100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Cognitie & Gedrag, week 8 €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Cognitie & Gedrag, week 8

 4 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Alle stof van Cognitie & Gedrag van week 8: Hoofdstuk 12 (Problem Solving) en Hoofdstuk 13 (Judgment, Reasoning and Decisions).

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 18 januari 2024
  • 6
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
HOOFDSTUK 12 Goldstein – Problem Solving

Probleem = wanneer er een obstakel is tussen een huidige toestand en een doel, en
het niet meteen duidelijk is hoe het obstakel kan worden omzeild.

The Gestalt approach:
Oplossen van problemen gaat (1) over hoe mensen een probleem in hun geest
representeren, en (2) een reorganisatie of herstructurering van deze representatie
voor het oplossen.

Herstructurering = het veranderen van de representatie van het probleem. De
Gestalt benadering zegt dat herstructurering heel belangrijk is voor het komen tot
een oplossing.
Insight (inzicht) = plotseling besef van de oplossing van een probleem.
Fixatie = concentreren op specifiek kenmerk van het probleem wat je weerhoudt de
oplossing te vinden.
Functional fixedness = uitsluitend gericht op bekende functies of toepassingen
van een object:
- Candle problem
- Two-string problem
Mental set = vooropgezet idee over hoe een probleem moet worden aangepakt, dat
wordt bepaald door iemands ervaring of wat eerder heeft gewerkt.
Mental sets kunnen probleemoplossen ook beïnvloeden vanwege vooroordelen over
de manier om een probleem op te lossen (onderzocht met de water jug problem).

The information-processing approach:
Newel en Simon:
Initiële staat (het begin van het probleem) en doelstaat (de oplossing van het
probleem).
Operators = acties die het probleem van de ene staat naar de andere brengen.
Acties brengen je naar intermediate states. De initiële staat, doelstaat en alle
tussenliggende intermediate states vormen de problem space. Deze methode
wordt weergegeven met de Tower of Hanoi problem.
Means–end analysis = het verschil tussen de initiële staat en de doelstaat
verkleinen. Dit wordt bereikt door subdoelen te creëren.

Probleem oplossen wordt makkelijker wanneer er informatie wordt gegeven die
mensen helpt de ‘juiste’ weergave van het probleem te bereiken.

Analogie = de oplossing voor een soortgelijk probleem gebruiken voor de oplossing
van een nieuw probleem  analoge probleemoplossing.
Analoge transfer = ervaring overbrengen van het oplossen van het ene probleem
naar het oplossen van een ander, soortgelijk probleem.
Doelprobleem = het probleem dat je probeert op te lossen.
Source probleem = soortgelijk eerder probleem (of het probleem dat de leerkracht
heeft laten zien) dat een manier toont om ook het doelprobleem op te lossen.

Analoge probleemoplossing drie stappen:
1. Opmerken dat er een analoge relatie bestaat tussen het source probleem en
het doelprobleem.
2. In kaart brengen van de correspondentie tussen de source story en het
doelprobleem.
3. Toepassen van het in kaart brengen om een parallelle oplossing voor het
doelprobleem te genereren.
Omdat mensen vaak op surface features focussen, kan het opmerken van de
analoge relatie lastig zijn.

, Structural features = het onderliggende principe dat de oplossing bepaalt.
Bij het stralingsprobleem: ‘een sterke straal vernietigt weefsel.’
Hoe meer surface features en structural features in het doelprobleem en source
probleem op elkaar lijken, hoe sneller je de oplossing vindt van het doelprobleem.

Mensen helpen de analoge relatie op te merken: analoge encoding = twee
problemen worden vergeleken en overeenkomsten daartussen worden bepaald.
Trade-off = ‘ik geef jou dit als ik dat mag’
Contingency = een persoon krijgt wat hij of zij wil als er iets anders gebeurt.

Vergelijkingen maken bevordert de abstractie en overdracht van schema's. Het leren
van studenten kan worden bevorderd door vergelijkingen tijdens het leerproces aan
te moedigen.

Analoge paradox = het is moeilijk om analogieën toe te passen in
laboratoriumonderzoek, maar mensen gebruiken ze regelmatig in de praktijk.
In vivo problem-solving research = mensen observeren om te zien hoe ze
problemen in het echte leven oplossen.

Experts = mensen die sociaal erkend worden als zeer deskundig of bekwaam op een
bepaald gebied.
Experts kunnen problemen op hun vakgebied sneller oplossen dan mensen die hier
nieuw zijn.
- Ze hebben meer en beter gestructureerde kennis over het vakgebied.
- Experts organiseren op basis van structural features, wat resulteert in
effectievere probleemoplossing. Nieuwe mensen organiseren op basis van
surface features.
- Experts besteden meer tijd aan het analyseren van problemen.

Wat is creativiteit? Definities focussen op anders (divergent) denken: denken
met een open einde, waarbij een groot aantal potentiële “oplossingen” betrokken
zijn. Kaufman: een creatieve oplossing voor een probleem moet niet alleen origineel
zijn, maar ook nuttig.
Bij creatief oplossen van problemen is een proces betrokken.
Probleemoplossing gaat niet alleen over het inzicht krijgen van
een idee, maar ook over het hebben van een kennisbasis die het
idee mogelijk zou kunnen maken.

Vooroordelen kunnen de creativiteit belemmeren  groep
brainstormen: moedig mensen aan om vrijuit ideeën te uiten
die nuttig kunnen zijn bij het oplossen van een bepaald
probleem.
Onderzoek toont dat mensen in groepen plaatsen om ideeën te
delen resulteert in minder ideeën dan het optellen van de ideeën
die zijn gegenereerd door hetzelfde aantal mensen dat
individueel ideeën heeft bedacht  werkt niet zo goed als ze
dachten: individueel brainstormen is beter.

Ronald Finke: creatieve cognitie = manier om mensen te trainen cognitief te
denken.
Pre-inventive forms = ideeën die voorafgaan aan de creatie van een voltooid
creatief product.

Met individueel brainstormen en creatieve cognitie techniek vermijd je fixaties die de
creativiteit beperken.
Met de alternate uses test is gevonden dat alleen maar lopen op een loopband je
creativiteit vergroot.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pleunvandenboogaart. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76462 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen