3. COMMUNICATIE (PG 68-93 + PP)
Belang van communicatie
- Overal en altijd aanwezig
- Integraal deel leven: terugvallen op enorme ervaringsbasis
Toenemend belang van communicatie Verspreiding van kennis en informatie
• Meer en vaker
• Groter bereik
• Cumulatief
3.1 Introductie tot communicatie
3.1.1 Systeemtheorie als startpunt
Systeembenadering:
- = Een visie op het leven die ons helpt communicatie in een breder kader te
zetten
- Helpt ons om te kijken naar
o De werkelijkheid, mensen, situaties en gebeurtenissen
En de communicatie die tussen deze mensen, tijdens deze
situaties en gebeurtenissen tot stand komt
- Kern van het systeemdenken: De men is geen gegeven is op zich, maar staat
voortdurend in relatie tot zijn omgeving
- Mensen gedragen zich in onderlinge wisselwerking
o Elk gedrag daarin is communicatie, heeft een betekenis: het is
beïnvloed door en het beïnvloedt tegelijk de andere personen en hun
gedrag.
- Mensen hangen eigenlijk aan elkaar; ze zijn als het ware met elkaar
verbonden
o We zitten met elkaar in een systeem
o Elk van ons maakt deel uit van verschillende systemen: het gezin, de
partnerrelatie, de vriendenkring, het werkteam, de klas, de
maatschappij,...
Als 'element' van een systeem zijn we op zo'n manier met
andere elementen verbonden, dat wanneer één element
verandert, dit een weerslag heeft op de andere en op het
systeem als geheel.
Een systeem is een samenhangend en ondeelbaar geheel van
elementen met hun onderlinge relaties, dat zich bevindt in een
toestand van dynamisch evenwicht.
1
, 3.1.2 Algemene definitie
“Communiceren is meer dan enkel communiceren”
Communicatie is de uitwisseling van boodschappen1 tussen mensen die zich in een
sociale verhouding2 ten opzichte van elkaar bevinden. Deze uitwisseling gebeurt is
niet enkel een zaak van woorden maar ook van daden3 en kan zich op verschillende
manieren4 uiten.
3.1.3 Vormen van communicatie
• Verbale communicatie: woorden, zinnen of geluiden
• “wat je zegt”
• Para-verbale communicatie: de stemtaal
• Omvat alle aspecten van de gesproken taal en de geluiden daarbij,
behalve de woorden zelf
• Geluidsterkte, toonhoogte, duidelijkheid van uitspraak, stemkwaliteit,
snuiven, lachen, geeuwen, …
• Non-verbale communicatie: de lichaamshouding, gezichtsuitdrukkingen,
expressie via de ogen, handgebaren en andere non-verbale signalen.
• Ook kledij, het al dan niet aanraken, …
• Lichaamstaal staat voor ongeveer 65% in van de sociale betekenis van
het communicatieproces
Intrapersoonlijke, interpersoonlijke en massacommunicatie
1. Intrapersoonlijke communicatie
o Innerlijke dialoog die we met onszelf voeren
o Geen ander medium dan onszelf
o Veronderstelt de vaardigheid tot reflectie
Je kan pas met jezelf in gesprek gaan als je jezelf kan zien vanuit
het perfectief van een andere
2. Interpersoonlijke communicatie
o Communiceren met één of meer andere
o Er is een individuele sociale relatie tussen de deelnemers van het
communicatieproces
o Interactie tussen de deelnemers
Treden in dialoog met elkaar en voorzien elkaar van feedback
Face-to-face, telefoon, e-mail,…
1
Kunnen zowel expliciet, in een bewuste vorm overgedragen worden of eerder impliciet, zelfs onbewust uitgezonden
worden.
2
.Mensen staan voortdurend in relatie tot elkaar en gedragen zich in onderlinge wisselwerking. De sociale verhouding die
ze ten opzichte van elkaar hebben, zal de interactie tussen hen beïnvloeden.
3
Het proces komt tot uiting vanuit het gedrag dat we stellen. Het is een complex samengaan van verschillende sociale,
culturele, gedragsmatige en cognitieve aspecten.
4
De verschillende manieren om te communiceren is over de jaren gegroeid van zeer basaal zoals een face-2-face gesprek
tot het brede scala aan technologische middelen.
2