Dit is een complete samenvatting voor het psychodiagnostiek tentamen van de OU. De stof is samengevat op de leerdoelen welke gesteld zijn voor het halen van het tentamen.
Nadat je de cursus Psychodiagnostiek hebt gevolgd, kun je
de belangrijkste kwaliteitseisen en beroepsethische aspecten in de
psychodiagnostiek benoemen en beschrijven;
de rol van psychodiagnostiek in de klinische, gezondheidspsychologische of
levenslooppsychologische setting benoemen en beschrijven;
de verschillende stappen van het diagnostisch proces benoemen en beschrijven;
een diagnostische vraagstelling op het gebied van de klinische, gezondheids- of
levenslooppsychologie formuleren op basis van intake-informatie;
een vraagstelling operationaliseren middels het opstellen van dekkende hypothesen;
geschikte psychodiagnostische middelen kiezen om de hypothesen te toetsen;
tests en vragenlijsten afnemen, scoren en interpreteren op basis van informatie uit
de handleiding (meetpretentie, psychometrische kwaliteiten, normering en
gebruikswijze);
informatie integreren en conclusies trekken uit de onderzoeksresultaten die
aansluiten op de vraagstelling en de hypothesen;
de testresultaten op heldere en verantwoorde wijze terugkoppelen naar de
opdrachtgever en de cliënt (zowel mondeling als schriftelijk);
een diagnostische rapportage vervaardigen conform de eisen van de
Basisaantekening Psychodiagnostiek;
met behulp van de NIP-beroepscode reflecteren op beroepsethische aspecten van
psychodiagnostische activiteiten en interventies.
, Reader: psychodiagnostiek in de klinische psychologie
Hoofdstuk 1 inleiding
Leerdoelen:
Nadat je dit hoofdstuk hebt gelezen, ben je in staat om
1. de belangrijkste uitgangspunten van de klinische psychologie te
benoemen
2. de verschillende werkvelden en registraties van de klinische psycholoog van elkaar te
onderscheiden
3. een overzicht over de procedures van verwijzing, doorverwijzing en
multidisciplinaire samenwerking te hebben
4. de verschillende domeinen van onderzoeksinstrumenten te beschrijven, als ook hun
relevantie voor diagnostiek binnen de klinische
psychologie.
1. De werkvelden
*basis (kleinschalige onderzoeken) of gespecialiseerde zorg (GGZ, ziekenhuis, revalidatie of
verpleeghuis). Basis = 1. enkelvoudig problematiek en 2. meer complex waar focus ligt op herstel ipv
verminderen psychische problemen.
*Functie intake: inventariseren en besluiten of clt met hulpvraag aan het juiste adres is.
2. populatie en problematiek
*binnen klinische setting: hulp aan alle leeftijden en problematiek.
*verschillende functies: basispsycholoog (niet erkend), gezondheidspsycholoog (2jarige opleiding
binnen generalistische zorg), KP en klinische neuropsycholoog (na 2jarige opleiding
gezondheidspsycholoog nog 4 jaar specialistische opleiding)
3. verwijzing en doorverwijzing
*Erkend verwijzer= huisarts of medisch specialist.
*doelstellingen psychodiagnostisch onderzoek: 1e = kijken of clt voor hulp aan juiste adres is.
Doorverwijzen is afhankelijk van aard en ernst, doelstelling en expertise, in overleg met client.
Doorverwijzen gaat wel ten koste van continuïteit van zorg, daarom streven naar zo min mogelijk
doorverwijzen zodat kans op één psycholoog groot is. Terugverwijzen: als onderzoek afdoende is of
client zelf geen vervolgtraject wil. Of doorverwijzen naar specialist.
4. multidisciplinaire samenwerking
*bespreken van klachten door verschillende functies, holistische benadering. Vaak bi psychosociale
model aangehouden.
5. psychodiagnostische taak
*psychodiagnostiek: vaak ondersteunende functie in gehele hulpverleningstraject. Vaak bij
aanmelding maar kan ook gedurende het proces. Bv wanneer behandeling stagneert of nieuwe
, gegevens boven komen. 1e doel: kijken of juiste adres, 2e doel is onderzoeken wat aard en ernst van
klachten is.
*Relevante bronnen, methoden en instrumenten om deze doelen te bereiken: dossieronderzoek,
observaties, output na interview, gesprekstechnieken, aanvullende info uit medisch onderzoek,
bloeduitslagen, hersenonderzoek. Adhv info sterke zwakte analyse maken en holistische theorie
opstellen. Te richten onderwerpen in klinische psychologie=
*intelligentieonderzoek: beeld vormen niveau en structuur intelligentie en kan leiden tot zicht op
sterke en zwakke kanten interlectueel en cognitief functioneren. WIAS, WISCm Drenth-serie, DAT of
Raven.
*persoonlijkheidsonderzoek: doel is persoonlijkheidskenmerken in kaart brengen, om na te gaan of
persoonlijkheidskenm. Invloed hebben op klachten patroon. MMPI-2, NPV-2, HEXACO, NEO-PI-R.
*projectief onderzoek of indirecte methoden: vooral kwalitatief te werk. Gegeven achterhalen die
niet bereikt kunnen worden via zelfrapportage en gedragsobservatie. Taak relatief ongestructureerd
en bedoeling onduidelijk voor client. Letten op bv eigenschappen, voorkeuren, reactiewijzen,
thema’s etc. vaak als aanvulling of exploratief omdat psychometrische kwaliteit zwak is.
*neuropsychologisch onderzoek: hogere cognitieve functies in kaart brengen zoals aandacht,
geheugen, taal, motoriek. Relaties hersenen en gedrag. Verbale leer-en geheugentaak, stroopkleur-
woordtaak, behavioral assessment of the dysexecutive syndrome.
*probleemgericht onderzoek: klachten nader onderzocht of gescreend op andere relevante
klachten. En coping. BDI, SCL-90, UCL.
Hoofdstuk 2 diagnostische cyclus in praktijk
Leerdoelen
Nadat je dit hoofdstuk hebt bestudeerd, kun je
− een beschrijving geven van de stappen uit het hypothesetoetsend model
− voorbeelden geven van onderkennende, verklarende, indicerende, selectieve en toewijzende
hulpvragen
− de belangrijkste activiteiten benoemen die de psycholoog in de vier stappen van het
hypothesetoetsend model moet zetten
− de aandachtspunten van de verschillende stappen uit het hypothesetoetsend model benoemen.
1. Achtergrond diagnostische cyclus
*Empirische cyclus van experimenteel onderzoek als basis gebruikt omdat overeenkomsten zijn.
Verschil tussen exp. Onderzoek en diagnostiek is echter dat exp. Onderzoek generaliseerbaar moet
zijn en diagnostiek opzoek is naar (unieke) antwoorden voor individu/specifieke groep.
*Richtlijnen direct toepasbaar voor diagnostische praktijk:
1. toets vermoedens (hypothese) aan gegevens en stel oordelen bij als daar aanleiding toe is.
2. zoek doelgericht en systematisch naar patronen en houdt rekening met consistentie
3. hanteer theoretische verantw. Redeneringen en gegeven uit wetenschp. Onderzoek
4. gebruik voldoende betrouwbare en valide middelen
5. leg verantwoording af aan collega’s en clienten door denkwijze te expliciteren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper deborahvanvliet92. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.