Recht
Inhoud
1. Deel 1: inleiding tot het recht.......................................................................................................... 1
1.1. Algemene inleiding .................................................................................................................. 1
1.2. indeling van het recht.............................................................................................................. 3
1.3. Bronnen van het recht............................................................................................................. 6
1.4. Structuren en instellingen ..................................................................................................... 12
1.5. rechtshandhaving .................................................................................................................. 18
2. Deel 2: personen- en familierecht (zelfstudie) .............................................................................. 28
2.1. Personenrecht ....................................................................................................................... 28
2.2. familierecht ........................................................................................................................... 32
3. Deel 3: familiaal vermogensrecht.................................................................................................. 38
3.1. Huwelijksvermogensrecht ..................................................................................................... 38
3.2. Het intestaat erfrecht ............................................................................................................ 43
3.3. Schenkingen en testamenten ................................................................................................ 50
4. Zakenrecht en zekerheden ............................................................................................................ 52
4.1. Goederen: soorten en belang ............................................................................................... 52
4.2. Zakelijke rechten ................................................................................................................... 54
4.3. Zekerheden............................................................................................................................ 56
5. Deel 5: verbintenissenrecht .......................................................................................................... 58
5.1. Verbintenissen uit overeenkomst ......................................................................................... 58
5.2. Verbintenissen uit quasi-contracten ..................................................................................... 66
5.3. De onrechtmatige daad ......................................................................................................... 67
6. Benoemde contracten ................................................................................................................... 70
6.1. Koop-verkoop ........................................................................................................................ 70
6.2. Huur ....................................................................................................................................... 70
6.3. Aannemingsovereenkomst.................................................................................................... 70
6.4. Andere benoemde contracten .............................................................................................. 71
, Recht
Recht-12/02/18
1. Deel 1: inleiding tot het recht
1.1. Algemene inleiding
• Marc dutroux: keerpunt in het recht, heel wat dingen fout gelopen → ontsnapt → ministers
moesten opstappen→strafrecht werd hervormt
• Vluchtelingencrisis (vreemdelingenrecht) → regels creëren
• Turteltaks: ontslag annemie turtelboom, taks op energie = dubbele taks → ongrondwettelijk
• Ronaldo (sport): belastingontduiking, veel transfers
• Rock Werchter: (geluids)vergunningen
• Fusie: Delhaize doet nu ook acties zoals Albert Heijn
Verantwoording:
Recht is zaak van alle burgers (zowel privé als beroepsleven)
Iedereen wordt met recht geconfronteerd
→ Recht is gericht op het uiterlijke
→ meestal gedragsregels betrekking op het gedrag vd rechtssubjecten
→ vormt het normenstelsel vd staat
Rechtsregels: bepaald gedrag af dwingen
o staat: monopolie om geweld te gebruiken
o dwingen niet gemakkelijk
o kwaliteit van uitvoering onzeker
ordening vh maatschappelijk leven: wezenlijk kenmerk
o mens: individu & sociaal
o verhinderen wet van de sterkste
o ordening is het hoofddoel van recht
Filmpjes:
Drugs in Antwerpen: corruptie door douane en politie
Vluchtmisdrijf: (paniekreactie) politierechtbank, zware straffen
Kleuter kijkt over muur in VS: internationaal recht, migratiebeleid, muur met Mexico
Jan Jambon: minister binnenlandse zaken → Scheiding der machten: wetgevende, uitvoerende &
gerechtelijk
Recht ≠ moraal: geheel van normen vd individuele mens die leiden naar geestelijk welzijn (eigen
mening, hoe je erbij voelt) → streeft niet naar ordening vh maatschappelijk leven (oorsprong id
mens) → algemene richtlijnen worden gesanctioneerd door slecht geweten bv: euthanasie, abortus
→ fatsoenregel, niet opgelegd door de overheid
→ regels kunnen zowel juridisch als moreel zijn bv. Goede zeden/trouw
→ kijkt enkel naar het innerlijke
Recht ≠ godsdienst: beoogt de eeuwige zaligheid vd mens, relatie tss godheid & de mens
→ recht principieel neutraal t.o.v. geloofsaangelegenheden (scheiding tussen kerk en staat)
→ er is wel nog invloed, wettelijke feestdagen religieus geïnspireerd (bv: kerstdag, paasmaandag,…)
→ kijkt naar het innerlijke & het uiterlijke
1
, Recht
Wat is recht?
• (Vooral) verbodsbepaling: iets mag niet anders… (bv: rijden onder invloed, moord,…)
• Gebod: je moet iets doen → verplicht (bv: rijbewijs, belastingen betalen, leerplicht (6j),…)
• Toelating: je mag → om bevoegdheid te beperken
• Algemene normen (voor iedereen): zelfde feitelijke omstandigheden bv: vergunningen
• individueel: (weinig) immuniteit koning
• Organieke regels: organisatie vd staat, verkiezingen, scheiding der machten, federale staat,
soorten rechtbanken,… (bv: bouwvergunning)
• Dwingend recht: moet nageleefd worden door elk rechtssubject (verschil + bv kennen)
o Openbare orde: essentiële belangen vd staat/gemeenschap of fundamentele
rechtsgrondslagen vh privaatrecht (politiek, sociaal,…) → zo fundamenteel dat het
beschermt moet worden, je mag er niet van afwijken
▪ bv: strafrecht → kind wil dood, mag je niet doen is moord → raakt
fundamenten van de maatschappij
o Goede zeden: fundamentele principes ve in een bepaalde maatschappij algemeen
aanvaarde moraal → kan wijzigen in tijd
▪ bv: pipi doen op straat, aanzetten tot prostitutie, openbare dronkenschap,…
o Dwingende regels t.b.v zwakken: beschermen zwakkere personen, sanctionering
hangt af of het slachtoffer de nietigheid vraagt of niet
▪ bv: consument, huurder, werknemer, minderjarigen, onder dwang,…
▪ bv: online kopen → 2 weken bedenktijd, huurbaas kan huurders niet zomaar
buiten zetten → opzegtermijn/vergoeding
• Aanvullend recht: gelden enkel voor rechtssubjecten die geen andere regeling getroffen
hebben, keuze afwijken of wet te volgen
o bv: betalen op een ander moment, voorschot → koper betaald bij levering
De huurder mag onderverhuren en zelf zijn huur aan iemand anders overdragen als dat recht hem
niet is ontzegt: aanvullend recht → als het verboden is moet het expliciet in het contract staan
Ouders dienen naar evenredigheid van de middelen te zorgen voor huisvestiging, opvoeding en
opleiding van hun kinderen als de opleiding niet voltooid is loopt die verplichting door na de
meerderjarigheid van het kind: dwingend → ter bescherming van zwakken
Entiteit: (= staat) bezit over een bevolking, grondgebied & regering die gezag uitoefent en soeverein
& onafhankelijk is → recht geldt boven elk ander normenstelsel
→ recht opgelegd door de staat
→ wet (rechtsregels) uitgevaardigd door de overheid
Recht: belangrijk voor structuur → opgelegd door de overheid, federale staat → opgedeeld in:
Gemeenschappen
• Vlaamse
• Franse
• Duitstalige
Gewesten
• Waals
• Vlaams
• Brussel hoofdstedelijk
2
, Recht
Provincies: bv rampenplan
Gemeentelijk
→ kunnen allemaal regels opstellen, verschillen van elkaar (bv: parkeerregels → boetes, tarieven,…)
→ zijn afdwingbaar, als je ze niet naleeft krijg je een sanctie
De rechtbank: dwingt recht af, wanneer het niet vrijwillig wordt nageleefd (bv: respecteert
opzegtermijn niet)
Zijn volgende regels te beschouwen als rechtsregels?
a) De regel dat je in een voetbalmatch niet ‘buitenspel’ mag staan → is niet opgesteld door de
overheid: spelregel, ordent de maatschappelijke orde niet, komt niet voor de rechtbank
b) De regel dat men niet door het rood licht mag rijden → rechtsregel: verkeersregel, opgelegd door
de overheid, dient om structuur aan te brengen in de maatschappij
c) De regel dat men op restaurant met mes en vork eet → etiquette, niet opgelegd door de overheid
1.2. indeling van het recht
Objectief recht: (rechtsregels) geheel van normen die de menselijke activiteiten, de onderlinge
verhouding tussen mensen en hun verhouding tot de gemeenschap regelen (abstracte wijze)
→ geheel van algemeen geldende normatieve regelen
→ opgelegd/ontvangen & bekrachtigd door de staat
→ naleving afdwingbaar
→ beoogt ordening vh maatschappelijke leven
• Moord: doden met voorbedachten rade (levenslang)
• Doodslag: intentie om te doden maar gebeurt op moment zelf (max 30 jaar)
• Huurcontract
• Soorten straffen voor drugs
Subjectief: (concrete case, individualisering) aanspraken die een persoon t.o.v. een ander laat gelden
waaruit voor die andere plichten ontstaan → toegepaste objectieve recht
• Zaak kasteelmoord
• Zaak drugsbende
Subjectief recht:
• Burgerlijke subjectieve rechten
o Vermogensrechten: geheel vd in geld uitgedrukte rechten en plichten
▪ Vorderingsrechten: recht tussen personen, schuldeiser & schuldenaar (bv:
geld lenen wil je terug, huurcontract)
▪ Zakelijk recht: bevoegdheid over een zaak (bv: eigen gsm, eigendomsrecht)
▪ Intellectuele rechten: recht op bescherming ve creatie bv: patent lotus
o Persoonlijkheidsrechten: geen geldelijke waarde
▪ Strikte persoonlijkheidsrechten: subjectie (fysieke, morele & psychische)
rechten die elk individu kan laten gelden t.o.v. andere
➢ Mensenrechten, recht op privacy, recht op leven, onderdak,.
▪ Familierechten: subjectieve rechten waarover een natuurlijk persoon
beschikt als lid ve familie
➢ recht om te scheiden/huwen, recht als kind/ouder,…
3