100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide samenvatting van 'Basisboek recht in de zorg- en welzijnssector' H4 T/M H9 €6,00   In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting van 'Basisboek recht in de zorg- en welzijnssector' H4 T/M H9

 16 keer bekeken  0 aankoop
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Dit vak heb ik gevolgd in het eerste leerjaar van Social Work op het Saxion. De theorie van dit vak is getoetst in een kennistoets. In deze samenvatting heb ik hoofdstuk 4 T/M 9 uitgebreid samengevat vanuit het boek 'Basisboek recht in de zorg- en welzijnssector'. Bij deze toets hoorde meerdere hoo...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 4 t/m hoofdstuk 9
  • 10 januari 2024
  • 32
  • 2022/2023
  • Samenvatting
avatar-seller
Samenvatting recht in de zorg- en welzijnssector H4 T/M H9
Hoofdstuk 4: Strafrechtelijke thema's
- 4.1 & 4.2

§4.1 Het eigene van het strafrecht

In het strafrecht wordt bepaald gedrag strafbaar gesteld en bedreigd met een sanctie. Sanctioneren
gebeurt de hele dag door --> positief door waardering te tonen/ te belonen en negatief door af te
keuren/ te bestraffen. Het strafrecht is een formeel negatief sanctiesysteem: formeel omdat het aan
strikte procedureregels is gebonden, en negatief omdat de overheid er bepaald gedrag mee wil
afdwingen door straf te stellen op overtreding. Alleen de overheid mag vervolgen en bestraffen; het
strafrecht behoort tot publiekrecht. Strafrecht is niet het enige systeem om bepaald gedrag te
bestraffen. In civiele recht gebeurt dat ook, door bijv. schadevergoeding te eisen na vernieling. Ook
het administratieve recht hanteert negatieve sancties door bijv. een vergunning in te trekken. Voor
bepaalde bevolkingsgroepen vervult het tuchtrecht een soortgelijke functie. Het eigen van strafrecht
is dat het reageert op crimineel gedrag. Onder crimineel gedrag wordt alles verstaan wat strafbaar is
gesteld, van moord t/m rijden zonder achterlicht. Overheid kan als enige instantie strafbaar stellen,
door wetgeving, dus als wetgever.

Art 1. lid 1 Sr formuleert dit als volgt: 'Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan
voorafgegane wettelijke bepaling.’ Hiermee is nog niet verklaard waarom het ene gedrag wel en
andere gedrag niet als crimineel is bestempeld.

Het is van groot belang om ‘eigenrichting’ te voorkomen. Als er geen instanties zouden zijn om
strafbaar gedrag op te sporten en te bestraffen (politie, OM, rechters), zou iedereen recht in eigen
handen nemen en alle problemen zouden onderling uitgevochten (moeten) worden --> toenemend
geweld tot gevolg. Afspraak is dat geweld alleen door overheid/ politie mag worden gebruikt -->
geweldsmonopolie. Dit schept verplichtingen: geweld mag niet willekeurig worden gebruikt, alleen
als het noodzakelijk is en er geen alternatief is, bijv. bij arrestatie. Dan nog mag dit alleen voor zover
dat noodzakelijk is: hoe meer verzet door arrestant wordt geboden, hoe meer geweld nodig is om
hen te arresteren.
Hierbij gelden eisen van subsidiariteit & proportionaliteit; beginselen die je in recht vaak tegenkomt.
Eis van subsidiariteit: alleen geweld toepassen als het echt niet anders kan; er is geen alternatief. Eis
van proportionaliteit: niet méér geweld toepassen dan noodzakelijk is. Hierbij hoort dat strafrecht
ultimum remedium is: laatste redmiddel, als het echt niet ander kan worden opgelost.

Bepalingen waarin gedrag strafbaar wordt gesteld, kunnen veranderen --> plaats en periode. De
maatschappelijke normen en waarden en maatschappelijke verhoudingen veranderen t.o.v. van bijv.
19e eeuw. Dit geldt niet voor alles. Strafbaarheid van diefstal/ moord bijv. is van alle tijden. Maar
bijv. het algemeen bordeelverbod is uit het strafrecht gehaald.

Vrij nieuw is echter de strafbaarstelling van bepaalde vormen van discriminatie in ons strafrecht, te
weten discriminatie wegens ras, godsdienst en levensovertuiging en seksuele geaardheid.

§4.2 Algemene regels van materieel strafrecht

4.2.1 De strafwetgever en de indeling in materieel en formeel strafrecht

,Materieel strafrecht --> verzamelnaam voor alle regels waarbij bepaald menselijk gedrag strafbaar
wordt gesteld. Staat bijv. in Wetboek van Strafrecht (Sr), in Opiumwet (strafbaarstelling drugs), Wet
wapens en munitie en andere regelingen die de overheid (Als nationale wetgever) heeft vastgelegd.

Formeel strafrecht --> verzameling regels over procedure die moet worden gevolgd. Voor strafrecht
zou je kunnen zeggen: voor overheid is alles verboden, tenzij er een regel is die een bevoegdheid
creëert. Voorbeelden hiervan zijn arrestatie, doorzoeking woonhuis en bestraffing. Want de overheid
tast hierbij bepaalde rechten van ons aan, zoals recht op vrijheid, privacy en huisvrede. Deze
regelgeving is te vinden in Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit wetboek stamt uit 1926 en is, gezien
maatschappelijk en technologische ontwikkelingen, aan vervanging toe. Hier wordt op dit moment
aan gewerkt:

- Om de indeling logischer te maken (bij elke wetswijziging worden er weer artikelen tussen
gevoegd, waardoor wetboek onoverzichtelijk wordt);
- Om de efficiency van strafproces te verhogen (bijvoorbeeld d.m.v. digitale dossiers).

Deze omvangrijke wetgevingsoperatie zal nog aantal jaar duren. In kader van deze wetswijzigingen
zijn recent de boeken 5 (2018) en 6 (2020) aan Wetboek van Strafvordering toegevoegd. Boek 5 gaat
over Internationale Samenwerking en boek 6 over Tenuitvoerlegging. Die onderdelen van dit
Wetboek hebben andere nummering; gekozen voor nummering als in Burgerlijk Wetboek: bijv. art.
6.3.8 Sv: 6 verwijst naar zesde boek, 3 naar derde hoofdstuk en 8 verwijst naar achtste artikel van dit
hoofdstuk. Oude nummering in boek 1 t/m 4 zullen nog veranderen.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Figuur 4.1 Schematische weergave formeel en materieel recht




-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

4.2.2 Onderscheid tussen misdrijven en overtredingen

Ons strafrecht ken twee categorieën van strafbare feiten:
- Misdrijven: zwaardere delicten die indruisen teen fundamentele normen en waarden in een
maatschappij;
- Overtredingen: dit zijn de delicten van de lichtere soort, betreft vooral ordenende regelgeving.

Het is een abstracte indeling, bijv. misdrijf diefstal --> zowel diefstal van veel dure sieraden als
diefstal van een banaan valt eronder. De waarde van bepaald voorwerp is dus niet van belang of iets
een overtreding of een misdrijf is. In het Wetboek van Strafrecht is duidelijk onderscheid gemaakt:

- Boek 1 (art. 1-91) algemene bepalingen;
- Boek 2 (art. 92-421) bevat alle misdrijven;

, - Boek 3 (art. 424-476) bevat alle overtredingen.

‘Overtreding’ --> meerdere betekenis. Een misdrijf kan worden omschreven als een overtreding van
een bepaalde regel. Zo is diefstal een overtreding van de Bijbelse regel ‘gij zult niet stelen’. Maar
daarmee is diefstal geen overtreding in strafrechtelijke zin, want dan spreken we van een misdrijf.
Overtredingen van Boek 3 Sr zijn dus overtredingen in beperkte, strafrechtelijke zin.
In bijzondere wetten onderscheid vaak moeilijker te vinden, meestal staat daar in speciale artikelen
welke feiten een misdrijf en welke een overtreding zijn. Het onderscheid is belangrijk omdat er
verschillende rechtsgevolgen uit voortvloeien:
- Overtredingen worden in het algemeen berecht door de afdeling kanton van de rechtbank.
- De vrijheidsbenemende sanctie bij misdrijven is gevangenisstraf, bij overtredingen hechtenis.
Straffen bij misdrijven zijn (veel) zwaarder dan bij overtredingen.
- De dwangmiddelen kunnen bij overtredingen slechts beperkt worden gebruikt.
- ‘Poging tot’ en 'medeplichtigheid aan’ een misdrijf is strafbaar, bij een overtreding geldt dit niet.
- De verjaringstermijn voor vervolging van een overtreding is veel korter dan voor een misdrijf.

4.2.3 Delictsomschrijving en de tenlastelegging

(Lees casus op bladzijde 81).

Delictsomschrijving
De term delictsomschrijving wordt gebruikt om aan te geven dat in een bepaald artikel van een wet
een verboden gedraging (het delict/ strafbaar feit) staat omschreven. De officier van justitie (OvJ)
stelt de tenlastelegging samen. Hij moet daarin alles beschrijven en (op de rechtszitting) bewijzen
wat in de wettelijke delictsomschrijving staat. Bij de vraag doodslag of moord is het bewijs van
‘voorbedachte rade’ doorslaggevend.

Tenlastelegging
Van groot belang dat de OvJ de toepasselijke delictsomschrijving ten laste legt. Alternatieve
tenlastelegging --> hierbij zijn meerdere, steeds lichtere delictsvormen denkbaar, van een zwaar(st)
naar een minder zwaar feit: moord, althans doodslag, althans zware mishandeling met de dood tot
gevolg, althans dood door schuld. Als er geen bewijs is voor het zwaardere feit, blijft er steeds een
lichter feit als alternatief over. Als rechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor ‘voorbedachte
rade’, dan blijft i.i.g. doodslag over. Als alleen art. 289 (moord, voorbedachte rade) ten laste wordt
gelegd, dan loopt de OvJ het risico dat, als de rechter de voorbedachte rade niet bewezen acht, de
verdachte geheel wordt vrijgesproken. Art. 287 --> doodslag (dus zonder voorbedachte rade).

Bij een alternatieve tenlastelegging wordt dus telkens één feitelijke gebeurtenis op verschillende
manieren juridisch beschreven; beginnen met zwaarst mogelijke feit, daarna steeds lichtere variant.

Bestaat ook een cumulatieve tenlastelegging. Dan legt de OvJ verschillende feiten ten laste omdat de
verdachte bijv. los van elkaar (mogelijk op verschillende dagen) een diefstal én een mishandeling én
een brandstichting zou hebben gepleegd. Artikelen 310, 300 en 157 Sr.

4.2.4 Schuldvormen

Rechter moet bij misdrijven altijd onderzoeken of er sprake is van schuld of opzet: de schuldvormen.
Schuld is lichte vorm, opzet de zwaardere, waarop dan ook een hogere maximale gevangenisstraf
staat. Bij overtredingen is schuld of opzet niet van belang --> bijv. bij door rood rijden maakt voor
bewijs van overtreding niet uit. De schuldvorm wordt vaak in het strafrechtartikel genoemd.

, - Voorbeeld: ‘Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig gezag (…), wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie'.

Schuld

Mensen dragen zekere verantwoordelijkheid tegenover elkaar. Als zij daar onzorgvuldig in zijn, kan
dit verweten worden. Klap uitdelen kan iedereen gebeuren. Maar opzettelijk pijn teweegbrengen kan
mishandeling opleveren en dat is strafbaar. Nog kwalijker is het als professionele opvoeder of
begeleider van gedragsgestoorden de handen niet thuis kan houden, of te wel: een speciale
hoedanigheid leidt tot grotere verantwoordelijkheid. Voorbeeld: operatieverpleegkundige vervult
ampul met verkeerde vloeistof, waardoor een patiënt overlijdt. Ze geeft aan wel op etiket te hebben
gekeken, maar betekenis drong op dat fatale moment niet tot haar door. Hoge Raad noemt het grove
schuld, onvergeeflijk. Strafrechtelijke schuld kan worden omschreven als verwijtbare
onachtzaamheid of onvoorzichtigheid. Soms moeilijk verschil te maken tussen schuld en opzet.

- Als het gevolg van zijn handelen de verdachte onverschillig liet, dan is eerder sprake van opzet.
- Was hij niet onverschillig maar heeft hij de situatie te optimistisch ingeschat, dan zal schuld
passender zijn.

Opzet

Bij opzet gaat het om de wil een fataal gevolg te bereiken en de wetenschap dat gevolg er komt door
de daad te stellen. Willens en wetens. Erg moeilijk te bewijzen wat iemand werkelijk bewogen en
bedoeld heeft, hierom wordt de intentie van de verdachte afgeleid uit diens concrete gedragingen
--> objectiveren. Als art. 287 Sr (doodslag) aan de verdachte in de casus ten laste wordt gelegd, moet
de OvJ aantonen dat hij opzettelijk, dus ‘willens en wetens', het slachtoffer heeft gedood.

Voorwaardelijk opzet
Rechtspraak acht de voorwaarden voor opzet óók aanwezig bij handelingen die wellicht openlaten of
het gevolg werkelijk bedoeld was, maar die tot de conclusie moeten leiden dat de verdachte de kans
op dat gevolg op de koop toe heeft genomen --> voorwaardelijke opzet. Als opzet in de delicts-
beschrijving/ tenlastelegging staat, is het voldoende dat voorwaardelijk opzet wordt bewezen.
- Voorbeeld: dronken, gewond persoon wordt vrijwel naakt in vrieskou achtergelaten, verdachte
zei die dood niet te hebben bedoeld. Maar dit was redelijkerwijs te voorzien zegt HR, volgt een
veroordeling op grond van art. 287 Sr (doodslag): wel opzet, voornamelijk voorwaardelijk opzet.
- Voorbeeld: persoon schiet iemand gericht/ van dichtbij in voet. Wordt poging tot doodslag ten
laste gelegd. Hier geen sprake van (voorwaardelijk) opzet op dood, omdat niet kans op de koop is
toegenomen. Is immers geen risico op raken van vitale lichaamsdelen. Dit zou anders zijn als
ongeoefende schutter op grotere afstand op iemand schiet en die persoon (bij wijze van spreken:
per ongeluk) in zijn voet raakt. Dan wel sprake van voorwaardelijk opzet op dood, want hij had
slachtoffer net zo goed fataal kunnen raken.

4.2.5 Strafuitsluitingsgronden

Als bewezen is dat verdachte bepaald feit heeft begaan, kan het tóch zijn dat hem geen straf wordt
opgelegd omdat er sprake is van strafuitsluitingsgrond. Twee soorten van strafuitsluitingsgronden:
- Rechtvaardigingsgrond: er is rechtvaardiging voor gedrag. Het is wel in strijd met strafbepaling,
maar handelen van verdachte is niet wederrechtelijk, ofwel het heft de wederrechtelijkheid op.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisakrol1207. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73091 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,00
  • (0)
  Kopen