Early drug discovery (Dewitte)
Biologie
• In vitro antiproliferation assay (cellen)
o Giso = grove inhibitoren: concentratie die 50% van de cellen inhibeert
1. Cellen in wells via steriel medium
2. Incubator → proliferatie
3. Indicator die gemetaboliseerd wordt → meer kleur = meer proliferatie
4. Inhibitor toevoegen → verschil in kleur meten
• In vivo antitumoral assay (dieren)
o Gevoelige cellen bij naakte immuundeficiëntie muizen inspuiten en verbinding toedienen
• In vitro kinase assay (enzyme)
o Kinase receptoren vaak belangrijk voor proliferatie
▪ Mutaties → constitutief actief of amplificatie (meer expressie) → continue
groeisignalen
▪ → Inhibitie receptoren om kanker tegen te gaan
1. Peptide in wells → + tyrosine kinase + ATP → fosforylatie peptide
2. + indicator met HRP (antilichaam gericht tegen gefosforyleerd peptide)
3. + TMB (substraat voor HRP) → blauwe kleur
4. Inhibitor toevoegen (inhibeert fosforylatie) → verschil in blauwe kleur meten
• In vitro kinase assay (reporter cell line)
1. Expressie tyrosinekinase receptor met klein deel B-galactosidase + fusieproteine SH2 met
groter deel B-galactosidase
2. Ligand bindt op receptor → autofosforylering van tyrosineresidus→ recrutering SH2
3. Actief B-Gal enzyme waar tyrosinekinase actief is
4. + lugal (bevat galactose) → galactose + D-luciferine (kleurloos)
5. + luciferase (reporter) → licht
6. Inhibitor toevoegen (inhibeert ligandbinding/fosforylatie) → verschil in intensiteit meten
o Intensiteit is proportioneel aan #actief B-Gal en dus aan kinase activiteit
o HTS (highthroughputscreening) om alles te versnellen en automatiseren
• In silico drug design (PC): ontwerpen op basis van receptorstructuur
Manieren van DD
• Fenotypische benadering (PDD)
o Empirische, “holistische” methode gebaseerd op observeerbare karakteristieken (read-
outs) van een organisme (cel, dier)
o Voordelen
▪ Target-agnostic, “target-unbiased” → geen kennis van patho-mechanistische
moleculaire details nodig
▪ Indien in vivo: indirect ook ADMET getest
o Nadelen
▪ Geen kennis van target → hoe structuur optimaliseren? (geen in silico mogelijk)
▪ In vivo: vaak “low throughput”
, • Target benadering (TDD)
o Rationale, “moleculaire” → gebaseerd op kennis van patho-mechanistische details
o Voordelen
▪ “high throughput” mogelijk
▪ MoAbs-benadering mogelijk
▪ Rationele methode (fundamenteel onderzoek)
o Nadelen
▪ Reductionistische benadering (je kijkt niet naar hele cel/proces dus target moet
gevalideerd zijn)
• Validatie: doelgerichte mutatie/inhibitie tegen genen, mRNA of proteïne
→ geen expressie proteïne → hoe verandert de cel?
• Vergelijking
• Zogezegd meer first-in class via PDD, maar biologics zijn ook target-based
• Snellere optimalisatie via TDD
• Nood aan mechanistisch onderbouwde PDD
• Bepalende factor voor PDD-succes: screening test voorspelt therapeutisch nut van
geselecteerd molecule (predictive validity) → goede chain of translatability nodig
o Goede chain of translatability als
▪ Gemeenschappelijke mechanistische basis bestaat tussen ziektemodel en
pathofysiologie
▪ Assay-endpoint (readout) en ziekte-indicator (klinisch) overeenstemmen
• Chain of translatability bij PDD
o Goed voor
▪ Infectieuze ziekten (bacteriën, virussen, parasieten)
▪ Duidelijk causaal verband tussen proteine en ziekte (bv. diabetes)
▪ Monogene ziekten (1 gen bv. mucoviscidose)
o Slecht voor
▪ Oncologie
▪ Neurowetenschappen
Verbeteren translatability
• Geen exogene stimulus (om echte situatie te simuleren)
o Niet helemaal waar want exogene stimuli hebben nut
o Antidepressiva worden getest op basis van sparteltijd van een muis → slechte simulatie
o Anti-epileptica worden getest op basis van shocks → slechte simulatie
• Gebruik van 3D-celsystemen en co-culturen → betere morfologische simulatie
• Gebruik van primaire (van patiënt) en pluripotente stamcellen (PSC, organoïden van patiënt)
o Huidige kankercellen worden al lang gebruikt → lijken ondertussen niet meer op originele
cel door genetische instabiliteit → slechte simulatie
• Moleculaire fenotypering (kan GM observeerbaar ziekte verbeteren in cel?)
o Cellulair: morfologie, proteïne aggregatie, glycogeen en lipide accumulatie, apoptose, ...
o Fysiologisch: elektrofysiologische read-outs, ....
o Moleculair: transcriptoom, proteoom, epigenetische markers, ...
• Zebravis als preklinisch model (gevalideerd voor fenflumarine (anti-epilepticum))
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Nessie81. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.