandering, evolutie, een proces in positieven zin zoals groei,
toename, verbetering.
Wanneer ontwikkeling in ongunstige zin verloopt, spreken we eerder van achteruitgang, afbraak of
regressie.
De menselijke ontwikkeling verloopt niet altijd gunstig.
3. Ontwikkelingsprocessen
1) ontwikkelingsfasen
De totale menselijke levensloop is onderverdeeld in een aantal fasen. Bij een bepaalde
leeftijdsperiode horen dus bepaalde gedragingen en ontwikkelingen.
Foetus/ prenatale fase Periode van zwangerschap : -9 tot 0 maand
Baby/ zuigeling 0-1 jaar
Peuter 1-3 jaar
Kleuter 3-6 jaar
Lagereschoolkind 6-12 jaar
Puber 12-16 jaar
Adolescent 16-21 jaar
Volwassene 18 à 20 – 60 à 65 jaar
Jong volwassenheid 20 -30 jaar
Midden volwassenheid 30 – 40 à 45 jaar
Laat volwassenheid 40 à 45 – 60 jaar
Ouderdom 60 à 65 jaar tot de dood
Vroege ouderdom 60 – 70 à 75 jaar
Late ouderdom 70 à 75 - …
Een fase kunnen we als volgt typeren:
- Een geheel met een kenmerkend verloop
- Heeft eigen, specifieke mogelijkheden
- Kent eigen, specifieke risico’s of moeilijkheden
In een levensfase worden gemiddelde vaardigheden en kennis besproken. Elke mens ontwikkelt zich
op zijn eigen ritme. De beschrijving van de fases geeft de indruk achter dat ontwikkeling vertrekt bij
een nulpunt en gaat voort in stijgende lijn. Aan het einde zou een einddoel bereikt worden, het
bereiken van de volwassenheid. Dit klopt niet. Gedurende de volwassenheid is er nog steeds
ontwikkeling.
,Tussen volwassenen is er heel veel verschil op te merken in -> fysieke, conditie, levenswijsheid,
doelen en wensen.
Het gevaar van een fase-indeling is ook dat het als norm word gehanteerd. Je moet op dat moment
zo ver staan in je ontwikkeling of je wijkt af. Dit klopt niet. Er zijn variaties mogelijk.
De overgangen brengen vaak onrust bepaalde zekerheden durven loslaten
Slechts dan kan een volgend niveau van functioneren worden bereikt. Tijdens een overgang is er
soms een ontwikkelingscrisis.
2) Ontwikkelingsdomeinen
3 grote gedragsaspecten
Lichamelijke ontwikkeling
- Fysieke groei van de foetus
- de sensorische ontwikkeling,
- motorische ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
- ontwikkeling van het denken
- taalontwikkeling
sociaal-emotionele ontwikkeling
- hechting
- ik-besef, het geweten
- seksuele ontwikkeling ( ontwikkeling van de wil)
- spelontwikkeling
ontwikkeling is een verloop, een proces, een veranderen in een bepaalde richting. Een kind
ontwikkelt zich als een eenheid. Alle aspecten van zijn ontwikkeling beïnvloeden elkaar.
3.3 Ontwikkelingskenmerken
Ieder persoon heeft een eigen ontwikkelingstempo. Het gebeurd volgens hun eigen ritme maar wel
volgens een bepaalde volgorde, deze volgorde ligt vast. Er kunnen geen stappen overgeslagen
worden.
Het aanleren van een aantal vaardigheden moet gebeuren binnen een bepaalde periode, dit noemt
men de gevoelige periode. De gevoelige periode van het leren van taal ligt tussen 0 – 6 jaar.
De voorwaarde van ontwikkeling is de rijping om vaardigheden aan te leren. Kinderen verschillen
onderling in tempo.
4. Ontwikkelingsproblemen
Ontwikkeling verloopt niet altijd zoals verwacht, er kunnen zich moeilijkheden voordoe. Hoe sneller
men een ontwikkelingsstoornis kan opsporen hoe sneller men kan starten met aangepaste
begeleiding. Het is dus als opvoeder-begeleider belangrijk kennis te hebben van de normale
ontwikkeling van de mens om stoornissen in de ontwikkeling tijdig te detecteren.
,4.1 Retardatie
Een betekenisvolle vertraagde ontwikkeling
Een persoon heeft niet het niveau bereikt waar hij gezien zijn kalenderleeftijd zou moeten zijn.
Bv. Een 6-jarig kind kan tot 5 tellen maar niet tot 10.
4.2 Fixatie
De ontwikkeling komt in 1 of meerdere gebieden tot stilstand.
Bv. De lichamelijke ontwikkeling loopt verder terwijl de emotionele ontwikkeling op dat bepaalde
niveau blijft hangen. Er treedt pas een bepaalde fixatie op na een aanvankelijk gunstig verloop op alle
vlakken.
4.3 Regressie
Terug naar een vroegere ontwikkelingsfase. (kan tijdelijke of permanent zijn)
Bv. Veel kinderen gaan terug bedplassen.
voorbeelden van mogelijke oorzaken scheiding ouders, verhuizen, nieuwe school,..
5. Ontwikkelingsbeïnvloeding
5.1 Ontwikkelingsfactoren
Veranderingen die gebeuren zonder enige inspanning van de betrokkenen persoon groeien,
spieren, geslachtdelen,…
Andere veranderingen zijn het resultaat van een meer bewust proces.
In de realiteit gebeuren deze ontwikkelingen door rijping en leren.
- Het ontwikkelen van zichzelf – verandering door rijping
- Het bewust proces – verandering door leren
Naast rijping en leren heeft ook aanleg en persoonlijkheid, interactie met de omgeving en contact met anderen
een invloed op het ontwikkelingsproces. Deze kunnen de ontwikkeling stimuleren.
J.J. Rousseau zei dat ontwikkeling een groei- en rijpingsproces is van alles wat erfelijk is vastgelegd binnen het
kind. Allerlei deugden en waarden zijn bij de geboorte aanwezig. Hij zag ontwikkeling dus vooral als een
rijpingsproces. Hierbij verwees hij naar allerlei groei- en rijpingsprocessen zoals deze ook in de natuur
voorkomen: groei, rijping. De identiteit van de persoon is vooral en intern bepaald. We spreken van de
nature-theorie.
Nature groei en rijping van genetische aanlag. Geërfde eigenschappen, identiteit is intern vastgelegd.
Ontwikkeling is rijping van het aanwezige. Het eindpunt dat ze bereiken is het jongvolwassenheid.
Nurture de invloed van het milieu, omgeving op de ontwikkeling is cruciaal. Focus ligt op sociaal leren in
contact met de omgeving ontwikkelt de baby tot een volwaardige persoon. ‘iedereen kan worden wat hij wil’.
Locke spreekt van tabula rasa (ongeschreven blad) bij de geboorte. Zonder kennis, zonder vaardigheden word
je geboren. En door lichamelijk, cognitief en sociaal leren in contact met de omgeving ontwikkelt de baby tot
een volwaardige persoon.
, Een belangrijke wetenschapper die hier onderzoek naar deed is Erikson. Naast nature en nurture aspecten gaf
hij ook aandacht aan zelfbepaling van de mens;
Belangrijke ontwikkelingsfactoren die invloed hebben zijn dus;
- Biologische factoren
o Factoren die vastliggen in onze chromosomen
o Zintuigelijke ontwikkeling, lopen, rijping, zindelijkheid
o Lichaamskenmerken, temperament, intelligentie
- Mileufactoren
o De rol van de omgeving
- Ego factoren ( zelfbepaling)
o Persoon kan zelf richting geven aan zijn ontwikkeling
- Indeling volgens tijd
o Bovenstaande factoren kunnen de ontwikkeling beïnvloeden gedurende het
ontwikkelingsproces. We kunnen dus een indeling maken in tijd.
6. Ontwikkelingsstadia volgens Erikson
Erik Erikson een ontwikkelingspsycholoog en psychoanalyticus, ontwikkelde een theorie rond de 8
ontwikkelingsstadia of fasen van de mens. Ook wel stadiumthoerie genoemd. Het uitgangspunt is dat alles
mensen alle stadia moeten doorlopen in een vaste volgorde. Erikson legt de klemtoon op de psychosociale
ontwikkeling van de mens. Hij bouwde verder op Freud. Hij hechte grote waarde aan de ego-ontwikkeling van
een persoon, die niet alleen bepaald word door de verhouding binnen een gezin, maar ook aan de cultuur van
dat gezin/opvoedingsmilieu.
Erikson was ervan overtuigd dat je je hele leven blijft veranderen en je altijd nieuwe ervaringen en kennis blijft
opdoen. In iedere fase geeft Erikson aan dat je een ontwikkelingstaak hebt die door middel van conflicten of
crisissen al dan niet tot een goed einde word gebracht. Om een gezonde identiteit te ontwikkelen, moet je van
geboorte tot overlijden doorheen deze 8 ontwikkelingsfase gaan.
Conflicten en crisissen zijn noodzakelijk bij het ontwikkelingsproces, ze zijn de basis van verandering en
vooruitgang. Erikson defineerd crisissen als uitdagende situaties die het ond mogelijk maken jezelf te
overtreffen en meer over jezelf te weten komen, te ontwikkelen. De levensloop bevat volgens hem uit 8 stadia
die elk gekenmerkt worden door een specifiek conflict. Tijdens elke fase komen we voor een crisis of uitdaging.
Je moet dit conflict dan proberen oplossen. Als dit niet lukt blijf je vast steken in een fase. Om succesvol ouder
te kunnen worden moeten deze 8 fase doorlopen worden.
Hij beschrijft 8 leeftijdsfase, waarin ook de volwassene en de oudere mens een plaats krijgen.