Nederlands II: schrijven en spellen op gelezen te worden
DIDACTIEK SCHRIJVEN
Krachtige schrijftaken
Spelregels bedenken en schrijven (3)
Toeristische folder op kindermaat maken (6)
Klasdagboek bijhouden (2)
Beantwoorden aan 4 kenmerken
Minder krachtige schrijftaken
• Vervolg op verhaal schrijven (1) Niet functioneel (geen lezer)
• Leesfiche invullen (4) Weinig motiverend en niet functioneel
• Nieuwjaarsbrief overschrijven (5) Weinig uitdagend: gaat voorbij aan essentie van schrijven = eigen
ideeën generen. Minder relevant.
Functies van het schrijven: waarom schrijven we?
Communicatieve functie
• al schrijvend je doel bereiken bij je lezer(s)
• vertrekkend vanuit een concrete, realistische, zinvolle situatie
Conceptualiserende functie
• al schrijvend je persoonlijkheid verder ontwikkelen
• gedachten, gevoelens, ervaringen onder woorden brengen
Expressieve functie
nooit helemaal los van elkaar zien kinderen zullen alle functies van de taal moeten leren: schrijven voor de ander,
schrijven voor jezelf en schrijven als middel om de taal te begrijpen en te ontwikkelen. Volwassenen zullen deze
functies verder blijven ontwikkelen.
Schrijfontwikkeling
spreken en luisteren
• = mondelinge vaardigheden
• = spontane ontwikkeling
lezen en schrijven
• = schriftelijke vaardigheden
• = actief, schools leerproces
mondelinge vaardigheden = basis
nauwe samenhang: tussen deze mondelinge en schriftelijke vaardigheden: Wat ze schrijven, sluit aan bij wat ze
zeggen.
,Vroege ontwikkeling
inzichten van een ± 3-jarige kleuter
1. letters verwijzen naar klanken en/of wat geschreven wordt, verwijst naar iets wat gezegd wordt
2. functie van geschreven taal
conceptualiserend = iets opschrijven om het vast te leggen
communicatief = iets opschrijven om een boodschap door te geven
expressief = iets opschrijven om je te uiten belang van vorm!
bv. een gedicht om je droefheid te verwerken
Lagere school kinderen moeten overgang maken van vertellend schrijven naar denkend schrijven
Communicatiemodel met 9 vragen
Er is immers altijd iemand (wie?) die iets (wat?) over iets (waarover?) aan iemand (aan wie?) zegt. Altijd heeft hij
dan een bedoeling (bedoeling?) en communiceert hij op een bepaalde manier (hoe?) Altijd gebruikt hij daarvoor een
weg en middelen (langs welke weg en met welke middelen?) Altijd gebeurt dat in bepaalde omstandigheden (in
welke omstandigheden?) en altijd komt daar een reactie op, heeft dat een effect (reactie, effect)?
Doelen voor schrijven
Belangrijkste functie van eindtermen Nederlands communicatieve functie
twee soorten doelen in stelonderwijs
• Productdoelen focus op tekstsoorten en tekstdoelen
bv. De leerlingen kunnen een limerick schrijven.
• Procesdoelen focus op stelvaardigheden Besteed hier voldoende aandacht aan!
bv. De leerlingen kunnen informatie selecteren op basis van de bruikbaarheid voor een bepaald
lezerspubliek.
Schrijfontwikkeling
imiterend schrijven (1ste leerjaar) = imiteren van zinnen uit de leesmethode
vertellend schrijven (2de - 4de leerjaar) bv. Schrijf een verhaal over jezelf
• praten op papier
• in één keer schrijven, geen afwegingsproces, geen planning, …
• geen herwerking/verbetering
(m.b.t. woordkeuze, spelling, interpunctie, …)
• associatief, weinig structuur
• eigen aan jonge kinderen
denkend schrijven (4de - 6de leerjaar)
• onderwerp = niet altijd meer louter afgaan op eigen ervaring
• probleem oplossen via cognitieve processen plannen, formuleren, reviseren, controleren
• analyserend vermogen noodzakelijk
Let op! Vertellend en denkend schrijven sluiten elkaar niet per definitie uit. Ervaren schrijvers maken gebruik van
beide strategieën. Geef een voorbeeld?
, Wat maakt schrijven moeilijk?
Schrijven is moeilijk omdat je niet alleen een idee moet hebben om over te schrijven, maar ook 4 eisen:
1) Ideeën genereren
vb. als je een ll vraagt om een griezelverhaal af te werken, moet hij het einde eerst verzinnen
2) Die ideeën in begrijpelijke taal gieten
vb. een ll die een brief schrijft aan een ziek klasgenootje, moet niet alleen nadenken waarover hij gaat schrijven, maar
moet ook de nodige woorden, zinnen, enz. uit zijn geheugen halen
3) Rekening houden met de lezer: dwz communiceren met iemand die niet aanwezig is geen non-verbale
info; die lezer informeren, overtuigen, amuseren,…; rekening houden met wat de lezer al wel en nog niet
weet, wat die lezer belangrijk vindt
vb. iemand uitnodigen: overtuigen om te komen, informatie vermelden als aanvangsuur, plaats van het gebeuren,…
3) Rekening houden met conventies: spelling, grammatica, layout, tekststructuur
vb. een toeristische folder moet overzichtelijk en correct zijn
Het schrijfonderwijs moet beter!
- Opstelmethode: vaak in thema van die periode, geen verwondering, enkel door lkr gelezen, feedback pas
achteraf met rode pen…
Selectie van schrijftaken
1. In het gekozen onderwerp: maak een spannend verhaal af…
2. In de context van de schrijfopdracht: een schrijfopdracht kan motiverender worden als kinderen
weten dat er iets ‘echts’ gebeurt met hun schrijfsels (brief die echt wordt verstuurd)
3. In de werkvorm die wordt gehanteerd: bv samenwerking motiverend
Schrijfopdrachten moeten compleet zijn moeten leerpotentieel bevatten, over bepaald onderwerp, met
bepaald doel en voor een bepaalde lezer en met respect voor bepaalde conventies
Procesbegeleiding
- Ondersteuning moet tijdens het schrijfproces gebeuren (van iemand die beantwoordt aan de (fictieve) lezer
voor wie het bestemd is.
- Leerkracht zal echter vaak die rol moeten opnemen kruip in de huid van de lezer!
Feedback aanpassen aan:
• de essentie van de schrijftaak
kruip in de huid van de lezer en stel gerichte vragen: bv. Wat bedoel je met…? of geef verkeerde
interpretaties
geef niet de oplossing, maar stimuleer het denkproces
• de fase van het schrijfproces: eerst de inhoud, dan de vorm
onmiddellijk rekening houden met de vorm is moeilijk + meteen feedback op de vorm remt af
correcte spelling is niet altijd essentieel!
• kenmerken van de leerling
geef vooral positieve feedback (veilige klimaat!) + zeg waarom het goed is!