1. Onderzoek van de huid
Algemene principes – onderzoek van de huid
• Warm lokaal, goede belich2ng, gebruik vergrootglas (dermatoscoop; bij gepigmenteerde letsels)
• Inspecteer het volledig huidoppervlak, nagels en mucosa
o Orale aantas2ng is vaak eerste symptoom, belang van inspec2e mucosa
• Palpeer de huid om de textuur na te gaan
o Vlak, palpeerbaar of verheven
• Observeer distribu0e, morfologie van de individuele letsels en configura0e
o Bv: kwaadaardige tumor is vaak een solitair letsel
o Bv: herpes simplex of zoster als gegroepeerde blaasjes
o Configura2e = rangschikking tov elkaar
• Anamnese: voor, 2jdens en na onderzoek
• Technische hulpmiddelen en onderzoeken
Specifieke termen voor het beschrijven van de huidafwijking
• Efflorescen0e
o Primaire efflorescen2e
= letsel, huidafwijking, die meest kenmerkend is voor bepaalde pathologie
§ Niet boven huidniveau verheven
Macula (vlek)
§ Boven huidniveau verheven = palpatoir
• Compacte opbouw
o Papel
o Nodulus (knobbel)
o Plaque (vlak verheven haard)
o Ur2caria (kwaddel)
• Niet compacte opbouw (holten)
o Vesikel (blaasje)
o Bulla (blaar)
o Pustula (pustel)
o Secundaire efflorescen2e
= ontstaan door verdere evolu2e van de primaire efflorescen2e
= reac2e van pt/huid op primaire lesie, restletsel, resultaat na behandeling
§ Krabeffecten/excoria2es
§ Squamae (schilfers) – aandoening met verhoogde cel turnover
• Pityriasiforme schilfering
• Psoriasiforme schilfering
• Lamellaire schilfering
§ Crusta (korst): opgedroogd wondvocht, serum/bloed/pus
§ Erosie (opp, geen liYeken), ulcera2e (diep, wel liYeken)
§ Fissuur (smal, diep en kloofvormig; grensvlak huid-mucosa)
§ LiYeken
§ Atrofie
§ Sclerose = verharding van de huid
§ Hypertrofie of pachydermie
§ Dyschromie = verandering van kleur (vooral hyperpigmenta2e
§ Lichenifica2e
1
,Primaire efflorescen?es
Macula (vlek)
• Niet verheven, niet geïnfiltreerd, gelokaliseerde verandering in kleur of textuur
van de huid
• Ephelides (sproeten): gehyperpigmenteerde maculae
• Vi*ligo: gedepigmenteerde maculae
o Biopsie: geen melanocyten, geen melanine produc@e
• Fixed drug: erythemateuze maculae (foto)
o Wel wegdrukbaar, niet palpeerbaar
o UizeCng van de bloedvaten
o Fixed drug erup@e: rode plek op bepaalde plaats, verdwijnt bij stop medica@e, verschijnt op
dezeflde plaats terug bij herstart medica@e
Papel
• Circumscripte verhevenheid kleiner dan 5 mm
• Geneest zonder verliYekening
• Ontstaat door celvermeerdering in derm/epiderm, ofwel
celinfiltraat
• Bv: xanthomen = infiltra@e vet-beladen macrofagen, gelige
papels, vaak teken van hypercholesterolemie
• Bv: mollusca contagiosa, verruca vulgaris (= virale infec@es)
• Bv: lichen planus (afgeplaIe papels)
Nodulus (knobbel)
• Verhevenheid (> 5mm), oppervlakkig of diep in de huid
gelegen, eventueel reikend tot in de subcu2s
• Infiltraat in de huid OF prolifera2e kera2nocyten
• Bv: nodulair basocellulair epithelioom
o Kwaadaardige kera@nocyten, zz of nooit
metastase
o Minder agressief dan spinocellulair epithelioom of
melanoom
• Bv: erythema nodosum, ontsteking subcutaan vet, septale paniculli@s
Plaque (vlak verheven haard)
• Vlak verheven haard
• Bv: psoriasis
o Ovale en ronde plaques die conflueren
o Dieprode kleur plus zilverwiIe schilfering
o Zeer scherp begrensd tov omringende huid
o Rela@ef frequente A, kliniek divers, maar makkelijke klinische D
Ur0caria (kwaddel)
• Vluch2ge (verdwijnen binnen 24 uur) verhevenheid van huid
o Kring rond letsel tekenen, kijken na 24 uur, kwaddel weg
• Berust op dermaal oedeem te wijten aan toegenomen doorlaatbaarheid van de dermale vaten
• Belangrijkste mediator is histamine (T = an2-histaminica)
• Prototype: ur@caria
2
, • Uitlokkende factoren
o Medica2e penicilline
o Infec2e streptokokken keel infec@e
o Voeding pindanoten, aardbei
o Fysische factoren
§ Dermografisme: lokale druk, binnen de minuut verschijnt een
verheven ur2caria lijn (foto)
§ Koude ur0caria: vorming bij ofwel daling lichaams T, ofwel
direct contact met koude (ijsblokjestest, foto)
Vesikel (blaasje)
• Verhevenheid van de huid, gevuld met helder vocht, < 5 mm
• Klievingsvlak kan opp in epiderm liggen, gaat makkelijk stuk, korstvorming – herpes simplex vesikels
• Klievingsvlak tussen derm en epiderm – sub-epidermaal
• Bv: herpes simplex vesikels, derma@@s herpe@formis
Bulla (blaar)
• Verhevenheid van de huid, gevuld met helder vocht, > 5 mm
• Strak gespannen subepidermale blaren
o Bulleus pemphigoid
o Teken van Nikolsky nega2ef
• Fragiele intra-epidermale blaren
o Pemphigus vulgaris
o Fragiel, meestal erosie zichtbaar ipv blaar
o Teken van Nikolsky posi2ef
Druk uitoefenen in de buurt van de blaar, huid komt los
Typisch te wijten aan acantolyse (cellen komen los van elkaar)
Pustula (pustel)
• Kleine holte gevuld met seropurulent materiaal
• Kan wijzen op infec0e
o Bv: folliculi@s
§ Meestal bacteriële ontsteking van een haarvatje, centraal een
haar die geel kopje doorboord, vaak staf aureus (pathogeen)
o Bv: acne vulgaris
§ Naast inflammatoire papels ook pustels
§ Vaak bacteriën te isoleren, maar niet
pathogeen, deel van commensale flora
• Kan steriel zijn
o Bv: psoriasis pustulosa
Secundaire efflorescen?es
Exoria0e = krabletsel
• Locale verdwijning van epidermiscellen, veroorzaakt door het krabben
• Geneest afankelijk van de diepte al dan niet met liYekenvorming
• Bij jeukende aandoeningen – atopisch eczeem
3