SOCIALE PSYCHOLOGIE
H0: INLEIDING
WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE?
Sociale psychologie: deelgebied vd psychologie dat zich bezighoudt met
- Invloed van anderen op individueel gedrag
- Gedrag van individuen met, tegen en voor elkaar
Onder gedrag vallen zowel coverte als overte gedragingen:
- Overte gedragingen: gedragingen die niet alleen de handelende persoon
zelf maar ook anderen kunnen waarnemen
- Coverte gedragingen: gedragingen die enkel de handelende persoon kan
waarnemen maar anderen niet, hiertoe behoren denkprocessen, affectieve
toestanden (gevoelens, stemmingen), motivaties (voorkeuren, afkeren) en
percepties van interne en externe toestanden
Twee soorten sociale psychologie:
- Fundamentele: zoeken naar algemene principes van sociaal gedrag of van
sociale invloeden op individueel gedrag, zij doen ‘fundamenteel’ of
‘theoriegericht’ onderzoek
- Toegepaste: gebruiken de inzichten uit de fundamentele psychologie om
maatschappelijke problemen/persoonlijke problemen van individuen te
begrijpen en op te lossen, en ze onderzoeken of deze oplossingen het
effect hebben zonder ongewenste neveneffecten (‘praktijkgericht’)
Kurt Lewin
- Groot figuur uit de sociale psychologie: belangrijk theoreticus en ook een
maatschappelijk geëngageerde onderzoeker
- Zijn uitspraken ‘Niets is praktischer dan een goede theorie’ en ‘Geen actie
zonder theorie, geen theorie zonder actie’ laten zien hoe innig verbonden
fundamentele en toegepaste sociale psychologie volgens hem moesten zijn
UITGANGSPUNTEN VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE
- (Sociaal) gedrag wordt sterk beïnvloed door de (sociale en niet-sociale)
situatie waarin iemand zich hier-en-nu bevindt, nadruk op situationele
gedragsdeterminanten
Onderzoek
- Experimenteel onderzoek: bij uitstek geschikt om causale relaties tussen
vermeende oorzaken en gevolgen te toetsen
- Observeren in ‘natuurlijke’ omgeving (voordeel ecologie validiteit)
- Veldexperiment: niet in een labo, maar in gewone omgeving vd dns
1
,DE RELATIE TUSSEN SOCIALE PSYCHOLOGIE EN MENSENKENNIS
Probleem: iedereen is een mens en heeft ervaringen en meningen dus soms
akkoord met resultaten van onderzoek, maar kunnen er ook tegen in gaan
Hindsight bias: zodra mensen iets weten, kunnen ze zich moeilijk voorstellen hoe
het was toen ze dit nog niet wisten, vooral als ze makkelijk voorbeelden uit hun
dagelijks leven kunnen herkennen
Onderzoeksfraude: soms komen zo’n gevallen aan het licht
- Onderzoekers veranderen of vullen gegevens aan om ze beter bij hun
hypothesen te doen passen
- Onderzoekers zuigen hele verzamelingen van onderzoeksgegevens uit hun
duim
Extreme situaties: niet per se frauduleus maar wel ethisch betwistbaar (komen
ze in dagelijks leven niet tegen)
Onderzoekers hebben morele verantwoordelijkheid tegenover iedereen!
Onderscheid tussen wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis is
niet dat wetenschappelijke inzichten waar zijn en op de grond van ervaring
gevormde inzichten onwaar, beide kunnen waar/onwaar zijn.
Psychologen zijn niet tevreden met een ad hoc geformuleerde verklaring, maar
willen die in daartoe opgezet onderzoek testen.
Conclusie:
- Descriptieve ipv normatieve analyse
- Afgesproken methodologische principes
- Empirische cirkel
- Kritische reflectie
DE ROL VAN WAARDEN IN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE
Waarden kunnen een rol spelen bij de studie van sociaal gedrag
- Waardevrij onderzoek is praktisch onmogelijk
- Waarden van onderzoeker zelf: interesse, tijdsgeest, …
- In welke termen/welk kader bepaald gedrag omschreven wordt
- Oplossing: waarden van onderzoekers die mogelijk een invloed hebben,
expliciet maken (doen velen niet: ofwel niet bewust van invloed of bang
dat bekendmaking zorgt voor bevooroordeeld zijn)
Adviezen afleiden uit onderzoek
- Conclusies en aanbevelingen van elkaar onderscheiden!
- Vaststellen dat mensen in omstandigheid A gedrag B vertonen met gevolg
gedrag C, is iets anders dan gedrag B goedkeuren/aanbevelen
- Soms gaan mensen er ethische of praktische implicaties aan verbinden,
maar SP laat enkel zien welke gevolgen iets heeft ivm gedrag
- Adviezen zijn waardegeladen <-> conclusies is vaststellen wat écht is
2
,3
, H1: METHODES VAN SOCIAALPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK
OBSERVATIE
= onderzoek waarbij de onderzoeker vanop een afstand toekijkt en niet ingrijpt
- Rechtstreeks het overt gedrag observeren
- Archiefmateriaal gebruiken: fysieke of administratieve sporen
Voordelen
- Ecologische validiteit gegarandeerd (mate waarin onderzoek conclusies
toelaat over het natuurlijk voorkomende gedrag van mensen in situaties in
het gewone/echte leven
- Ethisch en praktisch: geen ingreep in de realiteit
Nadelen
- Gedragingen waarin onderzoeker geïnteresseerd is, zijn vaak zeldzaam
(meestal lang observeren om bruikbare, interessante gegevens te krijgen)
- Vaak zeer moeilijk om conclusies te trekken over de oorzaken van het
waargenomen gedrag of zelfs maar de precieze omstandigheden die ermee
samenhangen, elk concreet gedrag verschilt op zeer veel dimensies van
elk ander gedrag en persoon
Voorbeeld: wat bepaalt hoeveel mensen geven aan acties bij noodsituaties
- Verschil in schaal van het probleem, aantal mensen, timing, …
- Eerder geneigd te helpen bij natuurramp dan bij oorlog
ZELFBESCHRIJVINGEN
Voordelen
- Eenvoudige manier om toegang te krijgen tot coverte gedragingen
- (Relatief) weinig arbeidsintensief
DE BEPERKINGEN VAN ZELFBESCHRIJVINGEN
3 validiteitsvoorwaarden
- Het gedrag of de reden waarom die het vertoont kunnen beschrijven
- De gelegenheid krijgen om het gedrag te beschrijven
- Het gedrag willen beschrijven
Morele normen en keuzes
- ‘Trolley dilemma’
o Wagentje op spoor op hol geslagen, naar 5 arbeiders gaan dood,
als je wissel doet gaat wagen naar ander spoor, 1 arbeider 1
dood, 5 gered, moet je dit doen?
- ‘Footbridge dilemma’
o Je staat op een brug over de spoorweg, wagentje naar 5 arbeiders
gaan dood, er staat nog iemand op de brug, zou je die van de
brug duwen valt op spoor en sterft, 5 arbeiders gered, moet je de
persoon van de brug duwen?
4