HISTORIOGRAFIE
LES 8 – DE VORMING VAN DE
HISTORISCHE “SOCIAL SCIENCES” TOT CA.
1980 (2): DE FRANSE TRADITIE
Prof. dr. Frederik Buylaert (VUB)
We zitten nu in de klassieke fase van de moderne Westerse
historiografie, namelijk de late 19de eeuw tot en met ongeveer 1980.
In vele opzichten is dit eigenlijk gewoon een reactie op die
eigenaardige filosofie van het Historicisme die dateert van het begin
van de 19de eeuw. De visie dat geschiedenis een wetenschap moet
zijn, dat het onomstotelijk juiste kennis kan gaan opleveren als u uw
eigen waardeoordelen buiten het onderzoek kan laten en op een
zeer hoog niveau kritisch omgaat met de beschikbare primaire
bronnen die we hebben over het verleden. Een tweede belangrijke
pijler van het Historicisme was dat geschiedenis een professioneel
beroep moest zijn dat moest aangeleerd worden aan studenten op
de universiteit, dat het geen werk meer was voor amateurs.
Er worden ook al heel snel vraagtekens geplaatst bij dat
Historicisme. In de eerste plaats vinden veel mensen dat wat Ranke
en co gedaan hebben in theorie wel een goed idee is, maar dat ze in
praktijk die objectieve wetenschap zelf niet hebben waargemaakt.
Wat zij afleveren is een zeer subjectieve soort geschiedenis die
,natiestaten verheerlijkt. Bovendien heeft het een bijkomend probleem, namelijk dat het ontwikkeld is in de eerste helft van de 19 de eeuw in
Duitsland, op dat moment nog een door en door pre-industrieel land. De op staatsvorming gerichte geschiedenis van het Historicisme was totaal niet
in staat om de grote transformatie van de moderne wereld, de Industriële Revolutie, te gaan verklaren. Bij de Duitsers hebben we gezien, dat hoewel
zij de toon zetten in het begin van de 19 de eeuw, dat wanneer zij met die vragen beginnen te worstelen zij heel snel beginnen achter te lopen. Pas na
de WO II zal de Duitse historiografie een inhaalslag kunnen maken.
Deze les gaan we het hebben over de Fransen. Het zijn zij die vanaf de late 19 de eeuw de fakkel gaan overnemen van de Duitsers. In de 20 ste eeuw zijn
de Fransen de dominante historiografische stroming en zullen dit blijven tot ongeveer de jaren 80 van de 20 ste eeuw. De Fransen zullen vanuit de
poging om Historicisme te gaan moderniseren en echt tot een objectieve wetenschap te maken dingen gaan uitwerken die de Westerse historiografie
tot dan toe nog nooit had gezien. Als we willen snappen waarom de Franse historiografie opeens zo baanbrekend wordt, dan moeten we beginnen
met de nationale context te bekijken. Hoe ziet Frankrijk eruit in de late 19 de en begin van de 20ste eeuw? Wat zijn daar de dominante krachten?
Rond het midden van de 19de eeuw zien we in Frankrijk het
begin van de moderne Westerse geschiedschrijving in de
zin van dat de grote idealen van het Historicisme worden
overgenomen.
In de eerste plaats het professionaliseringsproces.
Wanneer de Fransen kennis nemen van dat nieuwe Duitse
onderwijsmodel waarin geschiedenis een universitaire
opleiding is, dan vinden zij dat fantastisch. Aan de grote
Franse universiteiten wordt dat zonder uitzondering
gekopieerd. De Franse overheid is bereid om grote
sommen geld over te maken om aan de universiteiten
nieuwe departementen in te richten waarin Professoren
dag in dag uit met geschiedenis bezig zijn en dit ook
aanleren aan hun studenten. Het gaat dan niet om feiten
vanbuiten leren, maar om het aanleren van historische
analyse, het zelf actief onderzoeken van het verleden
a.d.h.v. onderzoekseminaries.
, Ook die andere heilige koe van het Duitse Historicisme, namelijk een Zeker geen Verlichtingsidee dus. Het is onder meer door Langlois en
soort obsessie met naties en met staten, ook daar wordt men Seignobos dat die spraakverwarring tussen Positivisme en
aanvankelijk enthousiast over genomen in Frankrijk. Het Frankrijk van Historicisme in het leven is geroepen.
na de Franse Revolutie is een zeer nationalistisch land. Ook zij hebben
een zeker affiniteit met een visie op geschiedenis waarbij de rode Historicisme wordt in Frankrijk dus enthousiast overgenomen, maar
draad zou zijn dat naties ontstaan, sterker worden en als logisch dan begint het te veranderen. De Fransen doen veel meer dan gewoon
culminatiepunt een sterke staat ontwikkelen die de natie kan passief dat Duitse model over te nemen. Ze hebben hun eigen
verdedigen. Het is dan ook weinig verbazingwekkend dat wanneer dat staatsinrichting, hun eigen sociaal-economische organisatie, hun eigen
geschiedenisonderwijs wordt ingesteld in Frankrijk dat dat gaat over cultuur, de Franse maatschappij is in veel opzichten heel anders dan
de vorming van nationale staten en dan vooral over de vorming van de Duitse maatschappij van de 19de eeuw. Vanuit andere noden en
die glorieuze Franse staat. Kortom, er is een sterk enthousiasme voor andere interesses die in Frankrijk sterk leven en in Duitsland totaal
dat Duitse Historicistisch model. Zozeer zelfs dat een aantal van de niet, gaat men een andere invulling beginnen geven aan wat
belangrijkste handboeken van het Historicisme niet alleen geschreven historiografie zou moeten zijn. Wat is het grote switch die de Fransen
zijn door Duitsers, maar ook door Fransen. Twee namen die het willen maken? Aan de ene kant zijn zij, net als de Duitsers, perfect blij
vernoemen waard zijn dat zijn Langlois en Seignobos. Twee Franse zijn met geschiedenis te verengen tot iets dat alleen nog over
Professoren in Parijs, gepokt en gemazeld in dat Duits Historicisme, staatsvorming gaat, maar tegelijk zullen zij de politieke geschiedenis
die zullen Franse handboeken over historische kritiek gaan schrijven. op een totaal andere manier gaan interpreteren. In Duitsland werd
Overal in de wereld waar men Frans leest, leert men dat Historicisme staatsvormingsgeschiedenis opgevat als iets dat top-down was, staten
kennen via die Franse omweg. Die vertaling is eerder een vervorming. worden gemaakt door grote leiders. In de Franse traditie heeft men
Het zijn Langlois en Seignobos die verantwoordelijk zijn voor de juist de neiging net het gewone volk een centrale plaats te geven in de
begripsverwarring die ontstaat en waarbij beweerd wordt dat Ranke Franse historiografie. Kortom, waar staatsvormingsgeschiedenis in
een zogezegde “positivist” was. Positivisme draait rond de ontplooiing Duitsland heel elitair wordt opgevat, wordt die in Frankrijk heel
van de rede in de geschiedenis, een typische Verlichtingsfilosofie. Wat democratisch opgevat..
Ranke daadwerkelijk bedoelde was echter de ontplooiing van de natie.