Internationale bescherming van de rechten van de mens
Les 1: inleiding
De mensenrechten worden bekeken vanuit een internationaal perspectief. Er zijn verschillende niveaus
die samenwerken. De nationale en internationale niveaus werken hier namelijk samen. Wanneer men in
België bv. een beding dient toe te passen wordt er rekening gehouden met de minimumstandaarden. Er
is een zekere wisselwerking tussen de niveaus. De internationale hoven gaan ook kijken hoe het op het
nationaal niveau geregeld wordt.
Wat zijn mensenrechten? (belangrijke elementen/ kenmerken/ …)
Er worden hier verschillende termen gehanteerd: mensenrechten, grondrechten, fundamentele
rechten, natuurlijke rechten … >>> termen worden door elkaar gebruikt omwille van doorgedreven
wisselwerking tussen verschillende rechtsordes.
=> “mensenrechten” wordt gebruikt als overkoepelend begrip = rechten eigen aan het mens-zijn.
Het gaat om de fundamentele rechten (komen boven de andere rechten te staan). Het gaat ook over de
individuele rechten waarover wij beschikken. Het concept menswaardigheid betekent dat de
mensenrechten evolueren. Wat vandaag menswaardig is zal veranderen met de tijd en wat wij vandaag
nodig hebben om een menswaardig leven te leiden is helemaal anders dan deze van een eeuw geleden.
Verticale werking: de mensen beschikken hierover tegenover de staat of overheid die de plicht heeft
om deze rechten te geven. Schild tegen misbruik van de overheid. Deze bescherming laat ons toe om
ons menswaardig te kunnen ontplooien/ontwikkelen en onze doelen te bereiken.
Horizontale werking: eisen dat anderen onze mensenrechten respecteren. Ook anderen hebben de
verplichting om rechten te respecteren tegenover ons.
- Bv. bedrijven beschikken over mensenrechten
Kenmerken:
1. De menselijke natuur ligt aan de oorsprong, het zijn rechten waar elk individu over beschikt o.b.v.
zijn/haar menselijk karakter = één van de belangrijkste mensenrechten is het verbod op discriminatie
waar je geen onderscheid maakt tussen personen o.b.v. karakteristieken/ eigenschappen/ …
= absolute karakter van mensenrechten schuilt in het feit dat zij door niemand mogen worden
geschonden en door iedereen moeten worden gerespecteerd.
Nuance 1: als de menselijke natuur de enige oorsprong is dan denken we dat er enkel individuele
rechten zijn. Maar er zijn ook andere benaderingen van de mensenrechten in de praktijk en de teksten.
Er zijn ook groepsrechten waar mensen samen geordend worden, het gaat nog altijd over individuele
rechten maar men heeft deze enkel omdat men in deze groep zit.
Nuance 2: er worden ook veel verbanden gemaakt naar andere rechten en nauwe verbinding met
mensenrechten = bv. milieubescherming (rechten geven aan de aarde, milieu, …).
Nuance 3: het is niet omdat je spreekt over menselijke natuur dat bv vennootschap geen
mensenrechten heeft. Deze zaken komen voor het EHRM. Volgens de mensenrechten moeten er
bepaalde regels gevolgd worden om stappen te ondernemen en zaken te beslissen.
, Nuance 4 : Noodtoestand (state of emergency)
In crisissituaties kunnen Staten bepaalde rechten opschorten, waaronder mensenrechten -> kan enkel
o.g.v. een wettelijke grondslag en is aan voorwaarden verbonden (bv. tijdelijk karakter).
- Art. 4 IVBR : geen afwijking van recht op leven, verbod van folteren, verbod op slavernij,
legaliteitsbeginsel, …
- Art. 15 EVRM: geen afwijking van recht op leven, verbod op foltering, verbod op slavernij, niet-
retroactieve werking v/d strafwet.
2. Verticale werking van de mensenrechten, mensen beschikken over rechten tegenover de overheid die
plichten heeft. Het is de grens waarbinnen een overheid legitiem functioneert. Er wordt een kader
gegeven aan de overheid waarbinnen zij kunnen functioneren. Hier kunnen wij tegen de overheid
ageren / reageren = het kader bestaat vooral uit onthoudingsplichten (= de staat mag niet
interveniëren in privacy/ niet folteren/ …)
We vragen aan de staat om iets te doen/ maatregelen te nemen om de mensenrechten te beschermen
= te investeren, positieve maatregelen te nemen, … = Art 2 BUPO-verdrag zorgt ervoor dat er ook
maatregelen genomen moeten worden zodat andere de rechten gaan respecteren. Men verwijst naar
eerbiedigen & verzekeren=
- Eerbiedigen= staat zelf neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat de rechten niet geschonden worden
- Verzekeren= de staat moet maatregelen nemen zodanig dat andere de rechten niet schenden
Extraterritoriale werking: in art 2 BUPO-verdrag staat “grondgebied of rechtsmacht” wat betekent dat
staten ook verplichtingen kunnen hebben buiten hun grondgebied onder de term rechtsmacht.
- Horizontale werking: meer en meer actoren die een verplichting hebben in termen van
mensenrechten zoals internationale organisaties (veiligheidsraad, VN, Wereldbank, …).
Het probleem van de horizontale werking is dat deze organisatie/persoon plichten heeft maar vaak ook
rechten, zo kan je in een situatie zitten waar je plichten en rechten tegelijk hebt. Of soms heb je
situaties waar de mensenrechten tijdelijk opgeschorst worden onder bepaalde voorwaarden (bv.
noodsituaties zoals ernstige aardbevingen en oorlogen). Hierdoor kunnen de mensenrechten niet meer
op dezelfde wijze gerespecteerd worden.
Dit is aanvaard door de mensenrechtensystemen en zij geven de mogelijkheid om uitzonderingen te
geven, hier worden de mensenrechten tijdelijk niet gerespecteerd ( = geldt voor de overheid).
Juridisch bekeken:
Om ons te beroepen op de rechten moet je verwijzen naar de wetgeving, Gw, rechtspraak, ... Juristen
verwachten dus dat de rechten vertaald geweest zijn naar bronnen van het recht en het moet juridisch
gelding gekregen hebben. Als we functioneren met de mensenrechten moeten we ook functioneren met
de bronnen. We moeten kijken naar verdragen, gewoonterecht, algemene rechtsbeginselen, … De staat
komt tussen in het internationaal recht en we zien dus dat er geen recht is zonder de tussenkomst van
de staat om er een juridische gelding aan te geven = niet logisch…
De rol die de overheid speelt zal de instemming geven. Het is dezelfde overheid die de rechten schendt
dat de overheid is die ons de rechten heeft gegeven = spanningsveld tussen ons en de overheid. Dit
verklaart waarom de standaarden en het toezicht hierop soms te zwak zijn.
,Er zijn een klein aantal mensenrechten die los staan van de wil van de staat = ius cogens. Deze zweven
boven de staat en het is niet noodzakelijk de staat die de norm zal creëren. Hier wordt het recht
gecreëerd door anderen/ natuur. Deze zijn hiërarchisch belangrijker.
De verdragen hebben geen definitie op de vraag wat mensenrechten zijn. De verdragen/teksten die
opsommen welke de mensenrechten zijn geven geen algemene definitie over mensenrechten.
Er is geen definitie omdat (1) mensenrechten evolutief zijn en veranderen met de tijd/ruimte wat te
maken heeft met de menselijke natuur (basis voor menswaardig te leven) en (2) mensenrechten breiden
uit en zorgen ervoor dat er telkens nieuwe mensenrechten ontstaan.
AFDELING 2. DEFINITIES IN VERSCHILLENDE RECHTSBRONNEN
Definitie volgens het Handboek: “Mensenrechten zijn fundamentele waarden die niet mogen worden
aangetast –noch door de staat, noch door andere individuen- en die aan mensen, ongeacht geslacht,
huidskleur, ras, godsdienstige overtuiging en rijkdom, omwille van hun ‘menselijke waardigheid’ rechten
toekennen.” Er kan van worden uitgegaan dat iedereen dezelfde rechten geniet omwille van het louter
feit mens te zijn.
Uit het feit dat mensenrechten inherent zijn aan het mens-zijn, lijkt te kunnen worden afgeleid dat enkel
individuele, natuurlijke personen titularis zouden kunnen zijn van mensenrechten. Dit moet
genuanceerd worden:
A. Groepsrechten = individuele rechten die men enkel kan uitoefenen in een collectieve context. Zij
worden ingevuld als individuele rechten, doch worden samen met anderen geïnd.
- bv. BUPO: rechten van minderheden = individu kan bepaalde rechten laten gelden als lid van een
minderheid. Deze komt niet toe aan elk individu v/d groep.
B. Mensenrechten voor rechtspersonen: Rechtspersonen vallen ook gedeeltelijk onder de
mensenrechtenbescherming.
In verscheidene internationaalrechtelijke teksten zijn omschrijvingen van mensenrechten terug te
vinden. Een algemene definitie van “mensenrechten” is echter nergens terug te vinden. Waarom?
- Bewuste keuze, gelet op het evolutief karakter en de historiciteit ervan.
o Mensenrechteninstrumenten zijn living instruments. Ondanks het feit dat de tekst niet wijzigt,
verandert de interpretatie door de rechtspraak wel. Vb: nood aan elektriciteit nu vs. in 15 de eeuw,
RS toetst schendingen steeds vaker aan de positieve verplichtingen v/d OH inzake mensenrechten.
- Het gaat om morele waarden die cultuurgebonden zijn.
-- Universalisten: mens heeft altijd en overal dezelfde grondrechten, mensenrechten zijn universeel.
UVRM als gemeenschappelijk ideaal for all people and all nations.
-- Cultuurrelativisten: morele waarden verschillen van maatschappij tot maatschappij.
-- Relativisten uit andere dan Westerse landen: “Westen legt westerse waarden op aan rest vd wereld.”
o Ten tijde v/h opstellen v/d UVRM stonden vele landen onder gezag van westerse staten en
hadden dus geen vertegenwoordiging op de conferentie waar UVRM werd geschreven ~> weinig
rekening gehouden met niet-westerse visies, terwijl in vele niet-westerse samenlevingen andere
waarden leven die niet verenigbaar zijn met de westerse.
o Werden wel meer betrokken bij recentere verdragen, zoals BUPO
, Universele verklaring van de rechten van de mens (1948)
Eerste grote tekst inzake mensenrechten met als doel een beschrijving geven wat toen gezien wordt als
standaard mensenrechten. UVRM wordt gezien als eerste universele mensenrechteninstrument na
WOII.
- Het heeft een moreel status als meest fundamenteel instrument inzake mensenrechte.
- Het heeft geen juridisch bindende waarde, enkel morele waarde. Het heeft wel veel invloed gehad
op andere, latere mensenrechteninstrumenten.
Twee categorieën mensenrechten: (1) burgerlijke & politieke rechten + (2) economische & culturele
rechten.
- Bv. burgerlijke & politieke rechten: recht op leven, beginsel van gelijkheid, verbod op slavernij, recht
op eerlijke rechtsgang, verbod op willekeur, vermoeden van onschuld, niet-retroactieve werking
strafwet, recht op privacy, recht deelname bestuur cf. vrije eerlijke verkiezingen, …
- Bv. economische, sociale & culturele rechten (art. 22: algemene bepaling + aantal specifieke
bepalingen): recht op sociale zekerheid, recht op middelen voor vrije ontwikkeling persoonlijkheid
a.d.h.v. inspanningen v/d Staten rekening houdend met mogelijkheden v/d Staat, …= vrij
verregaande en progressieve mensenrechten!
Maar: geen absolute rechten en er kunnen beperkingen op gemaakt worden.
Art. 29 UVRM: beperkingen kunnen, op voorwaarde dat dit:
- Bij wet gebeurt OF
- Gebeurt ter verwezenlijking van bepaald doel: rechten/vrijheden van anderen verzekeren…
Juridische waarde UVRM: resolutie van AV is een aanbeveling, dus niet bindend. Doelstelling:
- Omschrijven wat men concreet bedoelde met mensenrechten in het VN-Handvest
- Baken vormen van wat door alle volkeren moest behaald worden als standaard i.k.v. mensenrechten
- Ontstaan v/e opinio iuris dat men UVRM moest respecteren, want werd systematische
statenpraktijk;
- UVRM = gezaghebbend interpretatie v/h VN-Handvest: Handvest als bindende tekst wordt uitgelegd
door UVRM. De interpretatie (UVRM) krijgt dezelfde juridische waarde als de tekst die het uitlegt.
Geen definitie mensenrechten:
Mensenrechten zijn niet overal hetzelfde en dus moet men beseffen dat er in verschillende
rechtstradities mensenrechten zijn en niet noodzakelijk overal op dezelfde manier ingevuld te worden.
Het is dus moeilijk een definitie te vinden die universeel is doordat er dus verschillende visies zijn over
de mensenrechten.
Universeel karakter mensenrechten
Mensenrechten zijn rechten inherent aan het mens-zijn; komen toe aan alle mensen o.b.v. menselijke
waardigheid/menselijke natuur. De menselijke natuur is overal hetzelfde dus zij vinden dat alle mensen
over dezelfde rechten moeten beschikken.