Uitgebreide samenvatting van het boek "Sociale Psychologie, inzicht in sociale relaties" van Pieternel Dijkstra. Voor het vak sociale psychologie. Zelf het tentamen gehaald met een 8,3
De need to belong
Mensen hebben van nature een sterke behoefte om “erbij te horen”, oftewel de “need to
belong”, en om zowel kortdurende als duurzame banden aan te gaan met andere mensen.
Uit het contact met anderen halen mensen veel voordeel; ze kunnen bijvoorbeeld
samenwerken aan een gemeenschappelijk doel, en contacten geven plezier en steun.
Dat mensen zo’n sterke “need to belong” hebben valt te verklaren vanuit de evolutionaire
sociale psychologie, de tak van de sociale psychologie die menselijk gedrag verklaart uit de
functie die het heeft, of had, voor het overleven van de menselijke soort. Vanuit de
evolutionaire psychologie kan worden gesteld dat sociale contacten en relaties bijdroegen
aan het overleven van de menselijke soort om, in ieder geval, de volgende 3 belangrijke
redenen;
- ze zorgen voor sociale steun
- ze maken samenwerking bij belangrijke taken mogelijk
- ze maken voortplanting mogelijk
Door het leven in groepen zijn er tussen mensen complexe sociale structuren ontstaan
waarbij mensen met elkaar verbonden zijn via allerlei psychologische en emotionele
“bindmiddelen”, zoals gevoelens van empathie, verliefdheid en vriendschap.
In de moderne maatschappij hoeven mensen niet meer bang te zijn dat ze niet overleven.
Dit betekent echter niet dat ze elkaar niet meer nodig hebben. Uit onderzoek blijkt dat
mensen die een gebrek aan sociale relaties ervaren, niet alleen vaker eenzaam en
depressief zijn, maar ook een grotere kans hebben om eerder te overlijden, opgenomen te
worden in een psychiatrische inrichting, en een grotere kans hebben op het oplopen van
hart- en vaatziekten. Een van de belangrijkste redenen dat sociale contacten een positieve
invloed hebben op de gezondheid is dat ze een buffer vormen tegen stress; contacten en
relaties zorgen ervoor dat stress minder vat heeft op mensen.
Nu is het niet zo dat elke vorm van contact of elke relatie even steunend is of
stressreducerend werkt. Sterker nog, relaties en contacten die niet goed lopen brengen juist
veel stress met zich mee. Bij conflicten op de werkvloer voelen mensen zich bijvoorbeeld erg
slecht en raken ze sneller opgebrand. In zijn algemeenheid kan echter gesteld worden dat
de voordelen van sociale contacten en relaties veel zwaarder wegen dan de nadelen ervan.
Ondanks de problemen die sociale contacten met zich meebrengen zijn mensen dus als het
ware voorgeprogrammeerd om anderen op te zoeken. Het draagt immers bij aan hun
overlevings- en voortplantingskansen.
Sociale steun als overlevingsmechanisme
In het kader van sociale relaties spreken we ook wel van sociaal kapitaal. Dit betreft de
bronnen waartoe mensen via hun relaties met anderen toegang hebben. Sociale steun is
daarvan 1 van de belangrijkste. Sociale steun kan 4 vormen aannemen:
1. Emotionele steun: Houdt in dat mensen elkaar op emotioneel gebied helpen.
Bijvoorbeeld door te luisteren naar iemands verhaal of door iemand “een hart onder
, de riem” te steken. Emotionele steun geeft mensen het gevoel te worden begrepen
en er niet alleen voor te staan.
2. Informationele steun: Mensen kunnen elkaar steunen door elkaar adviezen te
geven of informatie te verstrekken.
3. Instrumentele steun: Houdt in dat mensen hele praktische dingen voor elkaar doen.
Instrumentele steun voorkomt en verhelpt hiermee veel praktische problemen en
stress.
4. Waarderende steun: Houdt in dat mensen bevestiging halen uit het contact met
anderen. Ze zien dat anderen goedkeuren wat ze doen, dat anderen het op dezelfde
manier doen of ze worden aangemoedigd door anderen om vooral zo door te gaan.
Deze steun is vooral belangrijk in tijden van onzekerheid of moeilijkheden.
Het is afhankelijk van de situatie aan welke steun er behoefte is. Sociale steun kan hierbij
openlijk plaatsvinden, maar ook onzichtbaar.
Openlijke steun: houdt in dat zowel de persoon die steun biedt, als de persoon die steun
ontvangt zich realiseert dat er steun plaatsvindt.
Vaak vindt steun echter onzichtbaar plaats. Hierbij heeft de ontvanger van de steun niet door
dat er steun gegeven wordt. Belangrijk om op te merken is dat het, bij het ontvangen van
steun, niet zozeer gaat om de daadwerkelijke hoeveelheid steun die mensen ontvangen,
maar om de waargenomen steun. Steun is zo belangrijk dat zelfs het idee dat steun in geval
van nood beschikbaar is stress vermindert.
Sommige gebeurtenissen die mensen overkomen zijn stressvoller dan anderen en doen een
groter beroep op het aanpassingsvermogen. Ze kosten ook meer tijd om van te herstellen.
Onderzoek laat zien dat er een rangorde is aan te brengen in stressvolle
levensgebeurtenissen.
Naast de ernst van een gebeurtenis (mate waarin deze ingrijpt), is ook de frequentie van
belang. De meest ingrijpende gebeurtenissen zullen mensen niet geregeld of vaak
meemaken, sommige zelfs nooit (bijv. echtscheiding). In de laatste decennia is het leven
hectischer en stressvoller geworden, en hierdoor heeft ook een verandering plaatsgevonden
in de gebeurtenissen die mensen als stressvol ervaren. Met name gebeurtenissen die te
maken hebben met veranderingen in en op werk zijn in frequentie toegenomen; mensen
veranderen bijvoorbeeld sneller van werkkring of van taakinhoud.
Niet alleen ingrijpende levensgebeurtenissen zorgen voor stress, gezondheidsproblemen en
de behoefte aan sociale steun. Dit geldt ook voor kleine, dagelijkse ergernissen. Mensen die
voldoende sociale steun ervaren, ervaren minder ergernissen en gaan er beter mee om.
Hoe ernstig mensen getroffen worden door stress, hangt ook af van hun copingstijl. In zijn
algemeenheid geldt echter:
- Hoe meer ingrijpende levensgebeurtenissen mensen meemaken, hoe slechter hun
gezondheid is.
- Hoe meer sociale steun mensen ervaren, hoe minder vatbaar ze zijn voor de
negatieve invloed van ingrijpende levensgebeurtenissen.
,Prosociaal gedrag (altruïsme): Term voor het helpen van mensen.
Redenen voor prosociaal gedrag:
1. Delen van een genetische band: Volgens de theorie van inclusive fitness zijn
mensen vooral bereid om anderen te helpen met wie ze een genetische band delen.
Een onbewuste drijfveer is volgens deze theorie namelijk dat mensen gericht zijn op
de overleving van hun genen.
2. Het verbetert de eigen reputatie: Volgens de theorie van het competitive altruism
vertonen mensen prosociaal gedrag omdat ze daarmee hun reputatie kunnen
verbeteren.
3. Mensen voelen empathie voor de ander: Empathie is een gevoelsmatige reactie
van medeleven die mensen ervaren als ze contact hebben met iemand die het
moeilijk heeft. Het is echter meer dan alleen een gevoel. Het heeft ook te maken met
de manier van denken, namelijk het mentale vermogen om het perspectief van de
ander in te nemen. Volgens de empathie-altruïsme theorie van Batson (1990) is dit
de belangrijkste reden om te helpen. Uit empathie willen ze, zonder eigenbelang, de
ander helpen.
4. Mensen zijn gemotiveerd om onlustgevoelens te verminderen: Volgens het
negative-state-relief-model hoeven mensen niet per se empathie te voelen om
iemand in nood te helpen. Iemand in nood zien kan ook een ongemakkelijk gevoel
oproepen. Men kan dan de ander helpen om dit gevoel weg te nemen. Dit zullen
mensen vooral doen als ze het lijden van het slachtoffer niet kunnen vermijden.
5. Mensen zijn gemotiveerd om zich goed te voelen: Volgens de theorie van mood-
enhancement helpen mensen omdat ze daarmee, onbewust, in een betere stemming
proberen te komen. Prosociaal gedrag kan immers heel bevredigend zijn. Deze
reden verschilt van reden 4 doordat er hier geen negatieve gevoelens worden
ervaren die worden opgewekt door het lijden van een ander.
6. Mensen ervaren plichtsbesef: Mensen vertonen prosociaal gedrag omdat ze zich
daartoe, om wat voor reden dan ook, verplicht voelen. Hierbij kan sprake zijn van
bijvoorbeeld familie, uit religieuze overwegingen, of als de ander in het verleden veel
voor iemand heeft gedaan.
7. Mensen streven naar wederkerigheid: Volgens de sociale-uitwisselingstheorieën,
waarvan er meer varianten zijn, helpen mensen anderen omdat ze hopen daar nu of
in de toekomst iets voor terug te krijgen of omdat de ander hen in het verleden heeft
geholpen. Deze theorie maakt duidelijk dat er een grens zit aan helpen en steunen.
Hebben mensen het idee er te weinig voor terug te krijgen, dan zullen ze stoppen
met het verlenen van hulp of wrok gaan koesteren. Degene die alle steun ontvangt
zou zich ook schuldig of afhankelijk kunnen gaan voelen. Het is belangrijk dat het
geven en nemen in evenwicht is.
Voor al deze theorieën is bewijs gevonden. Er is dus niet 1 waarheid. Welke theorie het
beste hulpgedrag verklaart is, hangt waarschijnlijk af van de specifieke omstandigheden.
De meeste wetenschappers zijn het wel met elkaar eens over de rol van empathie.
Empathie is deels een bewuste, deels een onbewuste aangelegenheid.
Onbewust, ook wel emotionele besmetting, omdat mensen geneigd zijn om zonder dat ze
het doorhebben emoties van elkaar overnemen.
, Bewust omdat iemand die empathie toont, zijn best doet om goed te luisteren en zich in te
leven in de andere persoon. Hoewel iedereen empathie heeft verschilt de mate ervan.
Vrouwen zijn over het algemeen empathischer dan mannen.
Samenwerking als overlevingsmechanisme
Wie gezamenlijk aan een doel werkt, bereikt vaak meer dan wie alleen werkt, zeker onder
moeilijke omstandigheden. Het kan gaan om samenwerken in een kleine groep (bijv.
volleybalteam), of samenwerken in een hele grote groep, waarbij mensen zich niet een
bewust zijn van de andere groepsleden met wie men samenwerkt en/of deze niet kent.
Om samen te werken moet men het idee hebben dat ze baat hebben bij de samenwerking;
door samen te werken worden ook de individuele doelen van groepsleden bereikt. Pas dan
zal men besluiten mee te doen met de groep en zich voor de groep en het groepsdeel
inspannen.
Positieve Interdepentie: een situatie waarin mensen een doel alleen maar kunnen bereiken
als anderen met wie ze te maken hebben, dat ook lukt.
Negatieve Interdepentie: de situatie dat mensen hun doel alleen maar kunnen bereiken als
dat anderen niet lukt. (Competitie in plaats van samenwerking).
Naarmate de positieve sociale interdepentie tussen mensen groter is, zullen ze beter
samenwerken en is de samenwerking productiever. Bij een sterke positieve interdepentie is
er niet alleen sprake van individuele doelen, maar ook van een of meer groepsdoelen.
Groepsdoelen motiveren en vormen een eenheid, ze versterken de cohesie in een groep,
dat wil zeggen de mate waarin groepsleden zich tot elkaar aangetrokken en zich met elkaar
verbonden voelen. Om goed te blijven samenwerken is het belangrijk dat groepsleden het
idee hebben rechtvaardig te worden behandeld. Een samenwerking kan dus grote voordelen
met zich meebrengen, maar desondanks is een productieve samenwerking zeker geen
vanzelfsprekendheid.
Soms is een samenwerking vereist terwijl groepsleden daar niet meteen de zin van inzien en
er in eerste instantie geen voordeel bij hebben. Het eigenbelang en collectief staan dan
tegenover elkaar; er kan dan sprake zijn van een sociaal dilemma. Kenmerkend voor zo’n
dilemma is dat de keus voor individueel belang op de korte termijn altijd het meest oplevert,
maar als iedereen kiest voor het individuele belang, is dat op lange termijn schadelijk voor
het collectief en lijdt uiteindelijk iedereen verlies. Men is eerder bereid om het eigenbelang
opzij te zetten als men het vertrouwen heeft dat anderen dat ook doen. Als er sterke sociale
normen heersen die het betreffende gedrag voorschrijven, zullen mensen in een sociaal
dilemma eerder kiezen voor samenwerking.
Sociale normen: gedragsregels waarvan de meeste groepsleden op de hoogte zijn en die
aangeven wat er van groepsleden wordt verwacht.
Groepsleden die zich niet houden aan de sociale normen worden vaak afgestraft. Bij een
overtreding van een sociale norm die in de wet is vastgelegd kan men door de politie worden
gestraft. Bij schending van de sociale norm waarop geen formele sanctie staat, kunnen
mensen afkeuring en kritiek over zich heen krijgen. In het ergste geval kan een schending
van de sociale norm zorgen tot uitsluiting van de groep.
Bij sociale normen kunnen we onderscheid maken tussen 2 vormen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rkouwenoord. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.