Begrippen economie
H0: inleiding
1. Behoefte Aanvoelen van een tekort + streven naar bevrediging
2. Schaarse middelen Goed waarvan de gevraagde hoeveelheid groter is dan de
beschikbare hoeveelheid als het gratis ter beschikking staat
3. Keuzeprobleem De consument zal een voorkeursschema opstellen om met de
beschikbare middelen een maximale behoefte na te streven (beperkt
budget met bepaalde behoeften)
4. Welvaart Mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun
behoeften kunnen voorzien (geld)
5. Welzijn Gevoel van welbevinden, bevrediging van verlangens die geen beslag
leggen op schaarse middelen (vriendschap, liefde, gezondheid)
6. Vrije goederen Niet-schaarse goederen, in de natuur overvloedig, volledige behoefte
aan dergelijke goederen kan worden bevredigd
7. Economische goederen Schaarse middelen
Goederen= tastbaar en niet tastbaar
8. Zuiver collectieve Goederen die door iedereen kunnen worden gebruikt (politie,
goederen ziekenhuis,…); niet rivaliserend, niet uitsluitend
9. Zuiver individuele Goederen die een individuele behoefte voldoen (boek van harry
goederen potter,..)
10. Quasicollectieve Goederen die uitsluiten, wel concurrentie (privéschool)
goederen
11. Consumptie Bestendiging van het inkomen
12. Productie Verwerven van inkomen
13. Gebruiksgoederen Goederen die je meermaals kan gebruiken
14. Verbruiksgoederen Goederen die je slecht eenmaal kan gebruiken
15. Productiefactoren Kapitaal, arbeid en natuur
16. Investeren Goed kopen als handelselement
17. Consumeren Goed kopen voor eigen gebruik
18. Ceteris-parabus-clausule Één variabele onder overigens gelijke omstandigheden
19. Micro-economie Studie van één huishouding
20. Meso-economie Studie van bepaalde huishoudingen (sector of bedrijfstak)
21. Macro-economie Studie van alle gezinnen, bedrijven en de overheid (één land)
22. Kapitaalgoederen Levensduur van ten minste één jaar
23. Vlottende Tijdens productieproces verwerkt of vernietigd.
investeringsgoederen Voorraden worden als VIG gezien
24. Omwegproductie Kapitaalgoederen die slechts indirect bijdragen tot de uiteindelijke
behoeftebevrediging
H1: consumenten
1. Preferenties Subjectief en afhankelijk van de individuele voorkeur zowel
sociologische als psychologische factoren
2. Banwagoneffect Mee op de trein springen, meedoen met de kudde
3. Snobeffect Mensen willen als eerste iets hebben, early adopters
4. Eerste wet van Gossen wet van het afnemend grensnut; de stelling dat het marginale nut van
het aanschaffen van een extra goed of dienst afneemt.
, 5. Budgetlijn Rechte die de combinaties van twee goederen weergeeft die de
consument met een bepaald budget kan aanschaffen, rekening
houdende met de prijzen van die goederen
6. Nominaal inkomen Wat er op je rekening komt
7. Reëel inkomen Hangt af van de prijs, inflatie maakt uit; nominaal inkomen
gecorrigeerd voor de prijzen van goederen en diensten
8. Collectieve vraagcurve totale vraag naar een bepaald goed voor alle consumenten, totale
hoeveelheid die alle consumenten in de markt vragen tegen een
reeks prijzen
9. Complementaire Aanvullend, het ene hoort bij het andere
goederen
10. Substitueerbare Kunnen elkaar vervangen
goederen
11. Pigou-effect Door een daling van het algemene prijsniveau zal de reële waarde van
de liquide middelen toenemen waardoor de consumptie stijgt
12. Prijselastische vraag Reagerend op prijsverandering; wanneer EV kleiner of gelijk is dan -1
13. Prijsinelastische vraag Niet reagerend op prijsverandering; wanneer EV groter is dan -1
14. Wet van engel Bij een stijging van Y, dalen procentueel de uitgaven voor voeding en
stijgen procentueel de uitgaven voor luxegoederen
15. Luxegoederen Drempelinkomen nodig, duur
16. Noodzakelijk goed Geen drempelinkomen, iedereen kan het kopen ookal heb je geen
inkomen
17. Inferieur goed Minderwaardig goed
18. Bruto spaarquote Spaaraandeel van het inkomen
19. Cyclus van Modigliani Verband tussen sparen van een persoon en het verloop van zijn
toekomstig beschikbaar inkomen en zijn leeftijd
20. Substitutie-effect Sparen daalt en consumptie stijgt
21. Vermogenseffect Sparen stijgt
22. Indexcijfer der Een meetinstrument dat de evolutie van de prijzen bij het verbruik
consumptieprijzen meet
23. HICP Geharmoniseerde consumptieprijsindex
24. Beleggen Het spaargeld aanbieden op de vermogensmarkt
25. Indexkorf Geheel van goederen en diensten die in aanmerking komen
26. Kettingindex Referentiejaar systematisch het vorige jaar; maand december als
referentiemaand
27. Afgevlakte Viermaandelijks voortschrijdend gemiddelde van het
gezondheidsindex gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen (tabak, alcohol,
benzine en diesel uit weggezuiverd)
H2:producenten
1. Totale Opbrengst (TO) Ontvangsten verbonden aan verkoop van productie (=omzet)
2. Totale Kosten (TK) Gedeeltelijke offers die gebracht worden bij de productie
3. Wet van de toe-en Door de zaken te combineren krijg je meer en kun je meer
afnemende produceren
meeropbrengst
4. Marginale kost Extra kost als je een extra goed gaat produceren
5. Optimale Bij welke productieomvang is de winst maximaal
productiegrootte
6. Productiefunctie Geeft het verband weer tussen de omvang van de productie en de
hoeveelheid ingezette productiefactoren
7. Totale productie = TP Opbrengst van de ingezette productiefactoren gedurende een
bepaalde tijd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elletierens1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.