100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
duits samenvatting grammatica lektion 9-14. €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

duits samenvatting grammatica lektion 9-14.

1 beoordeling
 140 keer bekeken  3 keer verkocht

DIt is het vervolg op mijn eerder geüploade samenvatting grammatica van Duits. Deze samenvatting bevat de hoofstukken 9 tot 14. In deze samenvatting worden essentiële zaken gezien als de Präsens en de Dativ.

Laatste update van het document: 6 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Nee
  • 9-14
  • 19 mei 2018
  • 19 mei 2018
  • 16
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: dewittejanik • 5 jaar geleden

avatar-seller
boels
Lektion 9

Das Perfekt (= voltooid tegenwoordige tijd)

Liste mit den unregelmäßigen Verben > Lektion 8 & 13
Grammatik Buch S. 255

Regelmäßige/schwache Verben:
Vorsilbe „GE“ + Präsensstamm und Endung „t“ oder „et“

Beispiel: gemacht, gereist, gearbeitet, gelandet, …

Unregelmäßige/starke Verben:
Vorsilbe „GE“ + Präsensstamm und Endung „en“

Beispiel: gelesen, gekommen, gewachsen, …

Verben auf „-ieren“:
OHNE Vorsilbe „GE“ + Präsensstamm und Endung „t“

Beispiel: telefoniert, passiert, studiert, kontrolliert, …

Verben mit untrennbarer Vorsilbe „be“ „er“ „ver“
Ohne Vorsilbe „GE“ + Präsensstamm und Endung „t“

Beispiel: erstellt, verschickt, bestellt

„haben“ und „sein“
Partizip ► gehabt
► gewesen

2) Vorming van de voltooid tegenwoordige tijd (= Perfekt)
Regel: hulpww. haben of sein vervoegen + voltooid deelwoord van
hoofdwerkwoord

sagen gehen
ich habe gesagt Ich bin gegangen
du hast gesagt du bist gegangen
er hat gesagt er ist gegangen
wir haben gesagt wir sind gegangen
ihr habt gesagt ihr seid gegangen
sie haben gesagt sie sind gegangen
Sie haben gesagt Sie sind gegangen

Het hulpwerkwoord dat we gebruiken komt meestal met het Nederlandse hulpww.
overeen.


Er zijn echter enkele uitzonderingen:
* Werkw. die met haben worden vervoegd: Voorbeelden:

- Ich habe angefangen, begonnen, …
anfangen, beginnen, aufhören, enden, - Er hat eine Studentin geheiratet.
abnehmen, zunehmen, gefallen (= bevallen), - Der Film hat mir gefallen.= De flm is mij bevallen.
heiraten (= trouwen/huwen), vergessen - Er hat den Schlüssel vergessen.
= Hij is/heeft zijn sleutel vergeten
Er hat die Adresse vergessen = Hij is het adres
vergeten!

, * Werkw. die met sein worden vervoegd:

Werkw. die een beweging uitdrukken zoals: - Wir sind weit gereist = We hebben ver gereisd
fahren, fiegen, laufen, reisen, wandern, - Wir sind viel gelaufen, gefogen, …
- Ich bin ihm gefolgt, begegnet, …
kommen … = Hij is/heeft hem gevolgd. Hij heeft hem ontmoet
Ook: folgen, begegnen (= ontmoeten)


Let wel!

Bij het voltooid deelwoord van samengestelde werkwoorden met beklemtoond voorvoegsel
(= scheidbare ww.), wordt ‘ge’ tussen het voorvoegsel en het werkwoord geschreven. (=
Ned.) B.v. einladen > eingeladen, zurückkommen > zurückgekommen, …

Demonstrativartikel und pronomen = aanwijzend voornaamwoord

NOM & AKK:
• Die Endungen vom Demonstrativpronomen und – artikel sind identisch mit den
Endungen vom bestimmten Artikel.

Maskulin Neutrum Femininum Pl
NOM Dieser/der Dieses/das Diese/die Diese/die
AKK Diesen/den Dieses/das Diese/die Diese/die

Lektion 10

Grammatik auf einen Blick: “Modalverben im Präteritum”

Zelfde gebruik als im Präsens  zie lektion 5 of boek blz 262

, Grammatik auf einen Blick: “nicht …, sondern”

Bei einem Satze mit “nicht/kein …, sondern” verneinen “nicht/kein” ein Satzelement
und stehen sie vor dem Satzelement.

Beispiel:
Nicht ich habe am Wochenende frei, sondern eine Kollegin (hat frei).

sondern“ nennt die Alternative. Es ist eine Konjunktion und steht wie „aber“,
„denn“, „und“, „oder“ auf Position 0.

Wenn das Verb und/oder das Subjekt im ersten Hauptsatz = gleich an das Verb
und/oder das Subjekt im zweiten Hauptsatz
► Verb und/oder Subjekt kann wegfallen.

Beispiel
Ich habe nicht am Wochenende frei, sondern (ich habe) am Montag (frei).

Vertaling: ik heb niet vrij in het weekend net zoals ik niet vrij heb op maandag.




Lektion 11

Grammatik auf einen Blick: “Dativ”

In lektion 5 kwam Dativ al ter sprake. Nu wordt er iets dieper op ingegaan.




Wanneer wordt het gebruikt ?

 Die Frage nach dem Dativobjekt lautet: „WEM“

Zum Beispiel:

Wem schreibt Manuela? Sie schreibt ihren Kollegen.

Wem erklärt Manuela den Weg? Manuela erklärt dem Fahrer den Weg.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper boels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  3x  verkocht
  • (1)
  Kopen