Suïcidepreventie
Algemeen:
● Suïcide is een ernstig volksgezondheidsprobleem met persoonlijk leed
en maatschappelijke kosten.
● Het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie (VAS) werd in 2012 gelanceerd
om de suïcidecijfers in Vlaanderen te verminderen.
Prevalentie in Vlaanderen:
● In Vlaanderen overlijden gemiddeld drie personen per dag door suïcide.
● Het suïcidecijfer is 1,5 keer hoger dan het EU-gemiddelde.
● Ongeveer 28 suïcidepogingen per dag en 13% van de Vlaamse
bevolking van 15 jaar en ouder overweegt ooit suïcide.
Definities:
● Suïcide: Een daad met dodelijke afloop, geïnitieerd en uitgevoerd met
de wetenschap of verwachting van een potentieel dodelijk resultaat.
● Suïcidepoging: Niet-habitueel gedrag zonder dodelijke afloop,
geïnitieerd met de verwachting of risico van overlijden of lichamelijke
schade.
Suïcidaal Proces:
● Fases: Suïcidegedachten, suïcidewens, suïcideplan, en suïcide(poging).
● Suïcidale ideatie: Gedachten en plannen zonder zichtbare gedragingen.
● Suïcidaliteit is een proces dat niet lineair verloopt, met fluctuaties in
intensiteit.
● Signalen van suïcidaliteit kunnen moeilijk waarneembaar zijn in de
beginfase.
Duur en Omkeerbaarheid:
● Het suïcidaal proces kan variëren in duur (gemiddeld 2,5 jaar).
● Suïcidepreventie is mogelijk en zinvol, aangezien het proces
omkeerbaar is.
● Niet elke suïcidale gedachte leidt tot plannen, en niet elke plan leidt tot
suïcide.
Vernauwing in Denken:
● Kenmerkend aan suïcidaal proces: Sterke vernauwing in denken en
ervaren.
● Suïcidale personen ervaren vooral negatieve emoties, trekken zich
terug en zien suïcide als enige uitweg.
● Suïcide wordt vaak gezien als een middel om de ondraaglijke,
onoplosbare situatie te veranderen.
Motieven voor Suïcidaal Gedrag:
● Motieven variëren sterk.
● Meeste suïcidale personen willen niet echt dood maar zien suïcide als
oplossing voor ondraaglijke problemen.
● Ambivalentie is vaak aanwezig; twijfel tussen dood willen en blijven
leven.
Verklarend Model Suïcidaal Gedrag
, Complexiteit van Suïcidaliteit:
● Suïcidaliteit is complex en multifactorieel bepaald.
● Een wisselwerking tussen diverse beïnvloedende factoren is aanwezig.
Bio-Psycho-Sociaal Model:
● Suïcidaal gedrag is het resultaat van voorbeschikkende (permanente)
en uitlokkende (tijdelijke) factoren.
● Een evenwicht tussen beschermende en risicoverhogende factoren is
essentieel.
Drempelfactoren:
● Drempelverhogende (beschermende) factoren voorkomen suïcidaal
gedrag.
● Drempelverlagende (trigger) factoren kunnen suïcidaal gedrag
bevorderen.
Belangrijke Risicofactoren:
● Voorbeschikkende Factoren:
● Biologische kwetsbaarheid (genetisch bepaald, serotonerg
systeem).
● Psychologische factoren (laag zelfbeeld, impulsiviteit,
hopeloosheid).
● Uitlokkende Factoren:
● Psychiatrische/psychische factoren (depressie,
middelenmisbruik, persoonlijkheidsstoornissen).
● Sociale stressoren (armoede, eenzaamheid, verlies/trauma,
pesten, discriminatie).
● Afwezigheid van Beschermende Factoren:
● Positief zelfbeeld, veerkracht, goede probleemoplossende
vaardigheden.
● Toegankelijke gezondheidszorg, positieve houding ten opzichte
van hulp zoeken, sociale steun.
● Drempelverlagende Factoren:
● Eerder suïcidaal gedrag, beschikbaarheid van middelen,
voorbeelden van suïcidaal gedrag.
● Alcohol/drugs, media-invloed.
● Suïcidepoging als belangrijkste risicofactor.
Uitgangspunten van Suïcidepreventie en Basisprincipes in het Omgaan met Suïcidale
Personen
1.5 Uitgangspunten van Suïcidepreventie:
● Suïcide is op elk moment omkeerbaar, en preventie is mogelijk.
● Suïcide wordt voorafgegaan door een proces dat op elk moment gestopt kan
worden.
● Personen in crisis blijven ontvankelijk voor menselijk contact en
communicatie.
● Suïcidale personen zijn ambivalent en twijfelen tussen dood en leven.