Werk en welzijn
Geschiedenis van werk(geluk)
Prehistorie:
Werk = (over)leven, dus geen onderscheid en geen verwachtingen
Landbouwrevolutie:
De mensen worden Sedentair + domesticeren, opslag voor winter
Biologisch succes <> psychologische nederlaag (plannen, vrezen… daling QOL)
Werk = straf of vernedering (werk en geluk worden gescheiden, wel geluk: buiten
werken, oogst zien groeien, planten en dieren verzorgen)
Morele en religieuze geboden: 7e verbod: gemakzucht – traagheid – luiheid
Steden en ambachten:
Naar de stad: gilden, werken voor geld blijft een vorm van straf of slavernij,
waarschijnlijk wel vorm van trots/ tevredenheid/ bestaanszekerheid
Karl Marx: verlichtingsfilosoof: uit werk waardigheid en geluk halen,
randvoorwaarden: goede arbeidsomstandigheden, eerlijke loon, afwisselend werk,
werk dat betekenis heeft doordat ze het leed van anderen verzacht of hun genot
vergroot
Hoop op gelukkig werkleven sijpelt door
Industriële revolutie:
Opdeling in kleine stapjes, iedereen is radertje in groot geheel: eindproduct niet
zichtbaar, weinig ambachtelijke kennis of vaardigheden, saai, repetitief,
gespecialiseerd, hoge tijdsdruk
6 op 7 shiften van 10 a 14u, geen vakantie, privé bestaat dus niet (zondag = kerk)
Gevaarlijke omstandigheden
Tijdperk van tevredenheid:
Veiliger, minder werkuren, vakanties, hogere lonen, diensteconomie vanaf ’70, werk
en privé gescheiden van elkaar (thuis was het werk afgelopen), hoge tevredenheid
op werk, LABOR (hard werken) en OPUS (zelfverwezenlijking)
, Latente deprivatie model: structuur in tijd, opportuniteiten tot sociaal contact,
gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap, sociale identiteit (hoe je naar jezelf
kijkt)/ sociale status (hoe anderen naar je kijken) , zelfrealisatie, betekenisvolle
activiteiten
+ inkomen en anderen materiële voordelen (manifest)
Tegenkanting bij latente deprivatiemodel: werk is geen conditio sine qua non voor
een goede gezondheid, niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting,
onzekerheid, stigma
Bandarbeider in ploegsysteem kan ongelukkiger zijn dan de werkloze (maar meestal
niet): levenstevredenheid ongewild werkloos, angst, woede, onmacht wordt 30%
vaker gerapporteerd door werklozen
Voordeel van werkgeluk voor bedrijf en individu: blijven gem 2j langer bij bedrijf,
minder absenteïsme, broaden-and-build effect: productiever en creatiever, meer
oplossingen, beter samenwerken
Tijdperk van hoge verwachtingen:
Werk biedt potentieel veel levensgeluk
Verwachtingen: goed loon, extralegale voordelen, voldoende vakantie, leuke
collega’s, toffe job, promotie, bijleren,…
Werkgeluk model (WG) van de prins
Hedonistisch: genot, gericht op wat er zich nu aandient en op prettig werk, maximaliseren
van plezier en minimaliseren van pijn (geen grootse projecten of grote inspanningen
waarvoor je moet zwoegen om een levensdoel te bereiken), tijdelijk effect en minder
effectief op termijn
Tevredenheid en werkplezier
Eudemonisch: goede geest, verwezenlijking van je inherent potentieel via zinvolle
activiteiten, betekenisgeving, streven en ijveren, tijd en energie, zelfs pijn leiden om deze te
bereiken, beter worden, niet altijd haalbaar in werkdomein, en niet iedereen heeft evenveel
behoefte
Actief engagement en zinvolheid
Hedonistisch werkgeluk: tevredenheid
Evaluatief proces: nadenken en oordelen
Vereist een helikopterperspectief (niet voor iedereen eenvoudig), stabiel over jaren heen,
niet afhankelijk van affect op moment van vraag
Fundament, maar ook aanvaardend en lage verwachtingsgraad (‘goed genoeg’, dat je werk
hebt)
2
,Afhankelijk van 5 omgevingsfactoren: loon, evenwicht werk privé, veiligheid en gezondheid
op werk, relatie met baas en collega’s, interessant werk
Wie wel tevreden?
91% indien vraag binair gesteld (Ja/nee) (75% van de Belgen is tevreden)
Mensen lezen de vraag eerder als: ‘bent u tevreden dat u een baan hebt?’
Geestelijke, fysiotherapeuten, psychologen,…
Zelfbedrog: handig overlevingssysteem
Genen: onderlinge verschillen tussen mensen in algehele TV voor 30%
Hedonistisch werkgeluk: plezier
Gevoelens hebben een functie, toestand van voorbijgaande aard: gelijktijdig goede en
slechte affecten ervaren kan, meestal een de bovenhand
Levensdoelen werk = groep emoties met matig prettige en sterk activerende interesse,
ambitie, engagement, nieuwsgierigheid
Verwachting vandaag: positieve en activerende emoties
In het verleden sterk ingezet op stress, angst, pijn en vernedering
PA > NA
Hoe PA? Lachen, erkenning fijne werkomgeving (ramen, groen) let op! Freq >
intensiteit
Hoeveel PA? Minstens 2 op 3 ervaren gevoelens positief = minstens 67% PA,
maximaal 92%
PA > NA
Wat met negatieve affecten?
Aanwezigheid van PA ≠ afwezigen van NA
Energie om taken te vervullen, hindernissen uit de weg te ruimen (op KT NA nodig
voor EWG op LT (extra diploma, nieuwe functie)
Hoeveel negatieve? Min 8% negatieve affecten nodig om goed te kunnen
functioneren, max 33% NA tijdens je werkdagen
Smartphone-meting: werk (39), verzorgen administratie en financiën (37) en ‘in de rij of file
staan’ (36)
Hoge scoorders: goede relaties met collega’s, universitaire opleiding staat niet garant voor
werkplezier (bv: bloemist en tuinman, kapper en schoonheidsspecialist)
3
, Eudemonisch: actief engagement
Duurzame, positieve en vervullende staat van actieve betrokkenheid bij je baan, intrinsieke
motivatie
Toegewijd aan je organisatie en haar doelen
Emoties: motivatie, volharding, vitaliteit, energie, enthousiasme, trots, alertheid,…
(Je bent gul met je energie, je bent regelmatig bereid meer te doen voor je baan dan je tijd
of taak het nodig vraagt. Je start vaak vol energie en gaat regelmatig op in je werk)
Actief geëngageerd?
Eudemonisch: zinvolheid
WG = TV + (PA>NA) + AE + ZV
Stabiel gevoel dat je via werk bijdraagt, iets waardevols en goed doet > nuttig werk,
verminderen van het lijden en/of verhogen van vreugde
Onder druk: ieder kleine stukjes werk, tijdsdruk, weinig met de werknemer als persoon te
maken, kenniseconomie
UA, 50 000 Vlaamse werknemers, 5% ervaart sterke zinvolheid, 32% ervaart sterke of
gewone zinvolheid
Hoog: jobs met sociale dimensie
Laag: kunstenaar (22%), schoonmaker (11%)
Hoe je werknemers ongelukkig maken?
50% eigen gedrag > 40% genen > 10% omstandigheden
Geluksinterventies (PPI): chief hapiness officer (CHO): dankbaarheid, trap nemen,…
Realiteit: geluksinterventies, echt werkgeluk is voor de meeste niet haalbaar. Een
geluksbeleid invoeren met een CHO die geluksinterventies regisseert is zinloos, zoveel
mogelijk vermijden dat mensen zich ongelukkig voelen op werk (eerst ‘tevreden’ dan ‘blij’
dan ‘de rest’)
Hoe je werknemers gelukkig maken ‘big 3’?
1 Autonomie:
4