Levenslooppsychologie samenvatting Luna Boudewyn
LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE
DEEL 5: DE ADOLESCENTIE
Adolescentie → adolescenten w x meer beschouwd als kinderen & nog niet als
volwassenen
Grote fysieke, cognitieve en sociale veranderingen
H14 DE FYSIEKE ONTWIKKELING IN DE ADOLESCENTIE
14.1 De fysieke rijping
Culturen en religies → ceremonies en rituelen (bv. Joden, Bar Mitswa, lentefeest, Awa-
stam…)
DOEL: het symbolisch vieren v/h begin v/d fysieke veranderingen die een kind
naar de drempel v/d volwassenheid leiden
14.1.1 Groei in de adolescentie
Zeer snelle toename in lengte en gewicht = pubertaire groeispurt
- Jongens: 10.5cm / jaar (start op 12 jaar)
- Meisjes: 9cm / jaar (start op 10 jaar)
2 groeisprongen tegelijk = groeien en seksuele groeispurt
meisjes zijn dus even groter en breder dan jongens
14.1.2 Puberteit: begin seksuele rijping
Puberteit → ontwikkeling geslachtsorganen
- Jongens: 13/14 jaar
- Meisjes: 11/12 jaar
Hypofyse geeft aan klieren signaal om geslachtshormonen aan te
maken
krijgt volwassen hoeveelheden hormonen (ontstaan van secundaire
geslachtskenmerken)
- jongens: androgenen
- meisjes: oestrogenen
groeihormoon komt vrij < hypofyse
Puberteit bij meisjes
Menarche → gekoppeld aan welvaart, omgevings- en culturele factoren: als je
weinig eet kan menstruatie later komen
1
,Levenslooppsychologie samenvatting Luna Boudewyn
Steeds vroegere puberteit: seculaire trend trend die we over grote
bevolkingsgroepen waarnemen (meisjes krijgen steeds vroeger menarche)
Primaire geslachtskenmerken → voorbeeld: vagina, schaamlippen
Secundaire geslachtskenmerken → voorbeeld: schaamhaar (11 jaar), heupverbreding,
puistjes ontstaan, stemmingswisselingen, borstontwikkeling (10 jaar), okselhaar (13 jaar)
Puberteit bij jongens
Primaire geslachtskenmerken → voorbeeld: penis, scrotum, prostaat,
zaadballen
Spermarche of semenarche = eerste zaadlozing (13 jaar)
Start groei penis 12 jaar → 16 jaar volgroeid
Secundaire geslachtskenmerken → schaamhaar (12 jaar), baardhaar, adamsappel,
stemverandering, stemmingswisselingen
Een jong lagere schoolkind is vaak mooi in evenwicht: door de puberteit gaat dit
allemaal om zeep, de verhoudingen zijn niet meer zo goed
14.1.3 Beeld van het eigen lichaam: reacties op fysieke veranderingen
Hoe ervaren meisjes menarche? Nu positiever dan vroeger, sommigen halen er groei
in eigenwaarde uit en staan hierdoor bewuster in het leven, lichaam verandert veel dus je
voldoet niet meer aan het schoonheidsideaal
Hoe ervaren jongens spermarche? Moeilijker om dit te weten want dit w niet vaak
besproken omdat het een teken is van hun ontluikende seksualiteit
14.1.4 Timing van de puberteit: vroege en late rijping + gevolg
Vroege rijping
- Jongens
o sociaal voordeel want is al voor de rest groter, sterker … → populairder
o nadeel: problemen op school (criminele activiteiten, gebruik van
verslavende middelen, beïnvloed door oudere jongens)
- Meisjes: psychisch lastiger, hangt af van culturele normen/waarden en v/h meisje
zelf
o voordeel → populairder bij oudere jongens MAAR nadeel → nog x klaar voor
Late rijping
JONGENS
Nadeel jongens > meisjes → jongens die kleiner/ lichter zijn w minder aantrekkelijk
gevonden
→ dit kan voor jongens lastig zijn: nadeel sportactiviteiten
MAAR op lange termijn heeft dit voordelen
2
,Levenslooppsychologie samenvatting Luna Boudewyn
→ zij moeten andere dingen ontwikkelen om bij een groep te horen (bv. grappig zijn,
assertiviteit, voorstellingsvermogen …): hebben extra talenten
MEISJES
Meisjes die later rijpen hebben lang het figuurtje (slankheidsideaal), krijgen groeispurt,
zijn vaak mentaal sterk hierin
je moet hierover kunnen praten met kinderen en over hoe zij dit beleven
iedereen is anders dus reageert anders
Het complexe beeld van vroege en late rijping
→ reacties op vroege en late rijping leveren complex beeld op: rekening houden met
complete systeem aan factoren waardoor individuen beïnvloed worden
- voorbeeld: rijping, groeispurt, vriendenclubs, dynamiek in gezin, scholen…
14.1.5 Hersenontwikkeling en denken: opmaat voor cognitieve groei
= Aantal neuronen, cellen in het zenuwstelsel + onderlinge verbindingen nemen toe
Prefrontale cortex = deel v/d hersenen waarmee mensen denken, oordelen en
complexe inschattingen maken zoals alleen mensen dat kunnen
grondslag toenemend complexe intellectuele prestaties tijdens adolescentie
zorgt voor beheersing impulsen MAAR prefrontale cortex pas volgroeid op 25 jaar
o voorbeeld: een 15-jarige zal zijn woede niet onder controle kunnen houden
en het bijhorende gedrag niet kunnen onderdrukken
verandering in hersendelen die gevoelig zijn voor dopamine (en aanmaak
daarvan)
o voorbeeld: adolescenten minder gevoelig voor effecten van alcohol: meer
drank nodig voor ze stimulerende eig. merken → hogere alcoholconsumptie
Slaapgebrek
= slaapritme verschuift regelmatig, ze zijn nog geactiveerd i/d avond (gaan later naar
bed)
→ 9u slaap/ nacht nodig om uitgerust te voelen
→ MAAR vaak i/d week niet haalbaar, vanwege vroege lessen (verdwaasde toestand van
slaapgebrek: lagere cijfers, vaker depressief, stemmingswisselingen) weekend wel
mogelijk
14.2 Stress en manieren om ermee om te gaan
Stress → onderdeel van het bestaan van vrijwil iedereen
- negatief voorbeeld: te veel hooi op je vork nemen
- positief voorbeeld: toegelaten worden op de universiteit
Biologische reactie: hormonen uitgescheiden door bijnieren
voordeel: noodreactie in zenuwstelsel bereidt mensen erop voor dat ze zich moeten
beschermen tegen plotselinge, dreigende situatie
- voorbeeld: hart sneller kloppen, bloeddruk stijgt, versnelde ademhaling, zweten …
Nadeel op lange termijn: voortdurende blootstelling aan stresshormonen uitputting
- voorbeeld: vatbaarder voor ziekten
3
, Levenslooppsychologie samenvatting Luna Boudewyn
zowel acute stressoren (plotselinge eenmalige gebeurtenissen) als chronische
stressoren (doorlopende gebeurtenissen of vaste omstandigheden) kunnen
fysiologische gevolgen hebben
14.2.1 De oorzaken van stress: reageren op de uitdagingen van het
leven
Vooral in tienerjaren last van → ingrijpende gevolgen: hoofdpijn, rugpijn, eczeem,
spijsverteringsproblemen, chronisiche vermoeidheid, slaapstoornissen, verkoudheid
Stress kan leiden tot psychosomatische aandoeningen
→ voorbeelden: maagzweren, astma, artritis kunnen veroorzaakt/ verergerd w door stress
14.2.2 Omgaan met stress
Copingstrategieën = 4 manieren om met stress om te gaan (coping)
1. Probleemgerichte manier = als je van iets stress krijgt het probleem zelf
aanpakken
2. Emotiegerichte manier = je houdt uw stress onder controle door emoties te
hanteren
3. Sociale steun = beseffen dat je niet alleen bent →= vertellen aan anderen
4. Defensieve strategieën = probleem niet aanpakken, maar vermijden
o Voorbeeld: stress voor examen en uitstellen van werk, alcohol drinken voor
de stress weg te doen
Eerste drie copingstrategieën zijn goede manieren
14.3 Bedreigingen van het welzijn van adolescenten
14.3.1 Voeding: brandstof voor groei + een gewichtige zaak
In tienerjaren: veel voedselconsumptie nodig
- Veel calorieën nodig
o Meisjes: 2200
o Jongens: 2800
- Essentiële voedingsstoffen
o calcium→ melk: bevordert groei botten/voorkomt osteoporose latere leeftijd
o ijzer → bloedarmoede voorkomen
Belang van gezonde en evenwichtige voeding
Obesitas
→ Te weinig lichaamsbeweging (vnl. oudere, allochtone meisjes) < cultuurnormen
→ Ongunstige trend in voeding
NADELEN
- Psychologische consequenties: jongeren vinden het heel belangrijk hoe ze eruit
zien
- Gevolgen voor de gezondheid: last bloedcirculatie(verhoogde bloeddruk +
diabetes)
- Adolescenten met obesitas hebben 80% kans om als volwassene meer dan 20%
overgewicht te ontwikkelen
4