ANATOMIE: PATHOLOGIE
HFST 3: Aandoeningen van het uitwendige oor (68-79)
3.1 Aandoeningen van de oorschelp
3.1.1 Congenitale afwijkingen (= aangeboren)
▪ Preauriculaire aanhangsels (tss mondhoek en tragus, bevatten soms KB)
o Preauriculaire sinus: fistel van helix tot ghg)
→ Behandeling: excisie: huidafwijking weggesneden
o Microtie: misvorming of afwezigheid vd oorschelp (samen met afwijkingen (stenose of
atresie) vd uitwendige ghg (zie 3.2.1) en/of anamolieën vh MO en eventueel n. facialis
3.1.2 Traumata
▪ Traumatische letsels (vb. Scheuren door oorringen, beten door huisdieren komen vaak voor)
→ snelle behandeling = belangrijk
o Oorschelphematoom (othematoom): door stomp trauma: de huid met het
perichondrium w verschoven tov onderliggende KB → bloedvaatjes scheuren →
ontstaat een hematoom → niet behandelen: (necrose vh KB): ontstaan bloemkooloor
o Verbrandingen vd oorschelp: vaak deel van uitgebreide verbrandingen vh gezicht
▪ Behandeling: gericht op preventie infectie en (peri)chondritis
3.1.3 Ontstekingen
▪ Impetigo (krentenbaard): bacteriële aandoening (veroorzaakt door een streptokok (groep
bacteriën) / behandeling; antibiotische zalf
o Allergische dermatitis: ontsteking oorschelp door allergische reactie op oordruppels
of zalven
o Perichondritis/chondritis: traag evoluerende gelokaliseerde ontsteking vh KB vh
uitw. oor door infectie/scheur/operatie
▪ Oorschelp is warm, rood, verdikt en eventueel fluctuerend
▪ Serum, pus tss perichondrium en het KB
▪ Behandeling: intraveneus toegediende antibiotica, al dan niet met lokale
drainage. Debrideren: necrotisch (dood) weefsel weggehaald, zodat dit de genezing
van de wond niet in de weg staat
o Chondrodermatitis nodularis helicis: klein ovaal knobbeltje met korst bij
helixrand/anthelix
▪ Unilateraal (aan 1 kant) en vooral bij oudere mannen
▪ Gebruik van koptelefoon, druk door slapen op die zijde, samen met
actinische (ruw plekje) schade speelt een rol
▪ Pijn, zeker bij aanraking en druk
▪ Behandeling: excisie (huidafwijking wegsnijden) bij pijn en eventueel om een
plaveiselcelcarcinoom of basocellulair carcinoom te sluiten
o Relapsing polychondritis: recividerende (terugkomende) en progressieve episoden
van ontsteking en destructie van KB (vooral oorschelp, neus, larynx, trachea, bronchi,
buis v. eust, ribben, gewrichten
▪ Het is een multisysteemziekte: ook oogafwijkingen, cochleare aantasting,
cardiovasculaire en repiratoire problemen. Wss een auto-immuumziekte
1
Rozane Roels – Anatomie 22-23
, ▪ Therapie: non-steroïde anti-inflammatoire medicatie en in ernstigere
gevallen: corticosteroïden, immuunsuppresieve of immuunmodulerende
medicatie (zoals monoclonale antilichamen en anti-TNFa)
3.1.4 Tumoren
BENIGNE TUMOREN (om cosmetische redenen chirurgisch verwijderd) Hieronder een paar typische
afwijkingen:
▪ Atheroomcyste: Meestal aan achterkant vd oorlel. Kan bij ontsteking of omvang problemen
geven.
o Bij klachten: Behandeling: makkelijk wegsnijden
▪ Keloïd: Harde, gladde, pijnloze zwelling
o Treedt posttraumatisch op (piercing etc.), vaak jeuk
o Behandeling: afh vd uitgebreidheid met drukverband, corticoïdeninfiltraties, ofwel
chirurgische excisie (wegsnijden), eventueel gevolgd door brachytherapie (inwendige
bestraling)
▪ Pseudocyste/cystische chondromalacie: pijnloos, unilaterale optredende zwelling vh KB vd
oorschelp
o Meestal bij jonge patiënten ter plaatse van scapha en fossa triangularis
o Onverklaarbare cystische degeneratie vh KB vd oorschelp
o KB is verbreed en centraal holte gevuld met waterige gelige vloeistof
o Relapsing polychondritis
MALIGNE TUMOREN
▪ Basocellulair carcinoom: meest voorkomende maligne tumor vd huid en gaat uit vd basale
cellen vd epidermis
o De tumor zaait nooit uit, wel lokale destructieve groei
o Ontstaat door aan zon-geëxposeerde huid
o Behandeling: excisie (wegsnijden) met histologische (weefsels) controle op
volledigheid van de resectie (wegsnijding) → Mohs micrografische chirurgie
aangewezen bij grote tumoren en recidieven (terugkomende)
▪ Plaveiselcelcarcinoom
o Metastaserende tumor (snel uitzaaien en groeien) die uitgaat van de keratinocyten
(cel waaruit opperhuid is opgebouwd)
o Vaak bij oudere mensen en ontstaat op vooraf bestaande afwijkingen
o Typisch klinische beeld: ulcuratie (vorming van een zweer) met onderhuids weefsel
of een bloemkoolachtige harde opzetting
o Behandeling: vooral chirurgisch. Soms radiotherapie overwogen
▪ Melanoom
o Metastaserende tumor (snel uitzaaien en groeien) die uitgaat vd melanocyten
(pigmentcellen)
o Incidentie (aantal nieuwe gevallen): laatste jaren flink gestegen door het veranderde
zongedrag
o Enkele risicofactoren zoals zonverbrandingen op kinderleeftijd…
o Prognose is afh van de tumordikte (breslowclassificatie) en het klinische stadium
o Behandeling: Excisie (wegsnijden) met ruime marge, al dan niet met
schildwachtklierprocedure (markeren en verwijderen schildwachtklier)
▪ Schildwachtklier positief → indicatie voor halsklierdissectie overwogen
▪ Bij kliermetastasen (uitzaaiingen) < 1mm vormt strikte follow-up een
waardevol alternatief voor bijkomende chirurgie
2
Rozane Roels – Anatomie 22-23
, ▪ Kaposisarcoom: Proliferatie (groei of verspreiding) van capillairen en perivasculair
bindweefsel
o Kenmerken ziekte: paarse tot bruine vlekken en knobbeltjes (noduli)
o Deze aandoening komt in agressieve vorm voor bij aids
o Behandeling: hangt af van type kaposisarcoom: ofwel chirurgie, radiotherapie, anti-
virale therapie, chemotherapie of immunotherapie
3.2 Aandoeningen van de uitwendige gehoorgang
3.2.1 Congenitale afwijkingen
▪ Congenitale atresie
o Verschillende graden van ernst: van een totaal afwezige ghg tot een vernauwde, met
bindweefsel gevulde gang
o Afwijking kan samen voorkomen in combo met afwijkingen vd oorschelp en/of
afwijkingen vh MO, aber kan ook geïsoleerd voorkomen
o Afwijking komt veelal voor als onderdeel van een syndroom (par 4.1)
o Zie ook (par 3.3.2)
3.2.2 Oorsmeerprop
▪ Oosmeer, afgeschilferd epitheel, haartjes en stofpartikels
▪ Pas klachten na volledige afsluiting ghg
▪ Drukgevoel en oorsuizen in het aangedane oor
▪ Behandeling/verwijderen cerumen: cerumhaakje of -lusje, oorzuiger, uitspuiten pas als TV
intact is
3.2.3 Corpus alienum
▪ Zeer frequent probleem (in de ghg)
▪ Langtijdig in ghg → pas opgemerkt bij pijn, gehoorverlies, foetide otorroe veroorzaken
▪ Best spoelen vd ghg, GEEN pincet gebruiken, eventueel zuiger of haakje
3.2.4 Ontstekingen
▪ Otitis externa (buitenoorontsteking) = aandoeningen vh uitwendige oor waarbij een diffuse
ontsteking vd huid vd uitwendige ghg aanwezig is
o Vaak recidiveert de aandoening
o Factoren die bijdragen tot het ontstaan vd aandoening:
▪ Nauwe of gekromde ghg
▪ Maceratie (zacht maken, weken) vd huid
▪ Afwezigheid natuurlijke (zure) beschermlaag) op de huid
▪ Huidaandoening (vb eczeem)
o Oorzaak zowel acute als chronische vorm ottitis externa = zeer verschillend
▪ Trauma (oorspoelen), irritatie stukje hoortoestel, excessief reinigen vd ghg,
MO infectie met vochtafscheiding…
▪ Verwekkers kunnen bacteriën en/of schimmels zijn
▪ Klinisch beeld (= zeer uitlopend): stadia onderscheiden
o Pre-inflammatoir stadium
▪ Afwezigheid normale beschermende lipidenlaag vd huis door frequent
zwemmen, douchen, excessief reinigen ghg
▪ Huid ghg is rood en jeukt, schilfert → krabben → visuele cirkel
o Acuut inflammatoir stadium
▪ Gekenmerkt door ongemak of pijn bij manipulatie vd tragus
▪ Huis is licht erythemateus (roodheid), soms gezwollen
3
Rozane Roels – Anatomie 22-23
, ▪ ophoping van vuil (accumulatie van débris) → zwelling of groenig beslag →
periauriculair oedeem kan ontstaan
▪ Pijn w prominenter: pijn bij kauwen en manipulatie vd oorschelp
▪ Volledige obliteratie (vernietiging) vd ghg → gehoorverlies
▪ Huid ghg pustels en papels → geslacht v bacteriën gekweekt
o Chronisch stadium
▪ Verdikking en zwelling vd huid vd ghg → vernauwd
▪ Droge adherente schilfers
▪ Grijsbruinig tot groenig foetide (stinkend) beslag aanwezig
▪ TV mat verdikt
▪ Aanwezigheid gramnegatieve bacteriën en soms schimmels
▪ Gehoorverlies kan voorkomen door vernauwing ghg en acc. van débris
▪ Behandeling (goede reiniging vd ghg)
o Acuut inflammatoir stadium:
▪ Ghg zorgvuldig gereinigd (kweekname soms ook)
▪ Bij zwelling: vochtige tampon 24u in oor: betere inspectie en reiniging kan
plaatsvinden, soms nog eens herhaald erna
▪ Topische waterige oordruppels, bij voorkeur met een corticosteroïd
(hormoon): behandeling moet 10 dagen duren + verbod op water in oor (niet
zwemmen, douchen…)
▪ LOKALE BEHANDELING:
• Enkele verschillende dingen om te gebruiken (p74)
• Oppassen: langdurig gebruik antibiotische druppels: selectie van
resistente kiemen in de hand werken of schimmels kans geven om
overhand te krijgen / Langdurig gebruik oordruppels: kan leiden tot
allergische dermatitis
▪ VERMOEDEN SCHIMMELINFECTIE:
• Zorgvuldige en herhaalde reiniging nog belangrijker
• Débris kan een prop vormen (wattenprop)
• Jeuk diep in de ghg
• Accumulatie van débris → secundair gehoorverlies
• …behandeling (druppels)
o Chronisch stadium
▪ Episoden van acute infecties, afwisselend indolente (trage) periodes →
vernauwing (stenose) vd ghg
▪ Behandeld zoals hierboven of orale kuur met corticosteroïden om chronisch
verdikte huid te ontzwellen
o Preventie
▪ Maceratie (weken, zacht maken) vermijden: zure oordruppels…
▪ Chronisch granulerende otitis externa
o Slecht ruikend beslag met granulatie (tweede fase (zie wondfases) in de wondgenezing. De wond
vult zich met nieuw, tijdelijk weefsel) → weefsel op TV en op ghg (benig gedeelte)
o CT scan en nemen van biopten is gewenst
o Na reiniging: verbranding weefsel (cauterisatie)
o Aanwezigheid schimmels: moeilijk aan te tonen
o Vaak langdurig en repetitief worden behandeld
o Huidtests, jeukbehandeling
o Wanneer aandoening stenose of atresie: chirurgisch ingrijpen
4
Rozane Roels – Anatomie 22-23