100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting neurofysiologie: 17/20 behaald! €15,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting neurofysiologie: 17/20 behaald!

2 beoordelingen
 6 keer verkocht

Samenvatting met alle powerpoint's overzichtelijk weergegeven en mijn eigen notities bijgezet. duidelijke titels & tussentitels aanwezig.

Laatste update van het document: 2 maanden geleden

Voorbeeld 10 van de 147  pagina's

  • 6 januari 2024
  • 14 december 2024
  • 147
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (38)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: milena-meulenbeek • 1 maand geleden

review-writer-avatar

Door: yannevandenbosch • 2 maanden geleden

avatar-seller
charlotteallaert1
ALGEMENE INLEIDING, ONDERZOEKSTECHNIEKEN (1)

neurofysiologie = studie van de werking van neuronen (zenuwstelsel)

zenuwstelsel:gus
 centraal zenuwstelsel : hersenen (grote en kleine), hersenstam, ruggenmerg
 perifeer zenuwstelsel : somatische ZS (perifere zenuwen) & autonoom ZS
o sensorisch: input naar CZS
o motorisch: output van CZS

algemene werking van de hersenen:
1. Opvangen van prikkels uit omgeving of intern ( zintuigen)
2. Sensatie = omzetting fysische prikkels in elektrische signalen
a. Wat hersenen aangeleverd krijgen
b. Hersenen begrijpen de signalen & verder verwerken
3. Hersenen verwerken deel van informatie ( veel gaat verloren)
4. Perceptie = interpretatie/reactie van hersenen op informatie
a. Integratie = Hersenen verwerken de informatie
b. Perceptie = interpretatie & niet zuiver passieve registratie van info door zingtuigen
= resultaat van selectie, organisatie & interpretatie van informatie
 Omgeving is bepalend voor perceptie
5. Output: motorische interactie met omgeving

Optische illusie
= foutieve interpretatie van hersenen op prikkel of informatie

- sensatie = iedereen kijkt naar hetzelfde maar
- perceptie = iedereen ziet iets anders qua interpretatie
(afbeelding zie je cirkel en iemand anders rechthoeken of blauw/zwart of wit/goud kleed)

1: Hoe werking van de hersenen bestuderen

A: cel-theorie methode
 cel = basiseenheid van levend organisme
 begrijpen hoe cel werkt = begrijpen hoe systeem werkt
 hersenen hebben verschillende soorten cellen ~ moeilijke methode

Nissle kleuring Golgi kleuring
Primitief idee = hersenen zijn kluwen of Veel specifieker & gans neuron in kaart
neststructuren van cellen
- foute redenering Microscopisch onderzoek besluit dat hersenen
- niet zo specifieke kleuring ( kern ) bestaan uit individuele cellen




1

,B: neuron doctrine methode

 neuronen = basiseenheid van ZS
 werking hersenen door onderzoek tot elektrische activiteit van neuronen

 op deze manier verband tussen werking neuronen & creëren bepaald gedrag door hersenen
 reductionisme = onderzoeken meerdere neuronen ( ipv 1) om gedrag te verklaren
 gedrag ~ samenwerking meerdere neuronen



conclusie: werking van de hersenen vloeit voort uit 2 dingen:
1) intrinsieke eigenschappen van neuronen
2) schakelingen van neuronen met:
▪ periferie: receptor epithelen (huid, netvlies…)
▪ effectororganen (spieren, klieren,…)
▪ andere neuronen : vormen netwerk & connecties tussen hersengebieden

Belangrijk wetenschappelijk werk omtrent menselijk genoom

1. human genome project
= proberen menselijk DNA volledig in kaart brengen
o zoogdieren: netwerken & connecties voor elk individu UNIEK

2. the human connectome
= onderlinge connecties van neuronen & zenuwen in kaart brengen ( ! voor neuronale
aandoeningen begrijpen)

Gliacellen = lijm

Vroeger : ondersteunende functie aan neuronen
Nu : verschillende soorten gliacellen met verschillende ondersteunende functies

4 types met belangrijke rol in de werking van neuronen:

Astrocyten Energie metabolisme voor neuronen
- Via voetjes glucose uit BV < lactaat = brandstof voor neuronen
Regulatie werking synapsen
- Voetjes rond synaps: Calcium instroom induceren voor NT vrijzetting
Microglia Noodzakelijk voor immuunrespons
oligondendrocyten Vormen myelineschede rond axon
- Geleiding AP & prikkels
Ependymcellen Productie hersenvocht




2

,Complexiteit hersenen

Drie redenen waarom relatie tussen structuur & functie van hersenen complexer is dan andere
organen:

1: structurele & functionele diversiteit
- Meer verschillende celtypes in hersenen dan andere organen
- Cellen eigen specifieke functies

2: aanwezigheid veel niveaus in organisatie
- CZS, systemen, mappen, netwerken, neuronen,…
- Specifieke neuronen voor licht, beweging, kleur,…

3: oorzaak & gevolg moeilijk onderscheiden
- Normaal: gen < structuur < functie: NIET in hersenen
- Bv: autisme
o Verschillen in morfologie/functie/bedraging van neuronen?
o Geen duidelijke oorzaak van autisme
o 1e hypothese : ‘is slecht werkend spiegelsysteemoorzaak/gevolg van autisme?
Situatie a: je hebt pijn < activatie bepaalde neuronen
Situatie b: je ziet iemand pijn hebben < activatie idem neuronen = spiegelsysteem
= je kan jezelf inleven in iemands pijn & hebt empathisch inlevingsvermogen




 Conclusie: oorzaak & gevolg moeilijk onderscheiden



Niveaus organisaties van CZS

Afwijking op een niveau = verstoring van het hele systeem
Hersenaandoeningen/ziekten t.g.v. veranderingen op meerdere niveau
- Daarom complex om te begrijpen
- Analyse van elk niveau met bepaalde techniek

Opmerking: systeem = motorisch, visueel, auditief,… systeem id hersenen




3

,Indeling neurofysiologische onderzoekstechnieken
= noodzakelijk voor neuronale activiteit te bestuderen

structuur Functie = werking




MRI
- Niet invasieve manier stofbanen analyseren
- Onderscheid tussen verschillende weefsels: witte stof, grijze stof, BV, CZS,..
- Densiteit van protonen weergeven

- Diffussiemetingen: kleurtjes geven welke richting witte stofbanen lopen
o Rood : Verbindingen tussen L hersenhelft en R hersenhelft
o Groen : van voor naar achter of achter naar voor
o Blauw : in de diepte van hersenen




4

,Tract-tracing technieken

- Eiwitten/stoffen in gebied inspuiten: actief transporteren via axonen
- In gebied terecht

Anterograde tracing Retrograde tracing
Opnemen door cellichaam via axon naar Via voetjes tegenovergestelde richting naar
terminalen cellichaam en labelen
Met wat is je doelgebied geconnecteerd, geeft Vanwaar krijgt doelgebied informatie binnen
informatie door aan welke gebieden van andere gebieden in de hersenen




Diffusie-metingen m.b.v. MRI (niet-invasief): DTI Diffusion tensor imaging

- Meten van verplaatsing van watermoleculen (diffusie) in verschillende richtingen in voxel
- Axon ( witte stofbaan met myeline) : H-molecule parallel makkelijker bewegen i.p.v.
loodrecht erop ( want botst tegen zijkant anders van axon)
- H-molecule meebewegen met axon < analyse van richting
- Voxel = deeltje in hersenen

- FA = fractionele anisotropie = index voor hoeveelheid diffusie asymmetrie in voxel
o Bij isotropie < water in alle richtingen even vlot bewegen < geen witte stofbaan
o Bij anisotropie < bepaalde richting verder bewegen < witte stofbaan in die richting
o Witte gebieden = anisotropie & grijze gebieden = isotropie




Stroomlijn
- verbinden van punten om de stroomlijn van een witte baan beschrijven
- analyse van de informatieflow-richting
- via DTI: kan NIET meerdere kruisende bundels/voxels onderscheiden




5

,overzichtsfiguur van verschillende onderzoekstechnieken:
- Y-as = spatiale resolutie & x-as = temporele resolutie
- Indelen o.b.v.:
• Tijd (abscissa)
• Ruimte (ordinaat)
• Invasiviteit ( kleur)




Elektrofysiologie: extracellulaire afleidingen van neuronen

Micro-elektroden
= kleine elektroden elektrische potentialen buiten de cel meet
 Directe meting van neuronale activiteit = enkel individuele neuronen bestuderen

Illustratie: aap experiment
 Aap heeft ingebouwde elektrode aan het motorneuron
 Situatie 1: aap zit stil & kijkt naar vrouw die appel grijpt
o activatie motor neuron gemeten door elektrode
o veel geluid te horen : hoe hoger spikes
= meer AP = sterker signaal
 situatie 2: vrouw induceert grijpbeweging
o steeds neuronale activiteit maar minder
o minder geluid hoorbaar



Voordelen Nadelen
Geen beschadiging neuronen Slechts 1 of enkele cellen tegelijk
: langdurig of vaak bestuderen Sampling bias: voornamelijk grotere meer actieve
In wakkere dieren of in mens ( uitzondering) neuronen
Goede spatiale en temporele resolutie

multi-unit elektrodes registreren gelijktijdig veel single units
 Bv: multi elektrode array: 100 recording sites



Elektrofysiologie: intracellulaire afleidingen van neuronen

Patch Clamp techniek
 Directe meting van neuronale activiteit = enkel individuele neuronen bestuderen

Werking:
- glazen micropipette (scherp of patch-clamp)
o patch-clamp = opzuigen van stukje membraan van de cel
o scherp = met elektroden zelf in axon prikken
- in-vitro of in-vivo


6

, - toegang tot intracellulaire milieu
- informatie over output (AP’s) en input (PSP’s)
- informatie over het teken van input (EPSP of IPSP)

Voordelen Nadelen
Zeer grote spatiale en temporele resolutie Schade aan de cel = celmembraan kapot

Massapotentialen : EEG, MEG
 Directe meting van neuronale activiteit = meerdere neuronen bestuderen

EEG = Elektro Encefalo Grafie : stroompjes meten
MEG = Magneto Encefalo Grafie : magnetische veldjes meten

werking:
- Elektroden plaatsen op de schedel
- meting van kleine elektrische/magnetische velden t.h.v. schedelhuid als bij prikkel meerdere
neuronen actief worden
- geen informatie wat individuele cellen doen
- zeer grote populaties van neuronen samen actief om meetbare potentialen te creëren

Voordelen Nadelen
Zeer grote temporele resolutie (snel) Povere spatiale resolutie
Eenvoudig en goedkoop
Niet invasief (toepasbaar op mensen)




Probleem = povere ruimtelijke resolutie
 elektrode meet potentiaalverandering, veroorzaakt door meerdere geactiveerde neuronen
 moeilijk zeggen waar in hersenen activiteit plaatsvindt omdat schedel signalen afzwakt
 source localization probleem

oplossing = combinatie technieken voor betere ruimtelijke resolutie ( EEG/fMRI)
o EEG = beter in tijd weergeven & fMRI = locatie beter weergeven
o Elektroden onder schedel plaatsen = meer invasief = ECOG diepte-elektroden)
Voorbeelden: invasieve methoden



7

,Electro-corticogram ECOG

Om ethische redenen < beperkt gebruik bij mensen
Parkinson, epilepsie, motorische aandoeningen,…

Epilepsie patiënt:
- Elektroden aanbrengen in hersenen
- Hersenactiviteit meten bij aanval = locatie van overactiviteit zichtbaar
- Gebruiken van diepte-elektroden = signaal hersenactiviteit niet meer verzwakt door schedel

Diepte elektroden = stimulatie & celafleiding
Oppervlakte elektroden = grid boven (epiduraal) of onder (subduraal) de dura mater
: elektroden niet rechstreeks in hersenen




Brain-machine interfaces (BMI, BCI)

werking:

1. Array met naaldjes volzitten met elektroden in hersenen plaatsen
2. Hersenen zenden grijpsignaal uit < elektroden meten hersenactiviteit < signaal doorgeven ad
robotarm

in klinische context:
- bepaald medisch probleem oplossen : doofheid, verlapping, blind
- problemen met sensorische input / motorische output oplossen
- Tetraplegie = hersentumor in hersenstam ~ wegnemen ~ verlamming 4 ledenmaten
- Motorische baan oplossen door sensorisch systeem af te lezen



DBS bij behandeling ziekte van Parkinson:
- DBS = diepe brain stimulatie
- Elektroden in diepe hersenstructuur : via fijne stroompjes bewegingssymptomen onder
controle houden ( beven, stijfheid,..)




8

,Functionele beeldvormingstechnieken!

Via technieken neuronale activiteit indirect meten adhv het verband tussen:
1) neuro-metabole koppeling
 verband: neuronale activiteit (synaps, AP) en glucose ( energie metabolisme)
 neuronen hebben veel E nodig: glucose
 asterocyten glucose opnemen uit BB & omzetten naar lactaat
 verdere afbraak van lactaat om APs af te vuren, NT vrij te zetten,…
 link tussen neuronale activiteit & glucosegehalte & zuurstofspanning

2) neuro-vasculaire koppeling
 verband neuronale activiteit en BV
 hoe actiever neuronen : hoe hoger zuurstofspanning : hoe hoger flow/aanvoer
 hoe hoger bloedvolume ( vasodilatatie) : hoe hoger bloedstroming : hoe hoger
deoxyhemoglobine
 link tussen neuronale activiteit & de eigenschappen van een bloedvat

neuro-metabole koppeling




 neuronale activiteit toenemen = lokaal glucose & O2 verbruik toenemen
 meting van metabole veranderingen : zo kunnen meten verandering neuronale activiteit

positron emission tomography (PET)

= technieken die neurometabole koppelingen in beeld brengen

Werking : indirecte meting van neuronale activiteit gebaseerd op neuro-metabole koppeling
- Inspuiten radioactief molecule met korte halfwaardetijd (FDG = fluorodeoxyglucose)
- FDG opgenomen door astrocyten & traag afgebroken
- Positronen emissie < botsen tegen elektronen < 2 fotonen ontstaan < tegenovergestelde
richting bewegen < detectie door scanner
- Via fluorescentie: zichtbaar beelden
- Enkel klinisch gebruik van PET-scans




9

, Voordelen Nadelen
Overzicht van heel hersenen Slechte spatiale en temporele resolutie
Invasief
Vergelijken tussen 2 condities
Hoge kostprijs ( cyclotron)
Inspuiten radio-actieve stof = niet veel meer gebruikt

Alzheimer:
- Minder glucose opname achteraan de hersenen

FTD = frontale temporale dementie
- Minder glucose opname vooraan + zijkant
- Eerst neuronen afsterven aan frontale lobben
- Dan temporale neuronen aan zijkant afsterven

 Veel neuronale activiteit = cellen veel E nodig = veel FDG opname
 Neuronale afwijkingen = minder intense activiteit = minder FDG

Pet-scans in klinische studie:

A: bij kankers
1. Radio-isotoop koppelen aan metabole moleculen (glucose, O2)
2. Inspuiten
3. Opname in de tumorcellen ( want verbruikt veel E)
4. Aantonen van uitzaaiing/lokalisatie tumor

B: Neurologische ziekte
1. Radio-isotoop bindt aan receptor agonisten : Parkinson
< bindt aan dopaminereceptor, weinig dopamine-activiteit bij parkinson
2. Radio-isotoop bindt aan biomarkers : Alzheimer
< bindt aan amyloid eiwit dat talrijk aanwezig is bij Alzheimer

Koppeling isotopen aan moleculen, receptor agonisten of biomarkers

Functionele magnetic resonance imaging (fMRI)

= indirecte meting van neuronale activiteit gebaseerd op neuro-vasculaire koppeling
werking:
 meest gebruikte techniek hersenfunctie of activiteit onderzoek bij mens
 meting over de volledige hersenen
 hoofd in tunnel: prenten zichtbaar : stimulatie neuronale activiteit
 hogere flow doorheen bloedvaten = vasodilatatie = grotere neuronale activiteit = stijging
fMRI signaal

10

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper charlotteallaert1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€15,49  6x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd