1.1 INLEIDING
Sociologie tracht de invloeden van de sociale omgeving op het persoonlijke leven te
bestuderen.
1.2 DE SOCIOLOGISCHE VERBEELDING
Stap 1: biografie: levensloop van een individu
Stap 2: sociale omgeving: het geheel van sociale relaties waarin mensen met elkaar
samenleven
Stap 3: historische ontwikkeling
Conclusie: sociologische verbeelding is het plaatsen en verklaren van individuele
gebeurtenissen vanuit het geheel van sociale relaties die zelf een specifieke
historische oorsprong hebben
1.3 VAN GEDRAG TOT SAMENLEVING
Omgeving
Sociale interactie Gedrag
1.3.1 GEDRAG
= lichamelijke beweging, subjectieve gewaarwording of verbale uiting
- Objectief waarneembare dimensie (extern)
Min 2 waarnemers bv gesproken woorden, gebaren
- Subjectief waarneembare dimensie (intern)
1 waarnemer
1. Motivatie
o De ultieme drijfveren van het handelen die aanzetten tot gedrag bv
winstmaximalisatie
1
, 2. Emotie
o Innerlijke gevoelens van angst en onrust, schaamte of schuld
3. Cognitief
o Kennis van de wereld
4. Reflexief
o Kennis van jezelf
1.3.2 SOCIAAL HANDELEN
Handelen = gedrag met een doel
Sociaal handelen: handelen rekening houdend met anderen
De betekenis van een handeling = de mentale voorbereiding
INSTRUMENTEEL RATIONEEL HANDELEN
Doel: doel bereiken, alles draait rond het resultaat
Men moet rekening houden met de condities (niet te wijzigen elementen) en goed
nadenken over de middelen (te wijzigen elementen) waarmee men het doel kan
bereiken
WAARDERATIONEEL HANDELEN
Doel: handelen vanuit een bewust geloof in de waardevolheid van de handeling
De handeling op zich is waardevol en niet het realiseren van een doel
AFFECTIEF HANDELEN
Het navolgen van gevoelens = automatisch gedrag
TRADITIONEEL HANDELEN
Handelen uit gewoonte
Verleden is bepalend voor het vormgeven van de toekomst
Indien men bewust kiest voor de traditie, handelt men waarde-rationeel
REFLECTIEF HANDELEN
<-> traditioneel handelen
Breekt de continue lijn van verleden naar heden
Onzekerheid (traditioneel: zekerheid)
2
,1.3.3 INTERACTIE
= handelingen van een persoon en de reactie daarop van een andere persoon
= keten van sociale handelingen
1. CONFORMITEIT
Wederzijds akkoord, overeenstemming
Volgens de betekenis die alle partijen eraan geven
Voldoet aan groepsverwachtingen
2. COÖPERATIE/SAMENWERKING
Conformiteit leidt tot samenwerking
Samen een doel bereiken
3. CONFLICT
Strijd voor schaarse middelen leidt tot conflict
Andere waarden hebben ook
Kan positief zijn: nieuwe regels maken + oude regels kritisch bekijken
4. RUIL
Voor wat, hoort wat = principe wederkerigheid
1.3.4 DE STOLLING VAN DE INTERACTIE IN CULTUUR EN STRUCTUUR
Sociaal handelen, handelen en gedrag hebben invloed op interactie en omgekeerd
Uit interacties groeien cultuur en structuur
Cultuur: waarden, normen, overtuigen en wetten; manier van leven
Structuur: sociale structuur van de samenleving
Samenleving is een gestolde, stabiele sociale interactie
3
, 1.3.5 CONTEXT
Niet alleen structurele en culturele context
Andere factoren:
1. Demografische factoren
Primaire kenmerken (bv geboorte, huwelijk)
Secundaire: groeien uit de primaire (bv sterftecijfers)
2. Ecologische factoren
De natuurlijke omgeving (bv klimaat)
3. Materiële en technologische factoren
Elementen die dienen om de omgeving te beheersen en de behoeften van de
mens zo passend mogelijk te bevredigen
1.4 DE SOCIOLOGIE EN HAAR AANVERWANTE DISCIPLINES
Hoe gaat de sociologie te werk?
1. Sociologie focust zich op algemene wetmatigheden
Verschilt enorm van de geschiedsschrijving en de culturele antropologie
Wrm? Sociologie = universele verklaringen + enquêtes
Andere disciplines = concrete, specifieke situaties + bronnenonderzoek
2. Sociologie verklaart gedrag, interactie en/of sociale handelingen door te
verwijzen naar andere sociale handelingen, gedrag en/of interacties.
3. Combinatie theorie en empirie zijn belangrijk
1. SOCIOBIOLOGIE
Uitgangspunt: evolutieleer: succesvolle kenmerken worden overgedragen aan de
volgende generatie
Adaptieve waarde: resultaat van een aanpassing aan de omgeving
Gevolg: sociale interacties: voorgeprogrammeerd
Maar: sommige dingen zijn tijd en plaatsgebonden bv soorten gezinnen
2. BIO-SOCIOLOGIE
Geen aandacht voor adaptie aan omgeving of evolutieleer
Kijken naar biologische verschillen vanuit een sociologisch standpunt bv testosteron
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper S05466. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.