Theorieën van de internationale betrekkingen
Les 1: Inleiding: theorie? Waartoe, waarover, en wat niet?
Inleidende uitleg
Verschillende soorten theorieën/manieren van aanpak
- Typologische beschrijving
- Verklaringen
- Prescriptief (theorie vs. praktijk) → doen we niet in de les
Exacte wetenschap is een misleidende term, niks is exacte wetenschap anders zouden ze geen
onderzoek doen
- Woorden als niet exact en exact gaan we bijgevolg niet gebruiken
- Karl Popper
Hoorcollege Theorieën IB - inhoud
Wat gaan we doen?
- Overzicht bieden van analyse-benaderingen
→ Welke verklaringen van fenomenen in de internationale politiek?
- Nadruk op verklarende theorie – peilt naar causaliteit – gebaseerd op empirisch
onderzoek
Wat gaan we dus niet doen?
- ‘Hoe de internationale politiek er zou moeten uitzien’; neen, geen normatieve ‘theorie’
- Toekomstvoorspellingen / Scenario’s; neen, geen futurologie
→ Algemene vragen verlangen naar een algemeen antwoord,d.w.z. simplificaties = theorieën
Wat is een ‘theorie’?
Woord met meerdere betekenissen:
- Een verklaring voor een fenomeen (GEEN aanname, aannemen is dat je iets aanneemt
dat het zo is zonder het te testen)
- Een stelling/hypothese (statement/proposition/ prediction – Bueno de Mesquita 2003)
(en dus falsifieerbaar: ze kunnen nooit de waarheid pretenderen te gaan verkondigen)
- Een set van hypothesen
- Een geheel van aannames, concepten en hypothesen (Waltz 1979 & 1997) (gebruikt de
prof vooral: de drie dingen samen, dat is een theorie
- Aan de hand van algemene/abstracte begrippen en stellingen, waaruit
particuliere/concrete stellingen afgeleid kunnen
Antwoord op algemene vs. particuliere vragen:
- Particulier: Waarom heeft de VS Irak veroverd?
- Algemeen: Waarom voeren staten oorlog?
1
,Theorie = antwoord op algemene vraag
- Hetgeen te verklaren is = explanandum = afhankelijke variabele
- Het is een concrete en empirische vraag, die je kan transformeren naar een
algemene vraag. Het is een verschil in vraagstelling.
- Hetgeen verklaart = explanans = onafhankelijke variabele
Een theorie: is een algemene verklaring, dus enigszins abstract, en een verklaring en dus een
antwoord op een waarom vraag. Dat is hoe we het woordje gaan gebruiken in dit vak
Wat is IB? Dat zijn relaties: gaat dus minstens over 2 collectieve actoren, namelijk Staten. Daar
staat ‘internationale’ betrekkingen: niet de wereld of over wereldpolitiek, maar de relatie
tussen staten. Maar ook betrekkingen waar staten invloed hebben op ondernemingen, privé
personen of niet- statelijke actoren (terroristische organisaties, ngo’s).
Causaliteit
- Daarom: hypothetisch (Karl Popper)
- Is dus niet: ‘de Waarheid’
- Infinite regress: eindeloze reeks van verdere waarom vragen: enkel arbitrair te stoppen,
namelijk binnen de doelstelling/vraagstelling van een bepaalde theorie
- Voorbeelden:
- (in)stabiliteit: alles hangt af van de context, zelfs het woordje theorie heeft in
verschillende contexten andere betekenissen: woord dat in de internationale
politiek vaak wordt gebruikt. Wat leidt tot stabiliteit? Is een constante
oorlogsdreiging instabiel of net stabiel? Het woord zelf brengt al moeilijkheden
met zich mee. Dat is de taak van de theoreticus om het woord in de vuilbak te
gooien want je verklaart eigenlijk niks, het is te verwarrend. Je moet de juiste
vraag stellen om een verklaring proberen op te stellen.
- Oorzaken van oorlogen (klein/groot/afwezigheid) → De koude oorlog werd
beweerd dat het een afwezigheid van oorlog is. Maar het is een proxy-oorlog
geweest = weer een concept dat verwarrend is!
- Wapenwedlopen (meerdere casi)
- Oorlogsverklaring VS tegen Japan 1941 (single case) → dat doet niemand nog, ze
voeren gewoon oorlog. In statistieken gaat het naar beneden: hebben we echt
wel minder oorlogsverklaringen dan? Er zijn nog steeds veel oorlogen, en
hybride oorlogen? Dus oorlogsverklaringen, ook dat als concept, als fenomeen,
moet je eerst definiëren, vooraleer je kan beginnen aan een verklaring. Een
tweede probleem is dat je van die extreme gevallen krijgt. VN zit 20 jaar lang te
beweren dat in Europa niet meer gevochten gaat worden, Japanners vallen Pearl
Harbor aan, en dan begint de oorlog.
- Succes of falen van internationale samenwerking
2
,Bouwstenen van een theorie: aannames, hypothesen, concepten
Elke theorie werkt met aannames – impliciet of expliciet
- Vb. 1: Aanname van “unitaire actoren”
- We doen alsof staten zijn zoals individuen…
- Klopt natuurlijk niet
- MAAR deze gesimplificeerde aanname om eindeloze ketting van waaromvragen
te stoppen → het is empirisch fout maar soms kan het gewoon echt nuttig zijn
- Vb. 2: rationaliteits-aanname:
- Kosten-baten analyse (ga ik daar gelukkiger/beter van worden?)
- Methodologisch individualisme → Je moet alles kunnen reduceren naar is het nu
voordelig of niet voor je onderzoek (kosten - baten) je doet alsof de staat een
individu is omdat dat makkelijker is
- Vb. 3: machtsmaximalisatie vs. machtsbehoud/overleving
Moeten aannames realistisch zijn?
- Niet per se; hangt af van de doelstelling, en van hun nut om fenomenen te verklaren
- Natuurlijk zijn er situaties in ons leven waarin wij niet aan kosten-baten analyse doen:
we reageren instinctief, intuïtief. Maar toch kunnen we aannemen dat je meestal wél
aan kosten-baten analyse doet.
Types hypothesen:
- Ofwel probabilistisch (‘waarschijnlijker dat...’) (onder deze omstandigheden)
- ‘We hebben 79% kans dat klimaatopwarming ons de das gaat omdoen in de
Antwerpse haven’
- Ofwel deterministisch (noodzakelijke en voldoende voorwaarden)
- ‘Als het zo is dat de ijskappen smelten, zullen we met 100% zekerheid voorspeld
hebben dat…’
Wat is een goede theorie?
(Deze drie vervullen is moeilijk)
- Logisch consistent: formuleringen van oorzaak-gevolg relaties niet contradictorisch met
elkaar
- Informatiegehalte: Kan veel empirische fenomenen verklaren
- Empirisch nuttig: Kan je er de onderzoeksvraag mee beantwoorden
Richting van de causaliteit: misschien is de samenhang omgekeerd:
- „Land A is democratie geworden, omdat er vrede heerste.“
- En niet omgekeerd...
- „Land A beschermt milieu omdat het internationale milieurecht respecteert.”
- Versus: “Land A respecteert intern. milieurecht omdat burgers willen dat
milieubeschermd wordt.
- Wat is de oorzaak en wat is het gevolg? Daar moet je heel expliciet over zijn
3
, Les 2: Realisme
Realisme is een referentietheorie geworden, eerste poging om een zo zuiver mogelijke theorie
te maken die als enige ambitie had op verklarend te zijn (structureel realisme)
→ Kijkt naar interactie tussen staten, is verschillend van kijken naar het buitenlands beleid van
een staat (mag niet gemixt worden)
(Structureel realisme niet iets dat achteraf werd toegevoegd, idealisme wel als kritiek op
realisme)
Actua: India die Canadese diplomaten eist te vertrekken
- Bewuste actie van regelbreuk, normen zijn er om niet altijd nageleefd te worden
- Stuurt wel een boodschap, er zit iets achter
3 analyse niveaus in IB (Waltz 1959)
3 analyse niveaus in IB (Waltz noemt het ‘images’; Waltz 1959, Man, State and War)
1. Individueel / menselijke natuur & psychologie:
- Hangt af van de aard van de persoon in kwestie, kan een zeer egocentrische
persoonlijkheid zijn. Dit heeft gevolgen voor hoe deze persoon aan buitenlandse
politiek en beleid doet (Trump)
2. Eenheden / Units / collectieve actoren (staten; intern bestaand uit: stad(staten),
firma’s, partijen, lobby’s, NGO’s, instituties, ...)
- Toch zullen deze individuen vaak ingeperkt worden door grotere collectieve
actoren (constraint)
- Bv.: ik ga akkoord met regeerakkoord, maar plots struikel ik persoonlijk
over iets waar ik niet akkoord me ben, maar partijtucht dwingt me tot in
de lijn te blijven
- Partijen in de Belgische politiek zijn ook collectieve actoren: Ingedekt door
partijleider
- Stadstaten (Brugge, Venetië, ...) vinden we nu niet meer terug. In 16de eeuw is
er kantelmoment geweest, winnen steden of staten, van hoe wij internationale
politiek voeren (interpolitiek i.p.v. interpolis)
3. Structuur van het internationale systeem
- Stel Israëliërs doen aan cyber-warfare, dan zorgt het internationale systeem
ervoor dat andere staten dit ook willen doen door structurele dwang in het
systeem (je voelt je gedwongen als staat als je je wil verdedigen) →
Internationaal systeem
- Wat is de dwang die uitgaat van het internationale systeem op deze collectieve
actoren (zoals staten)
- Dit is waltz zijn standaard analyseniveau in zijn teksten
→ Deze analyse niveaus moeten we uit elkaar houden, eerst kijken waar de hoofdoorzaak kan
liggen
4