100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting fonetiek en psycholinguïstiek €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting fonetiek en psycholinguïstiek

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van het hele vak 'fonetiek en psycholinguïstiek'. Er staan ook verschillende vragen bij die mogelijks op het examen kunnen komen.

Voorbeeld 4 van de 44  pagina's

  • 12 januari 2024
  • 44
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
anketjehh
Fonetiek en psycholinguïstiek
0. communicatie
Onderscheid tussen:

Verbaal Non-verbaal
= met woorden bv: lied, lezing = geen woorden, bv: zwaaien
Mondeling Schriftelijk
= via mond, bv fluiten, spreken, wauw Bv poster, krant
Eenzijdig Tweezijdig
= directe reactie niet mogelijk bv fiche, speech = wisselwerking, bv telefoongesprek
Voorbeelden

- Verbaal, mondeling, eenzijdig: film, kookprogramma
- Non-verbaal, mondeling en tweezijdig: lachen
- Non-verbaal, schriftelijk éénzijdig: pictogram, foto
- Verbaal, schriftelijk en tweezijdig

0.1 productie en comprehensie
Bij communicatie best gespecifieerd

Productie  comprehensie

Productie = vertellen (zender)
comprehensie = begrijpen van de taal (ontvanger)

Communicatiewijze: oraal  auraal:

Oraal = via de mond (=productie)
auraal = via de oren (=comprehensie)

(Gestueel = met gebaren)
(grafisch = met letters)

Symbolische gehalte

Intentioneel niet-intentioneel
intentioneel= communiceren met bedoeling
niet-intentioneel= boodschap geven terwijl niet de bedoeling was (bv onbewust boos kijken)

Symbolisch: arbitraire niet-arbitraire
arbitraire (willekeurig)= bv een beker wordt toevallig beker genoemd
niet-arbitraire= bv een huis uitbeelden: duidelijke linken om het over te brengen



Communicatiemodel
Zender codering boodschap decodering ontvanger


Coderingsysteem: klanken en letters

Zender: in hoofd boodschap coderen (= communicatieve intentie in klanken en letters, symbolen)

Ontvanger: boodschap in hoofd coderen om te begrijpen  decoderen

,Als het fout loopt?

Externe ruis = fout zit bij codering (zender) of decoderen (ontvanger), bv fout verstaan
interne ruis = fout in de boodschap zelf

Bv interne ruis: het schilderij van mijn zus

Totale communicatie:

= De zender spreekt en de ontvanger luistert



Boodschap coderen

Relatie tussen voorwerp en code




Signifié= de voorstelling in het hoofd (idee, begrip)

Signifiant= gesproken woord, taalteken

Conventie= klankenreeks

1: relatie tussen het mentale concept en het voorwerp zelf

2: relatie tussen het mentale concept en het teken, ten gevolg van de taalontwikkeling

3: relatie tussen het voorwerp en teken, is willekeurig (meestal geen directe link)

Mate van codering (=symbolische gehalte van de boodschap)

Non-vocaal Vocaal
Gebaren (gestueel) Schrift (grafisch) Oraal-auraal
Symbolisch
= abstract vanwege
arbitraire Gebarentaal/ Geschreven tekens/ Woorden
conventionele band systemen symbolen
met de referent
Pre-symbolisch Wijzen naar
= tussenpositie vervangobjecten Eerste tekeningen Bewuste geluiden

Niet-symbolisch
= minder abstract,
onderdeel van Bewegingen, / Geluiden
gemoedsgesteldheid houdingen
of communicatieve
intentie
 Bepaald hoe ingewikkeld of eenvoudig taal is (ontwikkeling kind van beneden naar boven)

,Gebaren:

- Bewegingen/ houdingen= geen universele afspraak maar wel herkenbaar bv houding v pijn
- Wijzen naar vervangobjecten = afspraak tussen bepaalde mensen bv kind wijst naar bal
betekent in ene familie ‘ik wil spelen’ andere familie ‘kijk bal’
- Gebarentaal: universeel

Schrift:

- Eerste tekeningen: afspraak tekeningen kind niet universeel bv kind tekent hond, maar ziet
niet meteen dat hond is
- Geschreven tekens/ symbolen: letters koppelen klanken, huis tekenen met eigenschappen

Vocaal:

- Geluiden: baby maak ‘onbewust’ geluiden, ouders weten wat betekent
- Bewuste geluiden: knd beseft geluiden iets betekenen, ouders gaan begrijpen
- Woorden: aaneenschakeling geluiden

0.1 vorm, inhoud en gebruik
Taal = 3 dimensies

1. inhoudelijke dimensie

= iets wat je wilt zeggen, de betekenis

2. vormelijke dimensie

= hoe we iets willen zeggen, tekens/symbolen om inhoud aan te wijzen

3. Utilitaire dimensie

= taal voor iets gebruiken, een doel: contact functie, communicatieve intentie

 Wat uit je mond komt: taaldaad, taalbehandeling, speech acts

Soorten taaldaden:

Betekenis Voorbeeld
Directieve Letterlijk of figuurlijk iets bekomen bij Wil je het handboek
iemand anders. Actie verwacht meebrengen
Expressieve Gevoel uitdrukken Het spijt me

Representatieve Iets meedelen, vertrokken vanuit Morgen gaat het regenen
waarheid
Commissieve Actie voor jezelf opstellen Ik ga je terugstorten

Declaratieve De wereld voorstellen alsof het vanop Je bent ontslagen, ik verklaar
(performatief) moment veranderd is jullie tot man en vrouw


Pragmatische vaardigheden:

= mate waarin men in sociale omvang taal als instrument kan gebruiken

Is aangepast aan: partner, situatie (zie bv dia 23) en context

, Taalregister= bepaald taalgebruik aan bepaalde personen koppelen
bv tegen je baas spreek je anders dan teken je partner

Belangrijke termen taalgebruik
Receptie= standpunt luisteraar

Deiktische terminologie:

= woorden die van betekenis veranderen als de context veranderd, zonder context geen betekenis

Bv morgen een afspraak 14u.  wanneer morgen? Waar?

Inferenties:

= gegeven dat uit de boodschap gehaald kan worden, niet letterlijk staat. Vanuit dat mensen weten
waarover gaat  kennis gesprekspartner weten

Bv Jan heeft een Opel Corsa, Jan heeft Britse korthaar

Productie = standpunt van de spreker

Anaforen:

= verwijzingen, een woord of woordgroep die naar iets anders verwijst dat meestal net iets later/
eerder genoemd werd

Bv jan is gevallen. ‘hij’ heeft pijn

Presuppositie:

= vermogen om rekening te houden met voorkennis van ontvanger

Bv route beschrijven: weten waar vertrekt en hoe goed iemand weg kent, oud persoon vertelt over
ander persoon en gaat er vanuit dat je deze persoon kent

1. Psycholinguïstiek
= innerlijke, mentale deel van communicatie

spreken en verstaan
Schema 1




Schema 2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anketjehh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen