Grote open vragen van inleiding tot de heelkunde
- Bespreek de stappen bij wondverzorging
o Reiniging: stromend water of fysiologische zoutoplossing
o Ontsmetting met waterige antiseptische oplossing
Bloeding? Stelpen
Necrose? Debridement
Hechting nz?
o Steriel verband
o Immobilisatie (spalk/gips) + hoogstand (<> oedeem)
Jersey kous, gipsatella, draagdroek, velpeau
o Extra maatregelen:
Vetverband bij schaaf of brandwonde
Speciaal opgeleide verpleegkundigen voor verzorging van grote wonden (=
wondteams)
Pijnstilling?
Tetanus vaccinatie?
- Bespreek de verschillende wondsoorten (a schadelijk agens, b klinische aspecten en c
therapeutische aanpak)
o Snijwonde
A: scherp voorwerp
B: vitale wondranden die mooi geapproximeerd kunnen worden
C: diepte wonden beoordelen omdat beschadigde dieper gelegen structuren
zoals spieren ook gehecht moeten worden + hechten
o Steekwonde
A: puntig voorwerp
B: diepe wonde met bijgevolg vaak getroffen onderliggende organen ->
inwendige bloedingen of perforatie van hol orgaan
C: pt in observatie houden of chirurgische exploratie van de wonde
o Schaafwonde
A: huidoppervlak wordt tangentieel geraakt door ruw oppervlak
B: oppervlakkig
C: spontane heling
B: uitgesproken: ganse huid is afgestroopt van bv lidmaat
C: huidgreffe
o Kneuswonde
A: huid prangen tussen voorwerp en ondergrond
Externe druk
o B: inbreng van bacteriën/vreemd materiaal
o C: spoelen (?)
Interne druk (benigne structuur)
o B: lokale huid- en onderhuidse weefselnecrose
o C: debridement en secundaire sluiting met
huidgreffe/myocutane flap
o Scheurwonde
A: machines
B: verhakkeld voorkomen
, C: heling per secundam (?)
o Schotwonde
A: kogel
B: combo van steek-, kneus- en brandwonde
C: uit & ingangspoort zoeken en indien nodig chirurgisch verwijderen
o Bijtwonde
A: tanden
B: combo van kneus- en scheurwonde -> steeds besmet; verhakkelde of
necrotische wondranden
C: exploratie en heling per secundam
o Vrieswonde
A: droge koude, direct contact met ijs, vloeibaar stikstof, koude metalen,
lange blootstelling aan lage buitentemperaturen in vochtige omgeving
Spannend schoeisel, immobilisatie, natte kleren en vochtige huid dus
belangrijke rol
B: kristallisatie van cytoplasma, necrose en trombose; meestal voeten, tenen,
vingers, oren, neus
C: lauw water met verwijderen van necrotisch weefsel (?)
o Brandwonde
A: hete vloeistof, open vlammen, stoom, warme metalen, ontploffing,
hoogspanningsstroom, chemische verbranding, langdurig wrijven
B: cellaesie, necrose en trombose
C : afhankelijk van graden (zie volgende uitgewerkte vraag)
- Beschrijf brandwonden
o Oorzaak: hete vloeistof, open vlammen, stoom, warme metalen, ontploffing,
hoogspanningsstroom, chemische verbranding, langdurig wrijven
o Klinisch aspect: cellaesie, necrose en trombose
o Graden:
1: zonnebrand
Afschilfering + epidermale roodheid (erytheem)
Heling in 3-5d
2: dermaal
Oppervlakkig:
o Blaren -> open knippen -> vocht er uit
o Heling in 10-21d
Diep:
o Wit & gevoelloos
o Tot aan zenuwen
o Huidgreffe
o Achterblijvend litteken
3: subcutis
Perkamentachtige huid -> huid = dood
Huid verwijderen & vervangen door greffe
4: spier & bot
Verwijderen en
o Weke delen bedekken met myocutane flappen
o Botgreffes ipv het dode botweefsel
, o 1e opvang
Via regel van 9 het totale oppervlak berekenen dat verbrand is -> bepaalt
behandeling en evt doorverwijzing
Nek & gonade = 1%
Arm, gezicht = 9%
Rug, buik, borst, been= 18%
- Beschrijf het klinisch verloop vd wondheling
o Per primam:
Zuivere wonde (snijwonde of incisie na heelkunde)
Goede appositie vd wondranden
Weinig ontsteking
Weinig littekenvorming
Wondranden vanzelf of met hechting approximeren
o Per secundam = natuurlijke wondheling
Openstaande wonde
Geen hechting wegens infectierisico
Inflammatie, granulatie, epithelialisatie
Wondretractie (verkleining wondopp) -> meer littekenvorming
o Per tertiam = vuile wonde
Intermediaire vorm
Bij voldoende granulatie de wondranden approximeren
Secundaire sutuur
Uitgestelde hechting
Ook na wonddehiscentie: wonde spreiden zodat etter er uit kan -> spoelen ->
na tijdje terug zuiver -> secundaire sutuur
- Bespreek de vormen van verwikkelde wondheling
o Wondinfectie
o Keloïd: verdikt litteken id breedte
o Hypertrofisch litteken: verdikt litteken id hoogte
o Atone wonde: wonde waar geen leven in zit
o Wonddehiscentie: wonde laat los door infectie of ↑ wondspanning
o Incisionele hernia/wondbreuk: alles onder de wonde komt los
Eventratie: darmen onder huid -> peritoneaal vocht uit wonde
Evisceratie: huid breekt open -> darmen puilen uit wonde
o Cutiswonde: open subcutis bv striae bij zwangerschap
o Steek/naadabces: niet-resorbeerbare draad niet opgelost
o Sutuurgranuloma: te veel uitpuilend granulatieweefsel bij heling per secundam
o Briden/vergroeiingen: strangulatie of obstructie
Peritoneum/pleura -> geraken gekneld tussen litteken
o Sinus: opening in de huid waar etter uit komt
- Bespreek algemene controles & maatregelen bij heelkundige ingreep
o Chronische ziekten
o Allergieën
o Abusus (alcohol, nicotine, drugs)
Geven post-op mogelijks ontwenningsverschijnselen
o Bloedverdunners stoppen
o Chronische medicatie IV