Neuropsychologie
1. Omschrijving
Het bestudeert de relatie tussen de hersenfunctie en het gedrag. (gezonde en ongezonde mensen)
Experimentele/ cognitieve neuropsychologie: focust op hoe cognitieve functies verlopen en
aangestuurd worden door de activiteit van de hersenen.
Op 2 niveaus structureel niveau= focust op welke deelcomponenten complexe mentale
processen zijn samengesteld en welke relatie deze deelcomponenten onderling vertonen.
Dynamisch/temporaal aspect = focust zich op hoe mentale processen in de tijd verlopen. (kan
gelijktijdig of na elkaar)
Vb het aspect taal
Verschillende aspecten van taal zijn door verschillende gebieden aan gestuurd maar ook door
interactie met elkaar. + Binnen een module kan je ook onderscheid maken in deelcomponenten die
nodig zijn.
Structureel Dynamisch
Gaan een onderscheid maken tussen lezen, Bestuderen hoe het proces verloop in tijd.
spreken, schrijven,… Voor het begrijpen van gesproken taal: prikkels
ontvangen -> klanken onderscheiden ->
woorden onderscheiden -> zoeken naar
betekenis -> toetsen binnen context.
Klinische neuropsychologie: richt zich op de
diagnostiek en rehabilitatie van de gevolgen van
hersenbeschadiging
3 categorieën zie foto
2. Historiek
De oudheid:
Wat is de motor van ons brein?
Harthypothese: het hart is de bron van al het Hersenhypothese: hersenen zijn de zetel van
menselijk handelen, want het hart is warm en ons denken, doen en handelen.
actief. Foutieve reden: hoofd dichts bij de goden in de
(Empedocles en Aristoteles) hemel. (Hippocrates, Plato en Galen)
18de -20ste eeuw
Ze waren het eens dat de hersenen ons aansturen maar hoe doen ze dat nu.
Lokalisatieleer/lokalisationisme: specifieke cognitieve functies zijn op 1 specifieke plaats in de
hersenen gelokaliseerd.
,Als een hersengebied beschadigd is zal de functie die er aan vast hangt dus uitvallen.
Frenologie: bepaalde hersengebieden werden gecorreleerd met specifieke aspecten van het gedrag,
hersenen gedragen zich als een spier.
grote van het hersengebied weerspiegeld hoe goed je de functie kan. Groot +bult = functie is goed
ontwikkeld. Holtes in de schedel = zwak ontwikkelde hersengebieden.
Holisme: cognitieve functies zijn niet gelokaliseerd op 1 specifieke plaats, maar verspreid over de hele
cortex, werken samen. Bij beschadiging kan een intact hersengebied compenseren voor de functie.
( geconcludeerd uit dieren exp)
Bewijs van beide visies
Locatieleer Holisme
Broca: had patiënt die nog maar 1 woord kon Wernick: patiënten die vloeiend konden spreken
zeggen, later bleek schade te zijn in de linker maar taal niet begrepen, hadden letsel in de
frontale lob ( broca gebied) linker temporale lob
Conclusie: meerdere taalcentra bestaan en ze zijn onderling met elkaar verbonden
Locatieleer: kogelwonden in de oorlog gaven beeld van uitvalverschijnselen door hersenletsel, zo
werden functies gelokaliseerd.
Onderzoek neurale basis geheugen: proefdieren moesten een taak leren, daarna onderzochten ze het
effect letsels op het gedrag. Ze zagen dat de locatie van het letsel weinig uitmaakte maar vooral de
grootte, 80% moest weggenomen worden voor ze het niet meer konden.
The law of mass action: brein functioneert als een geheel, alle hersengebieden zijn samen actief bij
tot stand brengen cognitieve functie.
The law of equipotentiality: verschillend gebieden in de hersenen hebben identieke functies.
( opgeslagen kennis verspreid zich over heel de cortex)
lokalisationisme: elk symbool is een functie, er is maar 1 gebied instaat
voor de functie, bij schade is er uitval.
Equipotentialiteit: elk hersengebied kan elke functie
opnemen, bij beschadiging is er dus overname mogelijk.
Penfield: ging met elektrische stimulatie in de temporale lob specifieke geheugenassociaties
oproepen, bij stimulatie van ander gebieden gebeurde niet het zelfde.
Conclusie: we moeten een evenwicht zoeken tussen beide.
3. Basisprincipes van de werking van het brein
3.1 breinarchitectuur
1ste levensjaar heel belangrijk -> meeste neurale verbindingen vinden dan plaats. Via die verbindingen
wordt dan info uitgewisseld.
,Synaptogenesis: het maken van nieuwe verbindingen tussen hersencellen.
Verbindingen die vaak gebruikt worden, worden sterker en permanent
Myelinisatie: veel gebruikte verbindingen gaan meer witte stof ontwikkelen, zo zal de overdracht
sneller gaan.
Synaptic pruning: verbindingen die minder gebruikt worden verdwijnen.
Circuits verbinden met andere gebieden van het brein is noodzakelijk want voor alle cognitieve
functies is er samenwerking tussen de gebieden
Neurale netwerken: netwerk van verbindingen die verschillende hersenregio’s met elkaar verbind.
Lastig om een gewoonte ad te leren want de verbinding is al vaak gemaakt en dus stevig.
3.2 neuroplasticiteit
Brein veranderd fysiek gedurende heel je leven.
Herbedrading van het brein: zo kan je nieuwe vaardigheden aanleren, niet heel je leven het zelfde
brein.
Neuroplasticiteit: verwijst naar hoe netwerken in de hersenen veranderen door organisatie en
reorganisatie als reactie op ervaring en sensorische stimulering. ( hersenen worden niet groter!)
toepassing hulpverlening p43-44
3 vormen
Ervaringsonafhankelijke plasticiteit geen invloed vanbuiten, is genetisch bepaald. Wat identiek is
voor alle mensen bv typische structuur en groei hersenen.
Ervaringsverwachte plasticiteit is genetisch bepaald maar verloopt alleen optimaal als brein op de
juiste momenten wordt gestimuleerd. De gevoelige periodes= tijdvensters waarbinnen de effecten
van stimulering op de structuur/functioneren van het brein optimaal zijn. ( later kan ook nog maar is
moeilijker)
Vb ontwikkelen veiligheidsgevoel en basisvertrouwen: ontwikkeld in relatie met anderen, de ervaring die
ene kind opdoet in relatie met ouders heeft grote invloed op ontwikkeling brein want de ervaringen
leiden tot neurale verbindingen zoals tong uitsteken. Relatie ouders zorgt voor verbindingen die
mogelijk maken om te vertrouwen.
Ervaringsafhankelijke plasticiteit proces waarin de hersenen door leefomstandigheden en keuzes
beïnvloed wordt en structurele veranderingen ondergaat. Daar door zijn hersenen toch uniek.
Alles wat ons overkomt, is van invloed op de ontwikkeling van ons brein.
Dit opent veel wegen voor je eigen kunnen: leer/behandel methoden, trainingen,…
2 manieren om te kijken naar de maakbaarheid van het brein
Fixed mindset: talenten zijn aangeboren en liggen volledig vast in de hersenen. Je gedraagt je naar je
eigen veronderstellingen= leerblokkade.
Growth mindset: vaardigheden kunnen ontwikkeld worden door opleiding, volharding, passie. Drang
om te leren.
Je mindset beïnvloed hoe je naar de mogelijkheden van jezelf en anderen kijkt en hoe anderen naar
jou kijken.
, Manier van feedback geven FM: focus op vaardigheden die een statische eigenschap zijn, je hebt
het of je hebt het niet.
GM: focus op het proces, de taak en de geleverde inspanningen. Gaan er vanuit dat we hersenen mee
kunnen vormen door te oefenen/ontwikkelen zo versterken de netwerken en worden we beter.
3.3 spiegelneuronen
Zijn hersencellen die reageren op een intentionele handeling van jezelf en van anderen.
In de afstemming op elkaar ontstaat een subjectief gevoel van verbonden te zijn met de ander.
Ontdekking: bestudeerden het brein van een aapje terwijl het een pinda at en zagen dat wanneer hij
een at, een bepaalde elektrode vuurde. Toen een van de onderzoekers een at voor zijn ogen, vuurde
het zelfde neuron bij de aap. Brein van de aap werd beïnvloed door naar de handeling van de ander
te kijken.
Deze neuronen zijn de wortel voor empathie
Er moet wel een zekere voorspelbaarheid zijn van wat gaat gebeuren
Bereiden je voor de handeling te spiegelen
Verklaart waarom jongste kinderen sneller motorisch ontwikkelen
Helpt bij begrijpen van cultuur
Ondersteunt verbindingen met anderen
Reageren op emotionele toestand anderen = gevoelsresonantie
3.4 neuronale netwerken
Neuronen zijn structureel (de verbinding) en functioneel ( dienen een functie) met elkaar verbonden.
De hersenen zijn een integrerend netwerk van neuronen/circuits. Neuroplasticiteit zorgt er voor dat
we opnieuw kunnen organiseren/reorganiseren voor optimale aanpassing aan de omgeving.
Maar niet alle neuronen zijn verbonden met elkaar.
Info uit buitenwereld wordt gecodeerd en doorheen een neuraal netwerk versterkt of verzwakt
doorgestuurd. (facilitatie en inhibitie)
Verschillende schakelingen:
Divergentieschakeling -> axonen kunnen zich vertakken waardoor 1 neuron zijn info
doorgeeft aan meerdere neuronen
Convergentieschakeling -> de eindtakjes van verschillende neuronen komen samen op 1
volgend neuron waardoor meerdere neuronen hun info geven aan 1 neuron.
Recurrente schakeling -> cellen die aan elkaar geschakeld zijn, kunnen ook een gesloten
circuit vormen.
Bij hogere meercellige organismen worden in
de hersenen op basis van sensorische input
groepen van neuronen geactiveerd die circuits
vormen. Deze neurale verbindingscircuits
beïnvloeden de activatie van de
outputrespons.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper watthyarwen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.