Stemmingsstoornissen
• Depressief voelen vs depressief zijn
o Depressief voelen is een symptoom
o Depressief zijn is een syndroom
o Het syndroom heeft meerdere symptomen
o Een depressie = een lastige of pijnlijke toestand, gekenmerkt door een onbestemde
droefheid, neerslachtigheid, een belangrijke daling van het rendement en een angstgevoel.
De ziekte uit zich zowel op geestelijk vlak als lichamelijk vlak.
• Wat zijn oorzaken van depressie?
o Biologische factoren
o Psychologische factoren
o Maatschappelijke factoren
• Verschil tussen depressie op jonge en oudere leeftijd
o Vaker voorkomen van somatische comorbiditeit (pijn op borst, buikklachten, duizeligheid,
…) en gebruik van somatische medicatie
o Hoge prevalentie van dementie en andere cognitieve stoornissen (apathie en
concentratiestoornissen, stoornissen in de oriëntatie en het geheugen)
o Veranderingen in farmacologische reacties bij het ouder worden
o Functionele veranderingen (ADL, mobiliteit, zintuigfuncties)
o Kleiner worden van het sociale netwerk
o Verblijf in specifieke voorzieningen (WZC)
Ouderen Jongeren
• Lichamelijke klachten op de voorgrond • Vaak moeilijk te herkennen
(hoofdpijn, buikpijn,…) • Gedragsveranderingen:
• Depressie vaak niet herkend o Kinderen basisschool ofwel: meer
• Niet altijd sprake van sombere teruggetrokken dan normaal,
depressieve stemming of het verlies van minder interesse in dingen die ze
interesse of plezier normaal leuk vinden; meer
• Stemming is eerder mat, afgevlakt of aandacht vragen en herrischoppen
gelaten o Jongeren middelbare school:
o Vergeetachtigheid, afwijkend leergedrag (slechter
concentratieproblemen, presteren), jongens: depressie
verwardheid afreageren op omgeving, meisjes:
in zichzelf terugtrekken, piekeren,
stil en mat worden
• Geef 5 belangrijke zaken in de begeleiding tegen depressie
o Ondersteunend contact
▪ Fysieke zorg
▪ Breng tijd door met de patiënt
o Geduld
o Werkrelatie
o Structuur
o Vocht en voeding
o Slaappatroon
o Medicamenteuze monitoring
,• Waarom is structuur nodig bij depressie?
o Depressieve personen hebben veel structuur nodig omdat hun vermogen om beslissingen
te nemen en hun probleem-oplossende vaardigheden zijn afgenomen.
• Hoe uiten ouderen hun depressie?
o Vertrouwde taal:
▪ Somatische maskering: borstreekpijn, duizeligheid, hartkloppingen, rugpijn,
buikpijn
▪ Psychotische maskering: schuldwanen (ik ben de schuld van alles),
hypochondrische wanen (ik heb kanker maar je zegt het me niet), nihilistische
wanen (ik kan niet meer eten maar patiënt eet), armoedewanen (ik ga mijn huis
moeten verkopen om de rekening te betalen)
▪ Vermindergeheugen met geheugenstoornissen en concentratieproblemen
o Angst, prikkelbaarheid, doodwens, verminderd zelfwaarderingsgevoel, medicatieontrouw,
psychomotore vertraging
• Bespreek de 4 vormen van depressie
o Exogene of reactieve depressie = buiten, uitwendig, traumatiserende gebeurtenis of
emotionele shock als oorzaak
o Somatogene depressie = van binnen uit, depressie gebonden aan ziektetoestanden
o Endogene depressie = inwendig, verbonden aan lichamelijke klachten
▪ Unipolair = meestal vitale functies aangetast
• Dystyme stoornis
• Post-partum depressie
• Seizoensgebonden depressie
• Depressie bij ouderen
• Depressie bij jongeren
▪ Bipolair = uitersten in stemming en activiteit
o Psychotische depressie = mensen met psychoses en wanen, mensen met trauma’s in hun
leven hebben hier meer kans op
, BPSD
• 5 gedragskenmerken van frontale dementie
o Persoonlijkheidsveranderingen
o Stoornissen met “sturen” van gedrag
▪ iets organiseren of plannen verloopt zeer moeilijk
o Mentale rigiditeit / impulsiviteit
▪ gebrek aan flexibiliteit
o Stereotiep gedrag
▪ alles moet op dezelfde manier gebeuren
o Perseverend gedrag
▪ herhalen van
• Omschrijf dementietype Lewy Body. Wat zijn de kernsymptomen + symptomen die erbij aansluiten
+ suggestieve symptomen
o Kernsymptomen
▪ Progressieve cognitieve achteruitgang
▪ Geheugendeficits aanvankelijk minder op de voorgrond; opvallende
aandachtstoornissen
o Extra symptomen
▪ Wisselende verwardheid, fluctuerende cognitie
▪ Visuele hallucinaties (80%): helder en gedetailleerd
▪ Spontane extrapyramidale symptomen
• Onnatuurlijk aandoende bewegingen zoals spiertrekkingen in het gezicht
(rollende ogen, spiertrekkingen van de tong); krampachtige strekkingen
van het lichaam;
• Spierstijfheid;
• Moeizaam op gang komen na stilstaan of stilzitten;
• Juist niet in staat zijn langdurig stil te gaan zitten of staan; trillende vingers
en handen;
• Maskerachtige uitdrukkingen van het gezicht.
o Suggestieve symptomatologie
▪ Frequent vallen
▪ Frequent syncope (flauwvallen)
▪ Gesystematiseerde wanen
▪ Overgevoeligheid voor neuroleptica
o Geheugenproblemen → ziekte van Alzheimer
o Mobiliteitsproblemen → ziekte van Parkinson