Samenvatting studieboek Campbell Biology van Jane B. Reece, Lisa A. Urry, Michael Lee Cain, Steven Alexander Wasserman, Peter V. Minorsky, Robert B. Jackson, Neil A. Campbell - ISBN: 9780133447002
Leerdoelen Evolutie Biologie deel 1 - Evolutie en biodiversiteit (B-B1EVBI13)
Bio 101 Exam 1 Practice Questions
Alles voor dit studieboek (40)
Geschreven voor
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Lerarenopleiding 2e graad Biologie
Plantenfysiologie
Alle documenten voor dit vak (1)
Verkoper
Volgen
melinacarrillomoreno
Voorbeeld van de inhoud
Planten fysiologie
Inhoud
Presentatie 1: Weefsel en organen, de organen .................................................................................... 2
Presentatie 2: Groei en ontwikkeling stengel ......................................................................................... 9
Presentatie 3: Verwerving van bouwstoffen en watertransport bij vaatplanten................................. 17
Presentatie 4: Verwerving van bouwstoffen en watertransport bij vaatplanten................................. 24
Presentatie 5: Bodem en voeding van planten ..................................................................................... 29
Presentatie 6: Signaaloverdracht, planthormonen, verdediging mechanismen .................................. 33
,Planten fysiologie
Presentatie 1: Weefsel en organen, de organen
Concept: planten hebben een hiërarchische organisatie bestaan uit organen, weefsel en cellen.
- Planten hebben organen die zijn samengesteld uit verschillende weefsel, die weer uit
verschillende typen cellen bestaan.
- Een cel is de fundamentele eenheid van het leven
- Een weefsel is een groep cellen uit één of meerdere celtypen, die gezamenlijk een bepaalde
functie uitoefenen.
- Een orgaan bestaat uit verschillende typen weefsel die gezamenlijk een bepaalde functie
uitoefenen.
De drie basistypen organen zijn: wortel, stengel of stam en bladeren
- De morfologie van de vaatplanten weerspiegelt hun evolutie als organisme die nutriënten
betrekken van zowel onder als boven de grond namelijk:
o Water en mineralen uit de bodem
o CO2 en licht boven de grond
- Deze 3 organen zijn georganiseerd in een wortelstelsel en
scheutstelsel (scheutstelsel bestaat uit stengels en
bladeren)
Wortels zijn bijna nooit fotosynthetisch, ze verhongeren tenzij
fotosynthaten, de suikers en de andere koolhydraten die tijdens
de fotosynthese wordt geproduceerd, worden geïmporteerd uit
het scheutsysteem. Wortels zijn afhankelijke dus van suikers
afkomstig uit de fotosynthese. Scheuten zijn afhankelijke van
water en mineralen die zijn opgenomen door het wortelstelsel
Monocotylen en eudicotylen zijn de twee hoofdgroepen van de angiospermen; de bedektzadige
Wortels
Orgaan met de volgende functies:
- Verankering
- Absorberen mineralen en water
- Opslag koolhydraten
De primaire wortel is de eerste die voortkomt uit een ontkiemend zaad. Het vertakt
zich snel en vormt zijwortels die ook kunnen vertakken, waardoor de functies
aanzienlijk wordt verbeterd
- De meeste eudicotylen hebben een penwortel systeem dat bestaat uit:
o Een penwortel, de verticale hoofdwortel (ontwikkeld uit de primaire
wortel)
o Zijwortels
- De meeste monotylen hebben een vezelig wortelsysteem dat bestaat uit:
o Adventief wortels die voortkomen uit stengel of bladeren
o Zijwortels die ontspruiten aan de adventief wortels
,Planten fysiologie
Penwortel systeem
In penwortelsystemen is de rol van absorptie grotendeels beperkt tot de toppen van zijwortels.
Vergemakkelijkt de verankering van de plant in de grond. Door omvallen te voorkomen, stelt de
penwortel de plant in staat hoger te groeien, waardoor deze toegang krijgt tot gunstigere
lichtomstandigheden en in sommige gevallen een voordeel biedt voor stuifmeel- en
zaadverspreiding.
Vezelig wortelsysteem
Bij planten met vezelige wortelsystemen, waaronder de meeste eenzaadlobbigen, sterft de
hoofdwortel vroeg af en vormt geen penwortel. Er komen veel kleine wortels uit de stengel.
Dergelijke wortels zouden adventief (plantorgaan op een rare plek groeit) zijn. Elke wortel vormt zijn
eigen zijwortels, die op hun beurt hun eigen zijwortels vormen. Goed in het voorkomen van
bodemerosie.
Wortelharen
- Bij de meeste planten vindt de absorptie van water en mineralen
plaats bij de wortelharen nabij de toppen van uitstrekkende wortels
- Zijn dunne, vingerachtige verlengingen van wortelepidermale cellen
- Grote hoeveelheden kleine wortelharen zorgen voor
oppervlaktevergroting
Aanpassing voor speciale functies
- Stelwortels
- Wortelknol
- Wurgende lucht wortels
- Pneumatoforen of adem wortels
- Plankwortels
Stengel
Is een plantenorgaan met bladeren en knoppen. De stengel bestaat afwisselend uit:
- Knopen of nodieën, de punten waaraan de bladeren bevestigd zijn
- Internodiën of leden, de stengeldelen tussen de nodiën
Belangrijkste functie is het verlengen en oriënteren van de scheut op een manier die de
fotosynthese door de bladeren maximaliseert. Het grootste deel van de groei van een jonge scheut is
geconcentreerd in de buurt van de groeiende scheutpunt of apicale knop. Een andere functie van
stengels is om voortplantingsstructuren te verhogen, waardoor de verspreiding van stuifmeel en
fruit wordt vergemakkelijkt.
Knoppen
- Een okselknop is een structuur die uit kan groeien tot een zijwaartse scheut of tak
- Een apicale knop bevindt zich aan de top van de scheut en zorgt voor de verlenging van
de scheut
- Apicale dominantie zorgt er voor dat de meeste okselknoppen in rust blijven
- Blijven in rust door hormonen
, Planten fysiologie
Stengel-metamorfosen:
- Veel planten hebben gemodificeerde stengels
o Rhizomen (Wortelsokken)
o Knollen (In campbell: Tuber)
o Stolonen (Ondergrondse stengels, uitlopers)
o Fyllocladien
Bladeren
- Het blad is het belangrijkste fotosynthese orgaan bij de meeste vaatplanten
- Naast het onderscheppen van licht, wisselen bladeren gassen uit met de
atmosfeer, verdrijven ze warmte en verdedigen ze zichzelf tegen herbivoren en
ziekteverwekkers
- Bladeren zijn meestal opgebouwd uit een blad en een bladsteel of petiole,
welke het blad verbindt met een node van de stengel
- Monocotylen en eudicotylen verschillen qua organisatie van nerven;
vaatweefsel van het blad
o De meeste monocotylen zijn parallel nervig
o De meeste eudicotylen hebben vertakte nerven die ontspringen aan
een grote ader
Bladvormen zijn gevarieerd
Bij het identificeren van angiospermen op basis van structuur, vertrouwen taxonomen voornamelijk
op bloemmorfologie, maar ze gebruiken ook variaties in bladmorfologie, zoals bladvorm, het
vertakkingspatroon van aderen en de ruimtelijke rangschikking van bladeren. In tegenstelling tot
bladeren zijn de blaadjes van samengestelde bladeren niet geassocieerd met okselknoppen.
Samengestelde bladeren kunnen helpen om binnendringende ziekteverwekkers te beperken tot een
enkel blad, in plaats van ze zich over het hele blad te laten verspreiden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melinacarrillomoreno. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.