Denkkaders in Orthopedagie
Denkkaders in de Orthopedagogie worden kaders en modellen aangeboden vanuit een
empowerende, krachtgerichte en holistische visie op hulpverlening.
Een praktijkgerichte orthopedagoog werkt integratief en eclectisch: welk kader, methodiek
of techniek sluit het dichtst aan bij de ondersteuningsvraag van de cliënt?
Cliënt staat centraal (niet de voorkeur van de hulpverlener)
Begrip cliënt
Degene die ondersteuning nodig heeft
In andere contexten andere benamingen: deelnemer, leerling, bewoner, gast
In hulpverlening ‘cliënt’ het meest neutrale woord
Posititioneert je over personen als hulpverlener
*Bewust zijn van oorsprong: cliens was in de Romeinse tijd een volgzame burger die
verbonden was aan een patriciër/patroon.
Zegt iets over de positie naar elkaar toe
Kwetsbaarheid
Er worden kaders en modellen toegepast op actuele thema’s en authentieke
hulpverleningscontexten via verschillende domeinen van kwetsbaarheid (fysieke, psychische,
cognitieve, sociale en omgevingskwetsbaarheid).
Doelgroep: alle mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden, zowel kinderen,
jongeren, (jong)volwassenen als ouderen.
5 domeinen van kwetsbaarheid
Fysieke kwetsbaarheid: geen toegang voor
rolstoelgebruikers, geen geld/ auto
Psychische kwetsbaarheid: schuld, ziektebesef
Sociale kwetsbaarheid: sociale isolement, geen
geld tot activiteiten of niet in de omgeving
Omgevingskwetsbaarheid: kunnen de drukte
niet aan, slechte huisvesting
Cognitieve kwetsbaarheid:
geheugenproblemen, hebben geen besef van
de mogelijkheden
1
, 1. Fundamenten
1.1. Quality of life en ondersteuningsdenken
Vermaatschappelijking van de zorg
Ontstaan van begrippen: (begrippen worden vaak door elkaar gebruikt, afh over welke doelgroep het gaat)
Community Care: personen met een beperking ondersteunen in de sl
Vermaatschappelijking van de zorg: zorg van personen met een psychische
problematiek
2 invalshoeken
CC als vermaatschappelijking:
Doel: mensen in kwetsbare posities Vermaatschappelijking van de ZORG zelf
te ondersteunen en laten deelnemen in de sl
= individueel proces = collectief proces
Reorganisatie van Hv: streven om
de zorg zoveel mogelijk te laten
plaatsvinden in de sl
Bv; Koppels met een beperking op
andere dag en andere plek op
Valentijnsdate, geen
vermaatschappelijking.
(Recht op) kwaliteit van leven
Gaat over eigen regie, eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid
Vermaatschappelijking
Mag geen doel zijn
Enkel een middel om te komen tot het recht (en realiseren) van kwaliteit van leven
o Het doel is ALTIJD het kwaliteit van leven te verbeteren/ verhogen
Community Care/vermaatschappelijking van de zorg =
Juiste kansen en mogelijkheden creëren om mensen in een kwetsbare positie met de
nodige ‘ruggensteun’ in de samenleving een volwaardige rol te laten spelen
2
,Vanuit beleid: 5 concretische cirkels
Persoon zelf
Familie en vrienden
Informele steun
Algemene diensten
Gespecialiseerde diensten
*Eerst kijken naar wat de persoon zelf kan. 2e cirkel, zijn de natuurlijke hulpbronnen. 3e cirkel:
het informele netwerk (buren, collega’s, kenissen, …). Als dit sociale netwerk te weinig
ondersteuning kan bieden, worden professionele hulpbronnen ingeschakeld. 4 e kring: de
alemene zorg en dienstverlening (huisarts, thuiszorg, kind&gezin). 5 e kring: de
gespecialiseerde hulpverlening (CLB, dagcentra, …).
1.1.1. Het ondersteuningsmodel
Sluit aan bij deze vermaatschappelijking van de zorg
Gericht op een individu in de samenleving
Ondersteuning i.p.v. zorg of hulp
Op maat van de persoon en flexibel (aanpassingen mogelijk)
Burgerschap als mensbeeld anders bekijken
Doel: de persoon een goede kwaliteit van leven geven!
Ondersteuning bestaat uit:
Persoonsgericht (individu), behandeling verbetert psychische/ gedragsproblemen
Omgevingsgericht, aanpassingen aan de fysieke sociale omgeving voor vermindering
van beperking
In het ondersteuningssysteem staat het sociale netwerk centraal (5 concentrische
cirkels)
1.1.2. Quality of life
Algemeen begrip dat geldt voor alle mensen
Kwaliteit van leven van de persoon staat centraal
Belangrijke doelstelling: bevorderen/ behouden van kwaliteit van leven
Benaderingen van QoL:
Objectieve benadering
o De som van een aantal objectief meetbare goede levensomstandigheden
(inkomen, vrijetijdsactiviteiten)
Fijne goed betaalde job, redelijk gezond objectief spraken van goede QOL
Subjectieve benadering
o De ervaring van de persoon staat centraal (interview)
Objectieve omstandigheden (sociale woning, loon, buurt) word bij iedereen anders
ervaart
3
, Interactionele benadering
o De mate van overeenstemming tussen de persoon en de omgeving =
‘goodness of fit’ (individuele noden en wensen vervuld)
De mogelijkheid om persoonlijke doelen na te streven van je omgeving. En beschikt
over eigen capaciteiten en gepaste ondersteuningsbronnen om te voldoen aan de
eisen en verwachtingen van de omgeving.
Bevorderen van QOL door ‘persoonlijke toekomstplanning’ (person-centred planning):
Aanwezigheid in de samenleving: het recht op een volwaardige deelname aan het
gewone leven
Relaties: het recht om waardevolle relaties uit te bouwen gerespecteerd en
gewaardeerd worden door anderen
Keuze: kleine en grote beslissingen kunnen nemen en zo invloed uitoefenen op wat er
in je leven gebeurt; (bv hoe tanden poetsen)
Competenties bevorderen: erkend en ondersteund worden in je groeimogelijkheden
en in de mogelijkheid zijn om deel te nemen aan activiteiten
Respect: het recht om gerespecteerd en gewaardeerd te worden voor wie men is.
QOL: verschillende domeinen
Being: wie men is
Belonging: hoe men zich verhoudt tot zijn omgeving
Becoming: realiseren van persoonlijke doelen en aspiraties
Mattering: ertoe doen, van betekenis zijn
QOL: 4 kernprincipes
1. Multidimensionaliteit: 8 levensdomeinen volgens Schalock
2. Universaliteit: iedereen gelijk
3. Objectieve en subjectieve component: meetbaar en zichtbaatr gelukkig
4. Empowerment: de versterkte cliënt
1) 8 levensdomeinen volgens Schalock
Dimensie van het welbevinden Onafhankelijkdsdimensie Sociale dimensie
Emotioneel Materieel Lichamelijk wel Zelfbepaling Persoonlijke Sociale inclusie Sociale Rechten
wel wel bevinden ontwikkeling relaties
bevinden bevinden
Veiligheid Eigendom Gezondheidszorg Keuzes Vaardigheden Participatie Vriend- Privacy
schappen
Stabiele Werk Mobiliteit Persoonlijke Technologie Sociale Intimiteit Respect
omgeving controle netwerken met waardigheid
omgeving
Persoonlijke Persoonlijke Voeding Eigen doelen Rol Eerlijke
ruimte bezittingen Beweging behandeling
4