Samenvatting radiologie 1E master
GOED VOORSCHRIFT
- Naam, geboortedatum pt
- Datum aanvraag
- Gewenst onderzoek
- Klinische inlichtingen
- Diagnostische vraagstelling
- Contra-indicaties
- Allergie, diabetes, schildklier, nierfunctie
- Handtekening, RIZIV nr, stempel, nummer telefoon of DECT arts
BELANGRIJKE TOPICS
Ademhalingsstelsel:
- 1) COPD
- 2) Bronchitis en asthma (thoraxopname nodig?)
- 3) Aspiratie pneumonie en corpora aliena
- 4) Longcontusie
- 5) Griep en verkoudheid met koorts (thoraxopname nodig?)
- 6) Atelectase
- 7) Bronchieëctasieën
- 8) Pneumonie (met inbegrip vanTBC)
- 9) Longembolie
- 10) Longcarcinoom
- 11) Pleuritis exsudativa
- 12) Pneumothorax (spontaan en spanningspneumothorax)
- 13) enkele varia
Hart en bloedsomloop:
- 1) Angor en infarct
- 2) Decompensatie
- 3) Pericarditis
- 4) Hypertensie
- 5) Arterieel embool
- 6) Aneurysma aorta (thoracalis; abdominalis)
- 7) Arteriële dissectie
- 8) Claudicatio
- 9) Acute chirurgische vasculaire pathologie
- 10) Varicosis en chronisch veneuze insufficiëntie
- 11) Diepe veneuze thrombose en longembolie
- 12) Lymfangitis
- 13) Varia; o.a. shock; …?
Nieren
- 1) Morfologie nieren (normaal en afwijkend; polycystische nieren, … )
- 2) Renovasculaire hypertensie (art. renalisstenose)
- 3) Belang nierfunctie bij gebruik jood-houdende contrastmiddelen
Bloed en bloedvormende organen: Lymfoom en ziekte van Kahler
1
, BEELDVORMING NIEREN
- Echografie! : grootte, vorm, ligging, structuur, flow in bloedvaten, parenchymafwijkingen, pyelocaliciele afwijkingen
o Flow in bloedvaten : duplex – (kleur)doppler
o Parenchymafwijkingen : tumor, solitaire cyste, polycystische nier, bloeding in cyste
o Pyelocaliciële afwijkingen : stuwing, hydronefrose, niersteen
- Contrastmiddelen met jood zijn potentieel nefrotoxisch, vooral bij ↓ nierfunctie, Waldenstrom en MM
- Alternatief onderzoek? Echo, MR, angiografie met negatief contrastmiddel CO2)
- Radioloog verwittigen → Laagosmolair CM
- aanvrager moet zorgen voor voldoende hydratatie van de patiënt vóór en tijdens het
contrastonderzoek (1ml/kg/u extra = 75ml/u = 300 ml extra vanaf 4 u vóór onderzoek),
minder bij slechte hartfunctie
2
, BLOED EN BLOEDVORMENDE ORGANEN
- Beenmerg → MR voorkeurstechniek om ziekteprocessen aan te tonen, maar enkel als
klinisch relevant en niet met andere (meestal goedkopere) methoden kan gebeuren
- Infarct BM en avasculaire necrose van epifyse → vroegtijdig met MR opsporen
o Avasculaire necrose : beenmerg krijgt geen bloed meer → gaat dood
o Oorzaak? Cortico, alcoholisme, hypercholesterolemie, te snel nr boven komen bij duiken
- Multipel myeloom → tumorale plasmacellen → beenbalkjes afgebroken door osteoclasten,
zonder dat osteoblasten daarop reageren → punched-out lesions
o Punched out lesions :
▪ opsporen met MR, want Pas laattijdig duidelijk op radiografie (osteoporose~↓densiteit)
▪ Waar? in gebied met veel rood BM (WZ, bekken, schedeldak, proximale humerus,femur, ribben)
▪ Patroon? Focaal/gemengd/ volledig
o MM kan niet met botscintigrafie op te sporen : botscintigrafie kijkt nr activiteit osteoblasten
- DCE-MRI = dynamic contrast-enhanced MRI
o effect therapie volgen door doorbloeding wervels te meten : ↓ microvascularisatie bij respons op therapie
o indicatie? Myelomen, na stamceltransplantatie
o Slope = enhancement rate during first-pass of Gd = wash-in
o Maximum enhancement
o Wash-out
- Diffusie MR
o celrijkdom van het BM : kijkt nr moleculaire beweging van H2O moleculen
o myeloom : veel cellen → water zit vast → diffusie is verminderd
o beïnvloed door botdestructie, weefselperfusie, ratio bruin/rood beenmerg
o percentage plasmacellen (MGUS, smoldering myeloma en multiple myeloma).
- Als hepatomegalie en/of splenomegalie → echografie
- Lymfomen
o → CT-scan → voor anatomische evaluatie : klieren in hals, suptraclaviculair, axillair, mediastinaal, retroperitoneaal, iliacaal, inguinaal
o → PET-CT → voor functionele evaluatie → PET-CT (30min, zeer duur, gecombineerdestralingsbelasting van 20 mSv)
▪ Let op ! ook goedaardige processen kunnen positief tekenen
Zelfstudie : ribben tellen
Zelfstudie p.35 aortapulmonaalvenster
3
, BEELDVORMING VAN DE THORAX
Thoraxfoto : radiografie
- indicaties
o eerste radiologische onderzoek bij hart- en longafwijkingen
o pt die een operatie moeten ondergaan van de thorax,
o bij andere patiënten (operatie buiten thoraxregio): preoperatieve thoraxfoto enkel
terugbetaald als > 45 jaar; indien jonger, wordt de foto enkel terugbetaald als er
voldoende ernstige cardiorespiratoire risico’s zijn (volgens ASA code)
o ter uitsluiting belangrijke afwijkingen in thorax (vb. pleuravocht, duikende krop, … )
o bij patiënten met oncologische aandoeningen wordt een thoraxfoto gemaakt
▪ stadiëring primaire maligniteit in de thorax
▪ om metastasen van een tumor aan te tonen of uit te sluiten
- Concreet
o Geen “routine” preoperatieve thorax
o Nooit beneden 45 j, tenzij ernstige cardiorespiratoire aandoening
o Indien toch preop foto beneden 45 j, moet dit gemotiveerd worden in dossier, met
juiste ASAklassering van de cardiorespiratoire aandoening
- Opname
o Postero-anterior (PA) :
▪ rontgenbuis 3m achter pt → stralen gaan van achter nr voor
▪ lichte vergroting vd thorax
o Linker laterale opname = Profiel opname
▪ om afwijkingen in de ruimte te lokaliseren
▪ om afwijkingen die door superpositie niet zichtbaar zijn aan te tonen
o liggende opname , aan bed opname = antero-posterieure:
▪ Hart en mediastinum kunnen verbreed lijken : want afstand stralen tot hart is kleiner ~ divergentie
▪ Hogere positie vh diafragma : want pt kan minder diep inademen in liggende positie
▪ Bij deze opnamen mag niet te snel gesproken worden van cardiomegalie of
verbreed bovenste mediastinum!
- welke diafragmakoepel ?
o rechter : ligt hoger, is van posterieur tot anterieur volledig en scherp afgelijnd
o links : scherpe aflijning verdwijnt in het anterieure 1/3 vd diafragmakoepel
CT-onderzoek
- indicatie
o om een afwijking, die zichtbaar is op de thoraxopname, duidelijker in beeld te brengen;
o om een “twijfelachtig” beeld van de thoraxopname beter te analyseren
o om met een grotere gevoeligheid een letsel op te sporen
o evaluatie mediastinum, thoraxwand, thoracale wervelzuil
o stadiëring primaire longtumor, primaire tumor elders in lichaam
o opsporen onderliggend letsel bv. is er een tumor die dr broncusobstructie een pneumonie veroorzaakt?
o Longcarcinoom, longembolie, abces, thoraxtrauma, thoraxwand, pleura
HRCT
- Zeer dunne sneden (1mm), gedetailleerde beelden longparenchym
- Voor perifere secundaire longnodules met hun centrale bronchioli en kleine distale arteriële takken
- Indicaties
o Longfibrose, pneumoconiose, sarcoidose, lymfangitis, carcinomatosa , duivenmelkerslong
o Karakterisatie longnodule of longmassa
Multi-detector - CT
- Voordeel : Hoge resolutie en 2D beeld
- Nadeel : hogere stralingsbelasting
Echografie, Angiografie, MR
Scintigrafie (ventilatie- en perfusiescan, PET, PET-CT)
4